Professional Documents
Culture Documents
Hoewel dit boekje met zorg is samengesteld, heeft het niet de pretentie
uitputtend te zijn. U moet het vooral zien als een aanvulling op of
samenvatting van de syllabus Bouwen en wetgeving en het zakboekje
Bouwgebreken. Wanneer u over een bepaald onderwerp meer of dieper
gaande informatie zoekt, verwijzen we u naar de bouwkundige vak-
literatuur. U vindt een overzicht van veel gebruikte uitgaven achter in dit
handboekje.
Ook vindt u achter in het boekje een bestelformulier waarmee u extra
exemplaren kunt bestellen, bijvoorbeeld voor uw medewerkers.
Daken 11
Inleiding 11
Dakhellingen 11
Benamingen 11
Dakvormen 12
Dakafwerkingen 13
Dakpanvormen 13
Oude Holle 14
Verbeterde Holle (VH) 14
Opnieuw Verbeterde Holle (OVH 206) 15
Opnieuw Verbeterde Holle (OVH 201) 15
Bijzondere dakpanmodellen 16
Grote Romaanse 16
Kleine Romaanse 16
Tuile du Nord Enkele zijsluiting 17
Tuile du Nord 3kopssluiting 17
Kruispan (Bouletpan) 18
Vlakke Mulden 18
Holle Mulden 19
Gordingendak 19
Sporendak 19
Spantconstructies 19
Platte Daken 23
Bitumen 23
Eigenschappen 23
APP- en SBS dakbanen 23
APP 23
SBS 23
Herkenning 23
Ballastlaag 23
Afschot 24
Applicatiemethode baanvormige bitumineuze dakbedekkingen 24
Kunststof 24
Eigenschappen 24
Applicatiemethode kunststof dakfolies 25
Daktypen 26
Warmdak 26
Omgekeerd dak 26
Koud-dak 26
Veilig werken op daken 26
Veel voorkomende problemen bij daken 27
Pannendaken 27
Bitumineuze dakbedekkingen 29
Kunststof en rubberen dakbedekkingen 31
Plaatvormige dakbedekkingen 33
Leien 34
Riet 34
Dakkapellen en lichtstraten 35
Goten en hemelwaterafvoeren 36
Isolatievoorzieningen 36
Waaraan moet een goede schoorsteen voldoen? 38
Materialen 51
Natuursteen 51
Gneis 51
Kalkzandsteen 52
Marmer 53
Leisteen 54
Graniet 54
Kwartsiet 56
Basalt lava 56
Ettringer Tuf 56
Hout 57
Metalen 63
Lood 63
Loodslabben 63
Loodloketten 63
Voetlood 63
Aandachtpunten 64
Looddikten 64
Loodtoepassingen 64
Milieu 64
6 ©NVM SOM
Zink 65
Corrosie 65
Metalen van onedel naar edel 65
Kans op contactcorrosie 66
Verf 67
Verfsystemen 67
Kenmerken van verfsystemen 67
Verfgebreken 68
Kitten 73
Indeling kitsoorten 73
Toepassingen 73
Eéncomponent polysulfide kitten 73
Tweecomponenten polysulfide kitten 73
Siliconenkitten 74
Kitten op basis van watergedragen acrylaat 74
Kitten op basis van polysiloxanen 74
Montagekitten 74
PUR-schuim 74
Asbest 75
Gevaar 75
Voorschriften voor het verwijderen van asbest 75
Zelf verwijderen van asbest 75
Herkenning 75
Veel voorkomende toepassingen in asbest 77
Legionella 79
Vermeerdering legionellabacteriën 79
Ziekte 79
Beheersmaatregelen 79
Regelgeving 80
Veiligheidspictogrammen 81
Overzicht pictogrammen 81
Bouwbesluit 83
Vervallen voorschriften 83
Aanpassing voorschriften 83
Trappen 85
Domotica 87
Veiligheid 87
Comfort 87
Communicatie 88
Informatie 88
Energie en klimaat 88
Installaties 89
Elektra 89
Koelinstallatie 89
Inspectiewijzer koelinstallatie 89
Verwarmingstoestellen 90
Individuele systemen 91
Lokale verwarming 91
Ventilatie 97
Condities 103
Definitie condities 103
Urgenties 105
Definitie urgenties 105
Woningwaarderingstelsel 113
Maximaal te vragen huur 115
8 ©NVM SOM
Herbouwwaardemeter 117
Begrippenlijst 119
Adressen 122
Bronnen 122
Aantekeningen 123
Inleiding
Een dak is de totale klimaatscheidende constructie die de boven-
zijde van een gebouw vormt. Daken worden onderscheiden in
platte en hellende daken. De dakhelling is de hoek die het schuine
dakvlak vormt met het horizontale vlak en wordt uitgedrukt in
graden en/of procenten.
Dakhellingen
Indeling daken
Dakhelling in graden Benaming Dakhelling in %
<1 vlakke daken tot 1,5
1 tot 3 platte daken 1,5 tot 5
3 tot 15 flauw hellende daken 5 tot 27
15 tot 30 matig hellende daken 27 tot 57,5
30 tot 40 hellende daken 57,5 tot 84
vanaf 40 steile daken 84 en meer
Benamingen
1. nok
2. wang
3. langsschild
4. dakvoet
5. kilkeper
6. ventilatieopening
7. dakrand
8. dakdoorvoer
9. overstek
10. topgevel
11. dakdoorvoer
12. nok
13. dak/gevel aansluiting
14. onderschild
15. breuklijn
16. eindschild
17. bovenschild
18. dakraam
19. hoekkeper
schilddak mansarddak
12 ©NVM SOM
Dakafwerkingen
Dakpanvormen
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 343x242 mm
Latafstand ca. 305 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 202 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 16,2
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 361x256 mm
Latafstand ca. 292 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 218 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 15,7
14 ©NVM SOM
Opnieuw Verbeterde Holle (OVH 206)
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 372x268 mm
Latafstand ca. 312 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 206 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 15,6
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 371x263 mm
Latafstand ca. 306 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 201 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 16,3
Grote Romaanse
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 344x256 mm
Latafstand ca. 286 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 205 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 17
Kleine Romaanse
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 294x216 mm
Latafstand ca. 261 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 183 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 20,9
16 ©NVM SOM
Tuile du Nord Enkele Zijsluiting
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 281x214 mm
Latafstand ca. 229 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 189 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 23,1
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 332x244 mm
Latafstand ca. 257 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 206 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 18,9
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 287x224 mm
Latafstand ca. 236 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 199 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 21,3
Vlakke Mulden
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 411x243 mm
Latafstand ca. 343 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 202 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 14,4
18 ©NVM SOM
Holle Mulden
Maatvoering:
Afmeting dakpan (lxb) ca. 420x253 mm
Latafstand ca. 346 mm
Gemiddelde werkende breedte ca. 207 mm
Aantal per m2 (stuks) ca. 14
Gordingendak
Sporendak
Spantconstructies
Hangwerk
Hangspant
20 ©NVM SOM
“Hollands” spant
Bitumen
Eigenschappen
• onoplosbaar in water, goed waterdicht;
• weinig dampdoorlatend;
• viscositeit is afhankelijk van temperatuur en belasting,
visco-elastisch;
• sterk cohesief, de onderlinge samenhang is sterk;
• sterk adhesief, moleculen en andere stoffen worden sterk
aangetrokken;
• niet of zeer traag reagerend met andere stoffen;
• niet-toxisch;
• slecht bestand tegen UV-straling;
• oxidatie verloopt sneller bij hogere temperaturen en leidt tot
veroudering.
APP- en SBSdakbanen
APP
De APP-dakbanen zijn UV-bestendig en kunnen worden gelegd met
of zonder leislag.
De levensduur van het bitumen wordt verlengd door toevoeging
van APP en de flexibiliteit neemt toe.
APP dakbanen worden vaak gebruikt voor daken waar geen
beschermende ballastlaag op kan worden aangebracht of waar
esthetica niet van belang is.
SBS
SBS is een thermoplastisch kunstrubber, bij verhitting wordt het
materiaal vloeibaar, na afkoeling wordt het weer hard en heeft
het zijn elastische eigenschappen weer terug. Door toevoeging
van de SBS wordt de levensduur van het bitumen verlengd, is
het materiaal beter te verwerken bij lagere temperaturen en kan
het beter bewegingen in de ondergrond opnemen (elastisch).
