You are on page 1of 1

Hangende tuinen

Terwijl de regenbui miezert, passeer ik het onttakelde voormalige


kledingarsenaal Weenink.
Velen vonden het gebouw een vloek. De opdrachtgever had de moed om
op korte afstand van een bakstenen monument betonarchitectuur te
plaatsen. Een schoolvoorbeeld van eigentijdse bouw, waarin geen
geschiedvervalsing werd gepleegd. Geen nep Oudhollands gevelwerk,
maar schoon beton waarin de houtnerven van de bekisting nog zichtbaar
zijn. Zeker geen vloek. Helaas sloeg de groene aanplant in de robuuste
balkons niet aan. Wat hangende tuinen hadden moeten worden is
verworden tot een grijze betonbunker. Nieuwerwetse aanpassingen zoals
kunstoffen kozijnen hebben het gebouw er ook niet mooier op gemaakt.
Waar is de schoonheid gebleven van een weerspiegelende Laurentiuskerk
in kozijnloos glas? De netten en agressieve uitsteeksels tegen een
postduivenplaag maken het naargeestige plaatje af. Hoe heeft het zover
kunnen komen? De gemeente heeft het gekocht en wil het afbreken om
ruimte te maken voor een nieuw plein. De wethouder ziet de bui al
hangen de boeken in te gaan als cultuurbarbaar. In de krant sputtert hij
tegen.

Terwijl scharrelend zwerfblad het straatbeeld verder verziekt zie ik een


Hummer op de stoep geparkeerd. Ik herken de bestuurder. Hé als dat Lou
niet is? Lou Buttonville? Da’s lang geleden. Twee jaar geleden, kwam hij
met een wild idee. De gemeente kon zonder raadzaal; door internet een
achterhaald concept. “Moet je eens fysiek overleggen dan huur je daar
een zaal voor af. Kom je ook nog eens onder de bevolking. Als je efficiënt
met de overcapaciteit aan vergaderruimte in de lokale horeca omgaat kun
je daar alles onderbrengen” opperde hij toen profetisch. De gemeente
Oude IJsselstreek besloot vorige week het uit te proberen.

“Hé Melkendiek.Ik heb zodadelijk beraad over het Kerkplein. Ik heb een
nog veel wilder voorstel. Dit, wijzend naar de leegstaande betonkolos
moet je niet willen afbreken. Da’s pas kapitaalvernietiging! Je kunt er
driemaal zoveel voor terug krijgen.” Ik kijk hem vragend aan, terwijl hij
gebarend de drie bouwlagen schetst. “Op de begane grond parkeren en
eventueel ruimte voor kofferbakmarkten. Daarna twee lagen voor terras
en evenementen. Wat wil je nog meer?” “Op de balkons potaarde met
eindelijk de door de architect beoogde groene invulling” anwoord ik
vertwijfeld.

Zou het dan toch nog lukken, de hangende tuinen van Varsseveld?

You might also like