Professional Documents
Culture Documents
op beveiligde website.
Attituderapport invullen
Stap 1
Klaslijst invullen met houdingen die bij de kinderen
passen.
Zet een kruisje als het past.
Als iets niet van toepassing is dan laat je het
gewoon blanco!
Stap 2
Klaslijst bekijken met axendieren.
Bij elk dier kan je aanduiden of dit kind zich gedroeg als
een goed of als een niet zo goede …… (je kan dit doen
door j =ja, een goede… of n=neen, een slechte,
slechtgemutste… te gebruiken)
1
goede bever
a ik ruim op als het gevraagd wordt.
b ik ruim op ook als het niet gevraagd wordt
c ik draag zorg voor mijn klasgenootjes
d ik draag zorg voor het materiaal van de klas
e ik help de anderen en geef uitleg als iemand het niet begrijpt.
f ik ga helpen als iemand hulp nodig heeft
g ik deel mijn spullen met anderen.
h mijn bank is meestal netjes.
i ik verzorg mijn werk.
j ik help spontaan de juf of de meester.
k als ik aan de beurt ben om de klasorde te doen, doe ik goed mijn best.
2
goede poes
a ik vraag om hulp als het even niet lukt.
b ik zeg dank u wel als anderen iets voor me doen.
c ik toon dat ik anderen waardeer.
d ik ben dankbaar
e ik geniet van de leuke momenten.
f ik ben beleefd.
3
goede LEEUW
a ik vertel anderen hoe het moet
b als ik een groepje leid, heb ik aandacht voor iedereen in de groep.
c ik geef goede raad en tips aan anderen
d ik geef informatie aan anderen
e ik breng verslag uit van wat we gedaan hebben in ons groepje.
f ik neem verantwoordelijkheid op.
g ik heb veel ideetjes en doe leuke voorstellen.
h ik neem initiatief in de leerlingenraad of over de middag.
i ik ben een goede leesmakker tijdens het tandemlezen.
4
goede kAMEEL
a ik luister naar anderen
b ik vraag uitleg
c ik hou me aan de klasafspraken
d ik kan aanvaarden dat een ander de leider is.
e ik kan samenwerken met anderen in groepjes of in klas.
f ik toon belangstelling voor wat juf/meester vertelt.
g ik toon belangstelling voor wat anderen vertellen.
h ik doe wat mij gevraagd wordt.
i ik speel met iedereen en doe aan alle spelletjes mee.
j ik steek vaan mijn vinger op in de klas.
k ik werk actief mee in de klas.
5
goede PAUW
a ik maak mooie werkjes.
b ik behaal goede punten
c ik vertel wat ik graag en goed kan
d ik toon wat ik goed kan
e ik laat de anderen genieten van wat ik vertel
f ik durf op te treden voor de groep.
g ik durf te spreken voor de klasgroep.
h ik vertel vaak iets op de praatstoel.
i ik vertel de anderen wat ik ervan denk.
6
goede WASBEER
a ik geef anderen complimentjes
b ik luister als anderen iets vertellen
c ik luister als anderen over zichzelf vertellen
d ik kan pluimpjes geven
e ik heb respect voor zij die anders zijn dan ik.
f ik heb respect voor andere meningen in de klas.
g ik ben beleefd, ik zeg goedemorgen, dank u wel, alstublieft.
7
goede HAVIK
• Dit zijn de zinnetjes die we al hebben.
a ik zeg het als er iets fout loopt.
b ik vertel de pesters dat ze ermee moeten ophouden.
c ik neem het op voor iemand die problemen heeft.
d ik wijs anderen terecht als ze niet correct sorteren.
e ik durf het te zeggen als er iets niet goed gaat.
f ik vertel de waarheid.
g ik kan mijn mening of mijn kritiek formuleren op een beleefde manier.
8
goede STEENBOK
• Dit zijn de zinnetjes die we al hebben.
a ik maak mijn werk alleen
b ik laat me niet betuttelen
c ik laat me niet doen, ik kom op voor mezelf.
d ik zeg neen als ik iets niet wil
e ik ben op mijn hoede.
f ik zoek bij ruzie een oplossing waarvoor geen geweld nodig is.
9
goede UIL
a ik kan me goed bezighouden op mijn eentje
b ik kan geheimen bewaren
c ik laat de anderen aan het woord
d ik roddel niet.
e ik probeer onpartijdig te zijn en te helpen.
10
goede SCHILDPAD
a ik kan mijn fouten toegeven
b ik kan toegeven dat ik sommige dingen niet begrijp
c ik kan tegen mijn verlies
d ik toon mijn gevoelens
e ik verontschuldig me als ik fout was.
f ik kan kritiek van een ander aanvaarden.
g ik hou rekening met opmerkingen van anderen en probeer mezelf te verbeteren.
h ik twijfel soms en durf dat te zeggen.
i ik voel me soms onzeker en ik durf dat te zeggen.
niet zo goede
SCHILDPAD
a ik laat me soms doen door anderen.
b ik durf geen uitleg te vragen.
c ik huil erg vlug.
d als er problemen zijn, kruip ik in mijn schelp.
e ik heb het moeilijk om te kiezen.
f ik ben vaak onzeker, maar durf dat niet te zeggen.
11