De SBS-dakbanen zijn standaard voorzien van leislag of
beschermende ballastlaag.
Herkenning
“Duimproef”: wanneer bij SBS gemodificeerd bitumen de duim al
drukkend wordt rondgedraaid en de duim wordt weer losgelaten,
draait de ondergrond met leislag weer terug. APP gemodificeerd
bitumen kent dit verschijnsel niet.
Ballastlaag
Grind of tegels
Afschot
Platte daken dienen in bepaalde situaties voorzien te zijn van
nooduitlopen. Om afwatering en afvoer van verontreinigingen te
bevorderen wordt afschot gegeven aan een plat dak. De afvoeren
dienen periodiek gereinigd te worden om zo de kans op verstop-
pingen te beperken. Een verstopping kan leiden tot overbelasting
van de constructie wat kan leiden tot instorting van het dak.
Het afschot dient minimaal 15 mm/m te bedragen.
Mechanisch bevestigd
Volledig gekleefd
Partieel gekleefd
Ondergrond
houten delen x x
steenachtig monoliet x x
steenachtige dakplaat x x
houtwolcementplaat x x
houtspaanderplaat x x
multiplexplaat x x
niet gecacheerde polystyreen- x
schuimplaat
gecacheerde polystyreen- x x x
schuimplaat
polyurethaanschuimplaat x x
fenolschuimplaat x x
steenwolplaat x x
schuimglas x x
perlietplaat x x
gasbeton x x
Kunststof
Eigenschappen
• Heeft een soms grotere chemische bestendigheid dan
bitumineuze materialen;
• door een glad oppervlak goed schoon te houden;
• mogelijkheid van prefabriceren tot grote vellen, de arbeidstijd
op het dak wordt verkort;
• gunstige mechanische eigenschappen;
• bij verwerking is geen open vlam, brander of bitumenketel
nodig;
24 ©NVM SOM
• langere levensduur dan APP en SBS (circa 30 jaar);
• onderhoudsarm.
Elastomeren
• EPDM (etheenpropeendieenmethyleen).
• IIR (isobuteenisopreenrubber).
• CSM (gechloreerd gesulfoniseerd polyetheen).
• CR (polychloropreen rubber).
mechanisch bevestigd
thermisch gelast
geplakt met lijm
vloeistof gelast
gevulcaniseerd
kunststof
PVC x x x x x x
PIB x x x x x x
CPE x x x x x
EVA x x x x
PVF x
ECB x x x x x x
EPDM x x x x x x
IIR x
CSM x x
CR x
Warmdak
Een dak waarbij de onderconstructie aan de buitenzijde is voorzien
van een thermische isolatie, waarop de waterkerende
dakbedekking is aangebracht.
Omgekeerd dak
Een dak waarbij de onderconstructie is voorzien van een water-
kerende dakbedekking waarop zich de vochtbestendige thermische
isolatie bevindt. De isolatie dient met een ballastlaag tegen
opwaaien beschermd te worden.
Koud dak
Deze constructie wordt afgeraden. De isolatie bevindt zich onder de
draagconstructie en op de draagconstructie bevindt zich de water-
kerende laag. In de onderconstructie vindt veel temperatuurvariatie
plaats. Er is kans op condensatie.
26 ©NVM SOM
Veel verkomende problemen bij daken
Pannendaken
27
28
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Afwaaien van dakpannen. Onvoldoende bevestiging van de pannen, Conform NEN 6707 en NPR 6708 de pannen
waardoor bij turbulentie de pannen eraf waaien. verankeren of vervangen van holle pannen door
vlakke pannen (een holle pan heeft aan de onder-
zijde maar één nokje, waarmee hij achter de
panlatten gehaakt wordt en ligt daardoor minder
stabiel dan een vlakke pan die twee nokjes heeft).
Lekkages bij kilgoten. Goten zijn verstopt, geknipte pannen zijn verdwe- Goten reinigen, gaten in de goot repareren of
nen, goten zijn poreus. goot vervangen, verdwenen pannen weer aan-
brengen.
©SOM
Bitumineuze dakbedekking
29
30
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Craquelévorming in de toplaag. Door verwering van het bitumen, ontstaat in de De ondergrond goed reinigen, primeren en voor-
toplaag een patroon van scheurtjes. Doordat de zien van een nieuwe toplaag.
beschermlaag van leislag, grind of tegels, plaatse-
lijk of geheel verdwenen is, hebben de weers-
invloeden vrij spel. Als het craquelé de inlage
bereikt, is onderhoud noodzakelijk.
Scheurvorming in de loodstroken. Door toepassing van te lange lengten ontstaan Scheurvorming plaatselijk herstellen met zelf-
spanningen in het lood die tot scheurvorming klevend loodband of het lood geheel voorzien
leiden, het gevolg is lekkages bij de gevelaan- van een polyester coating met drager of het lood
sluiting. geheel vervangen.
Scheurvorming t.p.v. de stuiknaad van de Door temperatuurswisselingen en een verkeerd Ter plaatse van de stuiknaden een los stukje dak-
daktrimprofielen. aangebrachte bevestiging van de randstrook kan bedekking aanbrengen en daarover een nieuwe
de randstrook de werking van de daktrim niet randstrook aanbrengen.
volgen waardoor scheurvorming ontstaat.
Ballastlaag plaatselijk verdwenen. Door windbelasting is ter plaatse van de dakran- Het grind moet opnieuw verdeeld worden, indien
den het grind weggewaaid, indien de onderlig- de korrelsamenstelling te gering is dan t.p.v. de
gende dakbedekking niet UV bestendig is kan randen betontegels op tegeldragers aanbrengen.
©NVM SOM
plaatselijk craquelé ontstaan. Sterk aangetaste dakbedekking dient gecorrigeerd
te worden.
Ballastlaag sterk vervuild. Door het niet uitvoeren van reinigend onderhoud Periodiek dient het dak waar nodig gereinigd te
ontstaat tussen het grind onkruidgroei, die worden, zodat de afvoeren niet verstopt raken.
mogelijk de dakbedekking kunnen beschadigen.
Langdurig water op het dak versnelt de onkruid-
groei.
Losliggende randstroken. Door spanningen in de dakbedekking is de rand- De randstrook dient opnieuw te worden aan-
strook losgetrokken. gebracht, tevens dient kimfixatie te worden
toegepast.
31
32
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Krimp van PVC dakbanen. Door uittreden van weekmakers, door contact met Voorkom dat bitumen, XPS of EPS isolatie in
bitumen, XPS of EPS isolatie, krimpt en verhardt contact kan komen met PVC dakbedekkingen.
de dakbaan, waardoor schade kan ontstaan aan Periodiek reinigen van het dakvlak voorkomt
de dakbedekking. Ook micro organismen hebben negatieve invloed van micro organismen.
een negatieve invloed op de dakbedekking.
Strak gespannen dakbanen t.p.v. de dakrand. Door krimp van de dakbanen. Nieuwe randstrook aanbrengen, nadat kimfixatie
van de randstrook is aangebracht.
Vochtlekkages via overlappen. Door uitvoeringsfout of spanningen in de dak- Over de zwakke overlap een nieuwe strook aan-
banen zijn overlappen onthecht. brengen.
Scheurvorming. Door migratie van de weekmakers in combinatie Over de scheur een nieuwe strook aanbrengen.
met spanningen kan scheurvorming in de dak-
bedekking ontstaan.
Ballastlaag plaatselijk verdwenen. Door windbelasting is ter plaatse van de dakran- Het grind moet opnieuw verdeeld worden, indien
den het grind weggewaaid. de korrelsamenstelling te gering is dan t.p.v. de
randen betontegels op tegeldragers aanbrengen.
Ballastlaag sterk vervuilt. Door het niet uitvoeren van reinigend onderhoud Periodiek dient het dak waar nodig gereinigd te
kunnen micro organismen weekmakermigratie worden, zodat afvoeren niet verstopt raken.
©NVM SOM
veroorzaken. Sterk verontreinigd grind dient vervangen of
gereinigd te worden.
Plaatvormige bedekkingen
Riet
©NVM SOM
Mosvorming tussen de rietstengels. Langdurig vochtig blijven van het rieten dak, Mosvorming dient verwijderd te worden door
waardoor mosvorming versneld optreedt. kammen anders verkort de levensduur en kunnen
op den duur lekkages optreden.
Dakkapellen en lichtstraten
35
36
Goten en hemelwaterafvoeren
Isolatievoorzieningen
©NVM SOM
bedekking wordt opgedrukt. van blaasmiddel in combinatie met temperaturen
krimpt de plaat ongelijkmatig.
Lekkages in het plafond van de dakconstructie Door het ontbreken van de dampremmende laag Aanbrengen van een dampremmende laag tussen
(type koud dak). treedt oppervlaktecondensatie op tegen het dak- het plafond en de isolatie.
beschot doordat geventileerd wordt met koude
lucht boven de isolatie.
Juiste diameter:
Wordt bepaald in functie van gebruikte brandstof, aantal aange-
sloten toestellen, warmtevermogen van toestellen en hoogte van
schoorsteen.
Indien te klein: te weinig onderdruk, schoorsteen trekt niet met
terugslag van rookgassen als gevolg.
Indien te groot: te felle afkoeling van verbrandingsgassen wat kan
resulteren in condensatie.
Vegen
De schoorsteen dient ieder jaar geveegd te worden in verband met
de brandverzekering. De schoorsteenveger dient na
werkzaamheden een certificaat te overhandigen.
38 ©NVM SOM
Gevels
Metselwerk
Steenformaten
Metselverbanden
Halfsteensverband
Minimaal hakwerk en gering mortelverbruik. Bij een uniforme
stootvoegdikte dienen de strekken van gelijke lengte te zijn.
Lopend klezorenverband
Iets meer hakwerk dan bij halfsteensverband. Ook hier vereist een
regelmatig verband gelijke streklengten.
Staand verband
Bij steense muren bestaat _ van de benodigde stenen uit
vóórwerkers. De kop-strek-verhouding is hier van belang.
De strekkenlagen liggen niet verspringend van elkaar.
Kruisverband
Ook hier bestaat _ van de stenen uit vóórwerkers. De stenen in de
strekkenlagen liggen een kop verspringend t.o.v. staand verband.
Betreffende de kop-strek-verhouding geldt hetzelfde als bij staand
verband.
40 ©NVM SOM
Vlaams verband
Bij steense muren bedraagt het aantal vóórwerkers nog slechts 2/3.
Voegvormen
Platvol/gladde voeg
Geeft een strak uiterlijk.
Goede afdichting mogelijk.
Gesneden voeg
Dankzij het gebruik van een mesje krijgt de voeg een strak uiterlijk.
Holle voeg
Wordt vrij weinig toegepast en geeft een licht schaduweffect.
Wordt aangebracht met een “bolle” voegspijker (of voegspijker
met daarop een stukje rubberslang geschoven).
42 ©NVM SOM
Schaduwvoeg
Omdat het vlak achterover helt, is deze voeg minder duurzaam.
De kans op vervuiling van de gevel wordt groter. Het aanbrengen
van de voeg eist bedrevenheid (moeilijke overgangen van de stoot-
op de lintvoegen).
Verdiepte voeg
Geeft duidelijke schaduwwerking. Na het metselen moet diep
worden uitgekrabd. Vervuiling van de gevel kan iets sneller
optreden omdat vuil meer “grip” heeft op de gevel. De voeg is
beter beschermd tegen weersinvloeden. Een goede duurzaamheid
is het gevolg.
44 ©NVM SOM
Dilataties in de gevel
Bouwfysische dilatatie:
Dilatatie waarvan de toepassing op basis van het bouwfysische
gedrag van de diverse materialen noodzakelijk is. Voorbeelden
van bouwfysisch gedrag zijn krimp en uitzetting onder invloed van
temperatuur of vocht en kruip. Deze dilataties moeten over het
gehele gevelvlak worden aangebracht.
Verticaal
Temperatuurverschillen en verschillen in uitzettingscoëfficiënten
leiden tot toename van spanningen in de gevel. De spanningen
ontstaan omdat vervormingen worden verhinderd.
Afstanden:
De dilataties niet verder dan 12 m uit elkaar plaatsen, voor gevels
op het noorden geldt een maximum van 14 m.
Bij wanden die slechts 1 bouwlaag hoog zijn kan het noodzakelijk
zijn de dilataties dichter bij elkaar te plaatsen dan 12 m.
Uitvoering:
Open voeg met een wijdte van 5 mm, volledig vrij van specie-
baarden. Voor gebouwen hoger dan 15 m wordt geadviseerd de
dilataties van 10 mm te voorzien van een dichting met compri-
meerbaar elastisch band.
Horizontaal
Vanwege de koppeling van het buitenblad met de binnenconstruc-
tie is het noodzakelijk het buitenblad op bepaalde hoogten te
dilateren onder de opvangconstructie van hoger gelegen delen.
Afstanden:
Maximale afstand tussen de dilataties is tweemaal de gebruikelijke
hoogte van een bouwlaag.
Uitvoering:
Uit esthetisch oogpunt: de standaard voegwijdte. De blijvende vrije
ruimte onder de geveldrager moet minimaal 5 mm zijn.
Bouwtechnische dilataties:
Zijn nodig vanwege de bouwtechnische oplossingen in de gevel.
Door het wijzigen van de detaillering van de gevel kunnen in som-
mige gevallen bouwtechnische dilataties achterwege blijven.
Vaak is het voldoende een klein deel van de gevel los te maken van
het geheel.
Uitvoering:
Open voeg met een wijdte van 5 mm.
Hang- en sluitwerk
Het hang- en sluitwerk van een raam of deur bepaalt de
draairichting. De meest voorkomende ramen zijn:
46 ©NVM SOM
Veel verkomende problemen in de gevel
Gevelmetselwerk
47
48
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Zanderige voegafwerking. Het voegwerk is verbrand, te snel gedroogd, Het slechte voegwerk verwijderen en nieuw voeg-
waardoor geen goede verharding van het voeg- werk, afgestemd op het metselwerk, aanbrengen.
werk is ontstaan. Indien het voegwerk plaatselijk wordt gerepareerd
zal dit door kleurverschil en andere mortelsamen-
stelling altijd zichtbaar blijven.
Scheurvorming door corroderend staal. In gemetselde staalconstructie is onvoldoende De corroderende onderdelen vrijmaken, de
voorbehandeld en corrodeert waardoor het corroderende onderdelen vervangen of goed
in volume toeneemt. Voorbeelden zijn stalen nabehandelen en het metselwerk herstellen.
lateiconstructies en kozijnankers.
Gevelbeplating
©NVM SOM
Corroderende metalen beplatingen, waardoor Door condensatie tegen de beplating en te weinig Achter gevelbeplating dient altijd enige ventilatie
gaten in de beplating ontstaan. of geen ventilatie corrodeert de beplating. aanwezig te zijn, zodat het aanwezige vocht kan
worden afgevoerd. Nieuwe beplating aanbrengen
op regelwerk.
Delamineren van houten gevelpanelen. Door slecht onderhouden schilderwerk heeft Nieuwe beplating aanbrengen in exterieur kwa-
vocht in de beplating de onderlinge hechting aan- liteit en vooral de kopkanten goed behandelen.
getast, waardoor de toplaag loskomt.
Kozijnen
49
50
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Slecht sluitende ramen of deuren. Hang- en sluitwerk zijn versleten. Nieuw hang- en sluitwerk aanbrengen en het
Door schilderwerken is de omtrekspeling te raam of deur pas schaven. Omtrekspeling
gering waardoor het raam klemt. corrigeren en het geheel schilderen.
Uitlogen van stoffen uit merbau. Het aanwezige verfsysteem sluit niet voldoende Naden en kieren goed voorbehandelen en een
het hout af. Het vocht komt in het hout en de dampdicht verfsysteem aanbrengen.
stoffen treden uit.
Glas
©NVM SOM
buitenruit van dezelfde dikte. niet gelijk van dikte zijn.
Materialen
Natuursteen
Gneis:
Eigenschappen:
Gelaagde structuur, soms iets poreus, zeer hard en dicht, slijtvast
en goed polijstbaar.
Toepassingen:
Gevels, wanden en trappen.
Soorten:
Lila Gerias, Verde Maritaca, Juparana, Paradiso, Serizzo Antigorio
Juparana Paradiso
Serizzo Antigorio
52 ©NVM SOM
Anröchter Grünstein Bentheimer
Marmer:
Eigenschappen:
Goed te bewerken en te polijsten.
Toepassingen:
Vloeren, gevels en trappen, binnen en buiten.
Soorten:
Ajax, Astir, Arabescato, Bianco Carrara, Rosé Aurora, Trigaches
Ajax Astir
Solnhofer Kotahstone
Serpentino
Graniet:
Eigenschappen:
Zichtbare kristallen en glimmers, zeer hard, dicht, slijtvast en goed
polijstbaar.
Toepassingen:
Onderbouw voor bruggen, vloeren, gevels en trappen.
Soorten:
Labrador Licht, Belfast Black, Balmoral, Rosa Porrinho, Bethel
White, Baltic Brown, Rosa Limbara, Bianco Sardo, Impala
54 ©NVM SOM
Labrador Licht Belfast Black
Impala
Alta Kwartsiet
Basalt Lava
Eigenschappen:
Poreuze structuur en een stroef oppervlak.
Toepassingen:
Vloeren en gevels.
Basalt Lava
Ettringer tuf
Eigenschappen:
Wisselende en korrelige structuur, zacht goed te bewerken, niet
polijstbaar.
Toepassingen:
Restauratiewerk, vervanger van zandsteen.
Ettringer Tuf
56 ©NVM SOM
Hout
Houtsoorten
De meest gebruikte houtsoorten in de woningbouw en hun eigen-
schappen zijn hierna weergegeven.
Vuren
Eigenschappen:
Naaldhout, fijn tot matig grove nerf, makkelijk bewerkbaar, moeilijk
te verduurzamen.
Toepassingen:
Constructieve toepassingen, kozijnen, ramen, deuren, balkhout,
trappen, vloeren, (goedkope) meubels.
Dennen
Eigenschappen:
Naaldhout, fijne nerf, makkelijk bewerkbaar, redelijk te verduur-
zamen.
Toepassingen:
Bij constructieve toepassingen en voor emballagedoeleinden.
Ceder
Eigenschappen:
Naaldhout, matig fijn tot grove nerf, makkelijk bewerkbaar, zeer
moeilijk te verduurzamen, insektwerende eigenschappen.
Toepassingen:
Lichte binnen- en buitenconstructies, meubels.
Redwood
Eigenschappen:
Naaldhout, fijne nerf, redelijk makkelijk bewerkbaar, moeilijk te
verduurzamen.
Toepassingen:
Lichte duurzame binnen- en buitenconstructies, kozijnen, ramen,
gevelbekleding, betimmeringen, hekken, poorten, pergola’s,
tuinmeubilair.
58 ©NVM SOM
Hemlock
Eigenschappen:
Naaldhout, matig fijne nerf, redelijk bewerkbaar, moeilijk te
verduurzamen.
Toepassingen:
Kozijnen, trappenbetimmeringen, carrosserievloeren.
Parana pine
Eigenschappen:
Naaldhout, fijne nerf, makkelijk bewerkbaar, redelijk te
verduurzamen.
Toepassingen:
Sponningschroten voor betimmeringen.
Beuken
Eigenschappen:
Loofhout, fijne gelijkmatige nerf, makkelijk bewerkbaar, makkelijk
te verduurzamen behalve met rode kern.
Toepassingen:
Trapleuningen, trappen, dekvloeren.
Eiken (Europees)
Eigenschappen:
Loofhout, matig grof tot grove nerf, makkelijk bewerkbaar, zeer
moeilijk te verduurzamen.
Toepassingen:
Constructies, kozijnen, ramen, deuren, parket, leuningen.
Teak
Eigenschappen:
Loofhout, matig grof tot grove nerf, makkelijk bewerkbaar, zeer
moeilijk te verduurzamen.
Toepassingen:
Kozijnen, puien, ramen, deuren, gevelbetimmeringen, meubels,
trappen, parket, aanrechtbladen, draaiwerk.
60 ©NVM SOM
Meranti, rode
Eigenschappen:
Loofhout, matig grove nerf, makkelijk bewerkbaar, moeilijk te
verduurzamen.
Toepassingen:
Zeer veel in onder meer dragende constructies, kozijnen, trappen,
vloeren, (goedkope) meubels.
Merbau
Eigenschappen:
Loofhout, fijn tot matige grove nerf, goed bewerkbaar, moeilijk tot
zeer moeilijk te verduurzamen.
Toepassingen:
Binnen- en buitentimmerwerk, kozijnen, ramen, deuren,
betimmeringen, plinten, trappen.
Mahonie, Swietenia
Eigenschappen:
Loofhout, matig fijne nerf, makkelijk bewerkbaar, moeilijk te
verduurzamen.
Toepassingen:
Meubels, fijn timmerwerk, betimmeringen, grepen.
62 ©NVM SOM
Metalen
Lood
Loodslabben
Loodloketten
Voetlood
Looddikten
NHL nummer 15 18 20 25 30 35 40
Gewicht per m2 15 kg 18 kg 20 kg 25 kg 30 kg 35 kg 40 kg
Loodtoepassingen
NHL nummer 18 20 25 30 35 40
voeglood, stellood en + ++
kozijnlood
loketten * O + ++
slabben in fundering en * O + ++
B.G. balklagen
vlakke toepassing in * O + ++
kleine stukken
dakbedekkingen, * O + ++
koppen in muren
eindgevels
gevelbekleding * O + ++
* licht:
Beperkte kwaliteitseisen bij simpele constructie; gunstige
atmosferische omstandigheden; niet in de zon.
O eenvoudig:
Redelijke kwaliteitseisen bij eenvoudige constructie; redelijk goede
atmosferische omstandigheden; zeer beperkte bezonning van
kleine stukken.
+ normaal:
Gemiddelde kwaliteitseisen; normale atmosferische
omstandigheden; normale constructie; bezonde vlakken.
++ zwaar:
Hoge eisen van duurzaamheid; ongunstige atmosferische
omstandigheden; ingewikkelde toepassingen; grote naar de zon
gekeerde vlakken.
Milieu
• Bladlood overleeft het gebouw.
• Bladlood kan 100% uit recycling worden vervaardigd.
• Bladlood is steeds voor 100% te recyclen.
• Met patineerolie worden strepen op de ondergrond voorkomen.
64 ©NVM SOM
Zink
Platen in bladzink worden geleverd in dikten van 0,3 tot 1,10 mm.
De afmetingen van de platen zijn 1000 mm breed en 2000 tot 3000
mm lang.
De dikte wordt vaak nog aangeduid in nummers, maar het is beter
de diktemaat aan te gegeven.
Nr. 12 = 0,65 mm (afvoerpijpen)
Nr. 14 = 0,80 mm (goten)
Nr. 16 = 1,10 mm (goten en dakbedekkingen)
De dikte 1,10 mm heeft zeker bij renovaties van monumentale
panden de voorkeur (deukt minder snel in, denk aan de kraalrand).
Pas op met het aanbrengen van een isolatie direct onder de zinken
dakbedekking. Dit moet altijd kunnen ventileren anders tast het
zink zeer snel aan.
Corrosie
• Zink
• Zuiver aluminium
• Cadmium
• Koperhoudend aluminium
• Staal
• Gietijzer
• Actief chroomstaal
• Actief roestvast staal
• Lood
• Tin
• Messing
• Koper
• Passief chroomstaal
• Passief roestvast staal
• Zilver
• Goud
• Platina
verzinkt staal
aluminium
koper
staal
lood
RVS
Basis- oppervlakte
zink
metaal verhouding
zink klein G S S S S S
groot G G G G G G
verzinkt klein G M S S S S
staal groot G G G G G G
aluminium klein G G S S S S
groot G M G G G G
staal klein G G G S S S
groot G G G G G G
lood klein G G G G G
groot G G G G G
koper klein G G G G M
groot G G G G G G
RVS klein G G G G
groot G M G G M
66 ©NVM SOM
Kenmerken Alkydharsverf Watergedragen Watergedragen Watergedragen Watergedragen
acrylaatverf hybrideverf polyurethandis- alkydemulsieverf
persieverf
Blocking. nee soms nee vrijwel niet vrijwel niet
Verf
Buitenduurzaamheid. min. 5 jaar min. 5 jaar min. 5 jaar min. 5 jaar 5 jaar
Droogsnelheid. goed zeer goed zeer goed zeer goed zeer goed
Elasticiteit. matig/goed zeer goed goed/zeer goed goed/zeer goed matig/goed
Geur. sterk geurarm geurarm geurarm geurarm
Gevoelig voor hout- nee ja gering ja gering
inhoudstoffen.
Verfsystemen
polysulfidekit.
Verwerkings- min. 0° C min. 7° C min. 7° C min. 7° C min. 7° C
temperatuur.
Vloeiing. zeer goed matig matig goed goed
Vorstvrij bewaren nee ja ja ja ja
Alkydharsverven bevatten relatief veel oplosmiddel dat een
noodzakelijk.
Oplosmiddelgehalte. tot 50 % 2-10% 1-5% 3-9% 3-7%
belasting vormt voor mens en milieu. Daarom zijn er producten
67
baarheid.
68
Veel voorkomende problemen bij verf
Schilderwerk wordt in sommige gevallen ontsierd door gebreken die al dan niet direct na de behandeling zichtbaar zijn. Gebreken worden vaak veroorzaakt
door een combinatie van factoren. Afhankelijk van de situatie zijn meer oplossingen mogelijk. Onderstaande tabel is een overzicht van de meest voorkomende
en herkenbare gebreken, met waarschijnlijke oorzaak en mogelijke oplossing.
©NVM SOM
grond.
Afpoederen • Normaal voorkomend verouderings- • Op het oppervlak aanwezig poeder
Het verfsysteem vertoond een poederend opper- verschijnsel. verwijderen.
vlak. • Product onvoldoende buitenduurzaam. • Ondergrond reinigen en een nieuwe toplaag
• Producteigenschap (hoog vulstof c.q. pigment- aanbrengen.
gehalte; op basis van epoxyhars)
Afschilferen • Niet goed gereinigd/ontvet. • Oude niet intacte verflagen verwijderen.
Loslaten van de verffilm van de ondergrond of de • Foutief systeem. • Na een juiste voorbehandeling een nieuw
onderliggende verflaag. • Onvoldoende geschuurd. systeem aanbrengen.
• Te hoog vochtgehalte van de ondergrond.
• Condens op de ondergrond bij de uitvoering
van het schilderwerk.
• Loslatende cementhuid bij beton.
• Toepassing over verweerd hout.
69
70
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Barstvorming • Inwendige spanningen in het verfsysteem. • Oude niet intacte verflagen verwijderen.
Het verfsysteem vertoont barsten die in com- • Vervorming van de ondergrond. • Na een juiste voorbehandeling een nieuw
binatie met verlies van hechting tot afbladderen • Foutief systeem. systeem aanbrengen.
kunnen leiden. • Verscheidene lagen toegepast die onvoldoende
op elkaar zijn afgestemd.
• Te geringe elasticiteit van de toegepaste verf.
• Scheurvorming vanuit de ondergrond.
• Overmatige zuigkracht van de ondergrond door
een onjuiste (voor-) behandeling.
• Verfsysteem aangebracht op een te vochtige
ondergrond.
Blaarvorming • Vocht of gasvorming. • Oude niet intacte verflagen verwijderen.
Grote en kleine blaren, mogelijk alleen in de • Foutief systeem b.v. een toplaag met een snelle • Na een juiste voorbehandeling een nieuw
toplagen van het systeem of vanaf de onder- droging waarbij het opgesloten oplosmiddel systeem aanbrengen.
grond. Voornamelijk plaatselijk loslaten van de blaasjes veroorzaakt.
verffilm. • Onvoldoende draagkrachtige ondergrond met
te weinig samenhang.
©NVM SOM
Bloeden • Toegepaste pigmenten, teer of bitumenachtige • Een passende isolatielaag aanbrengen of oude
Het doorslaan c.q. doorbloeden van bestanddelen producten in een eerder uitgevoerd systeem. verflagen volledig verwijderen, inclusief de
uit de ondergrond of bestaande verflagen. • Roet doorslag. bloedende stoffen.
• Bloedende houtsoorten waaronder Merbau. • Vervolgens een nieuw verfsysteem aan-
brengen.
Craquelévorming • Foutief systeem toegepast. • Alle niet intacte verflagen verwijderen en een
• Te dikke lagen per arbeidsgang. nieuw, meer passend systeem aanbrengen.
• Dispersieverven bij te lage temperatuur en/of
te hoge relatieve luchtvochtigheid.
Dekking onvoldoende • Te groot contrast tussen grond- en afwerkkleur. • Het geheel afschilderen met een goede
Het onvoldoende maskeren van de ondergrond- • Te geringe laagdikte, o.a. op scherpe kanten en kwaliteit verf.
kleur (transparant effect). profileringen. • Bij slecht dekkende kleuren de juiste grond-
• Eigenschap van de kleur b.v. rood en geel. kleur toepassen.
71
72
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Kraters • Meestal siliconen of wasverontreiniging. • Ondergrond reinigen.
Plekjes waar de verf wordt verdrongen. • Onvoldoende gereinigde ondergrond. • Hierna schilderen met een dekverf.
• Grofporig hout. • Grofporig hout voorbehandelen met een goed
vullende grondverf.
Bron: Verftechnisch vademecum, Sikkens
©NVM SOM
Kitten
Indeling kitsoorten
1. Verhardende kitten
Bij aanbrengen is de kit plastisch maar na enige tijd verhard de kit
en is dan niet meer vervormbaar.
B.v. stopverf.
2. Plastische kitten
De kit is vervormbaar maar komt na belasting niet terug in de
oorspronkelijke vorm.
B.v. butyleenkit.
3. Plastisch-elastische kitten
Ook wel halfelastisch genoemd. Deze kitten komen na vervorming
gedeeltelijk in oorspronkelijke vorm terug.
B.v. akrylaatkit.
4. Elastische kitten
De kit keert na vervorming in de oorspronkelijke vorm terug.
B.v. siliconenkit.
Toepassingen:
Montagekitten
Gebruikt bij directe verlijming van:
• Vloer en wandplaten.
• Schrootjes.
• Vloerplinten.
• Vensterbanken.
• Dorpels.
PUR-schuim
- Niet elastisch.
- Niet buiten toepasbaar.
- Zacht- en hardschuim.
74 ©NVM SOM
Asbest
Hechtgebonden asbest:
asbestmaterialen waarin de vezels stevig in een dragermateriaal
verankerd zitten. B.v. asbestcement golfplaten.
Losgebonden asbest:
asbesthoudende materialen waarin de vezels niet of nauwelijks aan
een dragermateriaal zijn gebonden. B.v. spuitasbest.
Gevaar
Blauw asbest geldt als meest gevaarlijk, gevolgd door bruin asbest.
Wit asbest wordt gezien als minst gevaarlijk.
Aanbieden afval
Het afval dient volgens de regels van de gemeentelijke afvalstort te
worden aangeboden.
Herkenning
Alleen in een laboratorium kan met zekerheid worden vastgesteld
of een materiaal of product asbest bevat. De volgende tabel geeft
een overzicht van de meest toegepaste asbesthoudende producten
in en om het huis. Dit overzicht is niet volledig.
76 ©NVM SOM
De meest toegepaste asbesthoudende producten in en om het huis
Hechtgebonden
Product Waar aan te treffen Uiterlijk Soort Mate waarin toegepast
Asbestcement, vlakke plaat Gevels, dakbeschot, rondom schoor- Grijze plaat 3 mm tot 8 mm dik, met Chrysotiel, soms crocidoliet Vaak
Asbestcement, vlakke gevelplaat met Decoratieve buitengevels, galerij Als vlakke plaat, aan één kant gekleurd Chrysotiel Vrij algemeen in flats
Asbestcement, schoorsteen of Bij kachel of c.v. -installatie, ventilatie- Rond of vierkant kanaal, verder als Chrysotiel Vaak
Asbestcement, bloembak Zowel buiten als binnen, balkons In diverse vormen, verder als vlakke Chrysotiel/crocidoliet Vaak
bak
Asbestcement, golfplaat Daken vanschuren en garages Als golfplaat in diverse diktes Chrysotiel, soms crocidoliet Vaak
Asbestcement, dakleien Imitatieleien Vlakke plaatjes, aan een zijdde gecoat Chrysotiel In Nederland weinig toegepast
Asbestcement, standleiding Afvoer toilet Als luchtkanaal, maar dikker Chrysotiel Vaak
Asbestcement, imitatiemarmer Vensterbanken en schoorsteenmantels Als marmer, in breuk- of zaagvlakken Chrysotiel Soms
77
78
Harde asbesthoudende vinyltegels Toiletten, keukens Harde tegel, meestal wit bevlamd, Chrysotiel Soms, meestal aangebracht bij bouw
Niet-hechtgebonden
Product Waar aan te treffen Uiterlijk Soort Mate waarin toegepast
Afdichtkoord Afdichting schoorstenen, kachelruitjes, Wit tot vuilgrijs pluizig koord Chrysotiel Regelmatig
en allesbranders
Asbesthoudend stucwerk Op (vochtige) muren en plafonds Vezelige korrelstructuur Amosiet, crocidoliet of chrysotiel Nauwelijks
Brandwerend board Onder c.v. -ketes, wanden c.v. -kast, Lichtbruin tot geel, zachtboardachtig Amosiet Regelmatig, vooral in flats en grotere
‘Asbestplaatje’ Vlamverdeler Grijs, kartonachtig in metalen frame Chrysotiel Wordt soms nog in keukens
aangetroffen
Vinylzeil met asbesthoudende onder- Keukens, trappen enz., geproduceerd Zeer divers, alleen te herkennen door Chrysotiel Zeer vaak
©NVM SOM
laag voor 1980 analyse onderlaag
Vermeerdering legionellabacteriën
Ziekte
Beheersmaatregelen
80 ©NVM SOM
Veiligheidspictogrammen
nooduitgang links
nooduitgang rechts
uitgang rechtdoor
82 ©NVM SOM
Bouwbesluit 2003
Vervallen voorschriften
Het betreft de voorschriften voor aansluitingen voor radio, tv en
telefoon, bergruimte en buitenruimte, opstelplaats voor
wasapparatuur, verplaatsing en vervorming. Voorts is besloten de
voorschriften voor de minimale maatvoering voor verblijfsruimten
van woningen te vereenvoudigen.
Aanpassing voorschriften
Voor de woningnieuwbouw zijn de voorschriften voor
brandwerende deuren vervangen door het voorschrijven van een
op het elektriciteitsnet aangesloten niet-ioniserende rookmelder.
Een trap heeft afmetingen die voldoen aan kolom A van tabel
“Voorgeschreven afmeting van een trap van een woonfunctie”.
Echter:
Een trap, bestemd voor het ontsluiten van een woonfunctie met
een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m2, heeft afmetingen
die moeten voldoen aan kolom B.
Veiligheid
Voorbeelden
Technisch alarm: Automatische alarmering bij waterlekken.
Signalering en alarmering van gevaar
voor brand of gas.
Automatische hulpdiensten (brandweer,
politie e.d.) alarmeren.
Automatische alarmering bij spannings-
onderbreking.
Mensen in huis worden onmiddellijk
gewaarschuwd.
Diefstal en inbraak: Automatisch inbraak melden bij veilig-
heidsdiensten. Vermijden van schade.
Medisch alarm: Tijdig gespecialiseerde hulp.
Zelfstandigheid van ouderen of minder
valide mensen verhogen.
Persoonsalarmering is vooral zinvol
wanneer de risico’s om alleen te wonen
groot worden. Als er dan een ongeluk
gebeurt, waarbij men zich niet meer of
moeilijk kan bewegen en er geen contact
kan worden gelegd met buren of familie,
is dit vangnet nodig.
Aanwezigheidssimulatie: Activeren verlichting op willekeurige en
verschillende momenten.
Activeren van jaloezieën of rolluiken
naar gelang de hoeveelheid zonlicht of
moment van de dag.
Ongevallen preventie: Alle kookapparatuur uit na een ingestel-
de tijd. Een bewaakt kooktoestel is voor
velen overbodig, maar bij vergeetachtig-
heid voorkomt het ongelukken.
Verlichting gaat automatisch aan wan-
neer men ‘s nachts het bed uitgaat of
een donkere ruimte betreedt.
Comfort
Specifieke voorbeelden
Airconditioning en Voor iedere kamer afzonderlijke tempera-
verwarming: tuurregeling. Instelling airconditioning
en verwarming afhankelijk van seizoen
en buitentemperatuur.
Communicatie
Voorbeelden
Audio- en videodistributie: Het automatisch op tv-beeld verschijnen
van de persoon die aanbelt.
Het automatisch zacht zetten van geluids-
apparatuur, zodra de telefoon gaat of
wanneer er wordt aangebeld.
Informatie
Voorbeelden
Beheer op afstand: Met behulp van een telefoonmodule
aangesloten op een domoticasysteem
kan men de verlichting, verwarming,
elektrische huishoudapparaten van op
afstand sturen.
Op elk moment de staat van de woning
controleren. Onmiddellijk op de hoogte
worden gebracht van elk alarm dat zich
in de woning voordoet.
Telematicanetwerken: Tele-office (thuiswerken).
Teleshoppen.
Telebankieren.
Voorbeelden
Nachttarief: Lagere kosten voor verwarming en warm
water.
Lagere kosten voor gebruik was- en
vaatmachine.
Besparing elektriciteitsrekening.
Verwarming en verlichting: Automatisch lichten doven en
verwarming lager bij langdurige
afwezigheid in de kamer. Verlaging
stroomgebruik.
Registratie gegevens: Energieverbruik.
Temperatuur in de verschillende kamers.
Telefoonverbruik.
Staat van het alarmsysteem.
Technische problemen en hun oorzaak.
88 ©NVM SOM
Voorrangsschakelaars: Voorkomen van stroomonderbreking
door een overbelast elektriciteitsnet.
Voorkomen van overbelasting van de
installatie door toestellen met een lage
prioriteit uit te schakelen.
Installaties
Elektra
In de elektrische
installatie worden vier kleuren draad gebruikt:
• BRUIN - Aanvoerdraad (fase).
• BLAUW - Afvoerdraad (nulleiding).
• ZWART - Schakeldraad (na schakelaars en tussen
schakelaar en lamp).
• GEEL/GROEN -Aarddraad.
Koelinstallatie
• Splitunit
Splitunit: Een splitunit bestaat uit een binnen- en
een buitenunit met daartussen leidingen.
De buitenunit zorgt ervoor dat de aan de
binnenlucht onttrokken warmte wordt
afgegeven aan de buitenlucht. De binnenunit
koelt vervolgens de lucht in het vertrek.
Multi-splitunit: Meerdere vertrekken worden voorzien van
een binnenunit. Al deze binnenunits worden
aangesloten op één buitenunit. Iedere
binnenunit blijft apart regelbaar.
Installatie categorie
300-1000 kg koudemiddel
100-200 kg koudemiddel
200-300 kg koudemiddel
50-100 kg koudemiddel
90 ©NVM SOM
Installatie categorie
300-1000 kg koudemiddel
100-200 kg koudemiddel
200-300 kg koudemiddel
50-100 kg koudemiddel
Verwarmingstoestellen
• Luchtverwarming:
Hiervoor worden een aantal roosters in muren of vloeren
geplaatst. Lucht wordt verhit en via de kanalen en roosters de
in vertrekken geblazen. Ideaal als hoofdverwarming, een goede
isolatie van de woning is essentieel.
• Vloerverwarming als hoofd- of bijverwarming:
Er wordt een buizenstelsel in de afwerkvloer aangebracht.
• Wandverwarming als bijverwarming:
Er wordt een buizenstelsel in de wanden aangebracht.
Collectieve systemen:
Meerdere woningen worden van warmte voorzien vanuit een
centrale warmtebron:
• Blok- of wijkverwarming door middel van een centraal
opgestelde ketel of een centraal opgesteld ketelhuis, vanuit
een stookruimte wordt de warmte via leidingen naar de
diverse wooneenheden gebracht.
Toestellen
Geiser
Voor de bereiding van warm tapwater.
Wanneer de kraan wordt opengedraaid stroomt water door het
toestel en wordt d.m.v. een warmtewisselaar (elektrisch of aardgas
gestookt) verwarmd tot 60oC.
Boiler
Hierin wordt water op temperatuur in voorraad gehouden tussen
60°C en 80°C. Wanneer een kraan wordt opengedraaid stroomt
warm water uit de kraan en koud water de boiler in.
Ketel
Deze installatie wordt gebruikt voor de verwarming van de woning.
Combiketel
Eén brander zorgt voor zowel de bereiding van warm tapwater als
voor het stoken van de centrale verwarming. Er wordt zo ruimte
bespaard en het scheelt in energieverbruik. De watercircuits zijn
echter gescheiden. De combiketel is te herkennen aan de vier
aangesloten waterleidingen onder aan de ketel tegenover twee
aangesloten waterleidingen onder aan de ketel bij een niet-
combiketel.
92 ©NVM SOM
Meterkast
“Richtlijnen voor meterkasten in laagbouwwoningen” en
“Richtlijnen voor meterkasten in hoogbouwwoningen” zijn
op te vragen bij de lokale energieleverancier.
Gaskeur
94 ©NVM SOM
Gaskeur SV (Schoneere Verbanding)
1. Natuurlijke ventilatie.
De toevoer van verse lucht via met de hand regelbare
ventilatieroosters. De afvoer van vocht en vervuilde lucht vanuit
keuken, badkamer en wc’s gebeurt via afsluitbare roosters in een
schoorsteen of een verticaal ventilatiekanaal. Doorvoeropeningen
in of onder de deuren om een luchtcirculatie door de woning te
garanderen.
Algemeen
Hier volgen enkele aandachtspunten die bij het ontwerp van een
woning of aanpassing van belang kunnen zijn. Meestal gaat het om
sterk individueel gerichte voorzieningen.
Drempels
Als waterkering bij de voordeur of badkamer zijn ze niet te missen.
Binnenshuis zijn drempels overbodig. Op plaatsen waar ze
onvermijdbaar zijn (bv. waterkering in de badkamer) een
afgeronde/afgeschuinde dorpel met opstanden van max. 5-8mm
toepassen. Of de toepassing van een aluminium drempel. Die zijn
ook voor tilliftwieltjes overrijdbaar.
Doorgangen
Netto vrije doorgangen moeten minimaal 800-900 mm breed zijn.
Ook bij schuifdeuren blijft het deel met de kruk in de doorgang
staan. Aan de knopzijde naast een draaideur dient 350-500 mm
extra ruimte in verband met opstellen rolstoel vrijgehouden te
worden.
Voor een bed is de vrije doorgang noodzakelijk van minimaal 1200
mm. Omdat dit wel erg brede deuren oplevert, met enorme
scharnierbelasting, is het raadzaam zo’n (vlucht)opening te
voorzien van een 950 mm brede loopdeur en een te openen zijstuk
van circa 350 mm breed.
Langere doorgangen, zoals gangen of hellingbanen, dienen
minimaal 1200 mm breed te zijn. Is passeren van twee rolstoelen
wenselijk, dan is minimaal 1600 mm nodig. Zijn er doorgangen in
de zijwanden, let dan op of de draai mogelijk is.
Bedieningen
Bedieningselementen, zoals schakelaars, deurkrukken,
raamboompjes, kranen e.d. zijn bij een hoogte van 900-1100 mm
boven de vloer bedienbaar vanuit een rolstoel. Raam- en
deurkrukken zijn soms eenvoudig te verlengen of verplaatsen.
Beschermingsvoorzieningen
Uitwendige hoeken hebben een stootbescherming van roestvrij
staal (rvs) of kunststof.
Voor het beschermen van deuren en gestucte wanden zijn
stootborden of plinten verkrijgbaar. Vaak voldoet een circa 350 mm
hoog en 3 mm dikke plint van volkernplaat.
Keuken
Het onderrijdbaar maken van de gebieden: werkblad, koken en
spoelen. De bladhoogte kan aan de rol/trippelstoel aangepast
worden, verlagen tot plm. 700-800 mm.
Woonkamer
De (standaard) gemeentelijke verordening gaat uit van een
richtoppervlakte van maximaal 30 m2.
Slaapkamer
Rondom het bed is 700-1000 mm omloopruimte nodig. Aan één
lange zijde daarnaast minimaal 1500 mm voor het gebruik van een
tillift.
Natte cel
Vloer slip- en slijtvast; geen hoogteverschillen en een afschot naar
het doucheputje.
Het minimum oppervlakte is de optelsom van de volgende
richtmaten:
Toilet, zittend douchen of wastafel: elk 2 m2.
Liggend verzorgen of douchestretcher: elk 3 m2.
Gebruik verrijdbare tillift: 2 m2.
Wassen
Bij rolstoel onderrijdbare wastafels is een diepte van circa. 500-550
mm nodig. Let op de plaatsing heetwaterleiding en sifon ten
opzichte van de knieën en de voetplank.
Baden
De afmetingen van de meeste baden zijn circa 750x1750 mm tot
900x1900 mm. Voor een tillift dient onder het bad een ruimte van
1000-1200 mm breed en 200-300 mm hoog vrij te zijn, over de volle
diepte.
Verticaal transport
Hellingen, allerlei soorten liften, trapklimhulpen.
Hellingbanen: zijn maximaal 1:20 voor handrolstoelgebruikers
zonder hulp.
Entree en hal
Parkeren
Ligging parkeerplaats (evt. aangepaste) auto zo dicht mogelijk
nabij de meest gebruikte toegangsdeur. Dat kan eventueel ook een
achterdeur zijn.
Opstelvlak
Aan buitenzijde voor toegangsdeur een vlak, horizontaal plateau
aanbrengen, van minimaal 1500x1500 mm.
Hal
Een richtoppervlakte is 4 m2.
Draaicirkel
In de hal moet ruimte zijn voor een draaicirkel van 1500 mm tot
1800 mm.
Het Bestemmingsplan
Een belangrijke fase in uw bouwplan is de toetsing ervan aan het
bestemmingsplan. De hierin genoemde eisen zijn vooraf op te
vragen en kunnen door de ontwerper ingepast worden in zijn plan.
Definitie condities
Definitie urgenties
Afkortingen
b = breedte basis
h = hoogte
l = lengte basis
r = lengte radius (straal)
Figuren
Circel oppervlakte = π x r2
omtrek = 2 x π x r
Kubus oppervlakte = b x h x 6
inhoud = b x h x l
Prisma inhoud = b x h x l
2
Piramide oppervlakte = ( 2 x b x h ) + ( b2 )
inhoud = b x h x l
3
Bol oppervlakte = 4 x π x r2
inhoud = 4 x π x r3
3
Kegel inhoud = π x r2 x h
3
De gedeelten van een of meer bouwwerken op Bijeenkomstfunctie (kerk) Woonfunctie (woning, woonwagen)
een perceel of standplaats, die dezelfde gebruiks- Industriefunctie (fabriek) Logiesfunctie (trekkershut)
bestemming hebben en die samen een gebruiks- Kantoorfunctie (gemeentehuis) Overige gebruiksfunctie (garagebox)
eenheid vormen. Logiesfunctie (hotel)
Sportfunctie (zwembad)
Winkelfunctie (warenhuis)
Overige gebruiksfunctie (trafohuisje)
109
110
Begrip Toelichting Bedrijfsgebouwen Toelichting Woningbouw
(conform Bouwbesluit 2002)
Gebruikseenheid
Geheel van ruimten voor één gebruiker of één Een kantorencomplex bestaat uit meerdere Een appartementencomplex bestaat uit meerdere
gebruikersgroep. Een gebruikseenheid kan gebruikseenheden (verschillende bedrijven). gebruikseenheden (appartementen).
bestaan uit één of meer gebruiksfuncties.
Netto inhoud NVM geeft de voorkeur aan de berekening van
Het product van de netto-vloeroppervlakte NVM geeft de voorkeur aan de berekening van gebruiksoppervlakten boven inhoudsbepaling.
(vermeerderd met de oppervlakten van vides en gebruiksoppervlakten boven inhoudsbepaling.
schalmgaten groter dan 4 m2) en de netto hoogte
(bovenzijde afgewerkte vloer tot bovenzijde vloer
van de daarboven gelegen ruimte of het dak)
Verhuurbare oppervlakte
Gebruiksoppervlakte van een bedrijfsgebouw, De verhuurbare oppervlakte verschilt tevens van n.v.t. voor woningbouw
exclusief ruimten voor gebouwinstallaties, de vloeroppervlakte door de glaslijncorrectie.
verticaal verkeer en parkeerruimten voor motor-
voertuigen.
Terreinoppervlakte
©NVM SOM
Oppervlakte van een door de kadastrale
(of andere) grenzen bepaald perceel.
Bebouwde terreinoppervlakte
De oppervlakte binnen de buitenomtrek van een
gebouw, gemeten ter hoogte van het maaiveld,
voorzover de oppervlakte binnen het terrein ligt.
Ruimte
Een voor mensen toegankelijk deel van een Een kruipruimte onder de woning behoort
gebouw met een hoogte van tenminste 1,5 m, volgens de NEN-2580 norm niet tot de vloer-
dat geheel of gedeeltelijk door bouwkundige oppervlakte.
scheidingsconstructies wordt begrensd en waar-
van de vloer of de overdekking een onderdeel
vormt van de constructie van het gebouw.
Binnenruimte
Een ruimte die aan alle kanten over de volle
111
Meten met NEN 2580
Uniforme meetregels en afspraken voor NVM-leden
over de vloeroppervlakten in woning- en utiliteitsbouw.
ALGEMENE MEETREGEL:
meten tussen de opgaande scheidingen
• bij erkers vormen de gevelkozijnen van de erkers de opgaande
scheiding
• vaste inrichtingsobjecten niet meerekenen
• plinten buiten beschouwing laten
MEETREGEL 1:
minimaal vereiste hoogte boven de vloer van 1,5 m
• Uitzondering vormen vloeroppervlakten onder trappen
MEETREGEL 2:
vloeroppervlakte van trappen meerekenen
• Op de bouwlaag, waar de vloer begint, meten we de
gebruiksoppervlakte alsof de trap niet aanwezig is.
• Let op: vloeroppervlakten van gemeenschappelijke ruimten
in logiesgebouwen, die voor 95% of meer bestaan uit
verkeersruimten worden niet toegedeeld aan de
gebruikseenheden, die erop zijn aangewezen.
MEETREGEL 3:
vides, trapopeningen en liftschachten kleiner dan 4 m2 als
vloeroppervlakte beschouwen
• Deze ‘vloer’oppervlakten tellen we bij de bouwlaag, waarvan de
vloer een opening vertoont.
• De ‘vloer’oppervlakte van liftschachten bepalen we met de
uitwendige maten.
MEETREGEL 4:
incidentele nissen en uitsparingen groter dan 0,5 m2 meerekenen
als vloeroppervlakte
MEETREGEL 5:
vrijstaande bouwdelen kleiner of gelijk aan 0,5 m2 meerekenen als
vloeroppervlakte
MEETREGEL 6:
dragende binnenwanden niet meerekenen als vloeroppervlakte
• Let op: als een niet-dragende binnenwand de scheiding vormt
tussen verschillende gebruiksfuncties is er sprake van een
opgaande scheiding, waardoor de vloeroppervlakte van deze
wand niet meetelt
MEETREGEL 7:
leidingschachten kleiner dan 0,5 m2 meerekenen als
vloeroppervlakte
• Dit geldt voor de oppervlakte, bepaald op basis van de
uitwendige maten.
Punten
1 Oppervlakte van vertrekken 1 punt per m2
(kamers, keuken, badkamer en doucheruimte)
2 Oppervlakte overige ruimten 0,75 punt per m2
(bijkeuken, berging, zolder, garage)
3 Verwarming
Per verwarmd vertrek. 2 punten
Privé-ketel in de woning. 3 punten
Privé-hoogrendementsketel. 5 punten
Collectieve hoogrendement stookinstallatie. 1 punt
Thermosstatische ventielen (radiatorkranen) 0,25 punt
per vertrek. (maximaal 2 punten)
Verwarmingselementen buiten vertrekken 1 punt
per ruimte. (maximaal 4 punten)
C.v.-combi (het warmwater deel). 1 punt
Doorstromermeters 1 punt
(collectieve verwarmingsinstallatie).
4 Warmte-isolatie maximaal 15 punten
5 Keuken
Lengte van het aanrechtblad tot 1 m. 0 punten
1 tot 2 m. 4 punten
2 m en meer. 7 punten *
(Afhankelijk van de extra kwaliteit van de
keuken (afwerking) kunnen deze punten
maximaal verdubbeld worden.)
6 Sanitair
Toilette. 3 punten
Wastafel. 1 punt
Douche. (Afhankelijk van de extra kwaliteit 4 punten *
van de keuken(afwerking) kunnen deze
punten maximaal verdubbeld worden.)
Bad. (Afhankelijk van de extra kwaliteit 6 punten *
van de keuken(afwerking) kunnen deze
punten maximaal verdubbeld worden.)
Bad/douche. (Afhankelijk van de extra 7 punten *
kwaliteit van de keuken(afwerking) kunnen
deze punten maximaal verdubbeld worden.)
6a Woonvoorzieningen voor gehandicapten
Per 226,89 van de kosten die de ver- 1 punt
huurder aan de voorziening heeft besteed.
begrip definitie
achterwerker Een niet in het zicht komende steen.
aërosolen In lucht gedispergeerde waterdeeltjes met
een diameter van 1 tot 10 micrometer.
afschot Het afschot is de helling van de waterdichte
laag en de ondergrond in de richting van de
hemelwaterafvoeren.
ballastlaag Een ballastlaag bestaat uit één of meer
lagen materialen, aangebracht op het dak-
bedekkingsysteem of de isolatielaag.
branddoorslag De uitbreiding van brand van één ruimte
naar een andere ruimte anders dan via de
buitenlucht.
brandoverslag De uitbreiding van brand van één ruimte
naar een andere ruimte uitsluitend via de
buitenlucht.
brandvoortplanting Het zich uitbreiden van de brand in de ruimte
of plaats waar de brand aanwezig is.
brandwerendheid De eigenschap van een bouwconstructie om
gedurende een bepaalde tijd zonder functie-
verlies weerstand te kunnen bieden aan
verhitting volgens een gestandaardiseerde
proef.
correctief Onderhoud dat verricht wordt als een
onderhoud storing heeft plaats gevonden.
dilatatievoeg Naad in het materiaal die beweging van de
naastgelegen gedeelten ten opzichte van
elkaar mogelijk maakt.
drieklezoor Deel van een steen met een lengte van een
driekwart steen.
energieprestatie- Maat voor de energetische eigenschappen
coëfficiënt van een gebouw of een gedeelte van een
gebouw inclusief gebouwinstallaties
gebruikersgedrag.
hoekkeper De snijlijn van de schuine dakschilden op een
uitwendige hoek.
kilkeper De snijlijn van de schuine dakschilden in een
inwendige hoek.
kit Een kunstmatig, langs chemische weg, ver-
vaardigd product waarmee naden tussen
dezelfde of verschillende materialen elastisch
gedicht kunnen worden.
klezoor Deel van een steen met een lengte van een
kwart strek.
koudebrug (Beter thermische brug)
Een gedeelte van een constructie dat een
belangrijk lagere warmteweerstand heeft dan
het grootste deel van een constructie.
kruip Toeneming van de vervorming van een
materiaal in de tijd bij gelijkblijvende
belasting.
lagenmaat Steendikte plus de dikte van een lintvoeg.
lintvoeg Horizontale voeg in het metselwerk.
muurplaat Een balk plat op de muur onder de dakvoet
waarop het dakbeschot wordt bevestigd en
waar vaak de dakgoot aan wordt gemonteerd.
www.sibl.nl
www.bouwlood.nl
www.VROM.nl
www.legionellavraagbaak.nl
www.verbouwen.nu
www.lafarge.nl
www.dubo-centrum.nl
www.dak-wijzer.nl
www.bouw.pagina.nl
www.metselen.net
www.verzekeraars.nl
www.tudelft.nl
www.bouwgids.nl
www.KNB-baksteen.nl
Bronnen
Achtergrondliteratuur
Naam/Voorletters: ❍ mw / ❍ dhr
Post/factuuradres:
Postcode/Woonplaats:
Geboorteplaats: Geboortedatum: