You are on page 1of 4

Juni 2011 21

Interview
D
Dirk De Cuyper, gedelegeerd bestuurder van Resilux,
is net terug van de vakbeurs Interpack in Dsseldorf, als Bes-
te Belegger een gesprek met hem heef. Ik was verwonderd
hoezeer PET toegepast wordt in alle verpakkingen, vertelt
hij. Door onze PET-ervaring in preforms, willen wij ons daar
op focussen. Wij willen ons meer als packaginggroep profle-
ren. Eerst waren wij een preformfabriek. Nu zijn wij aan het
diversifren in de richting van packaging solutions en packa-
ging producten.
PET-preforms blijven wel de basis, verzekert De Cuyper.
Maar dan moet je op een bepaald moment ook ergens an-
ders gaan rondkijken. Vooral met de knowhow die wij heb-
ben. Wij zullen wel altijd, ook als verpakkingsbedrijf, gericht
zijn op PET-verpakking met functionaliteit.
VFB De PET-preforms hebben vandaag te lijden onder hoge
grondstofenprijzen. Hoe belangrijk zijn die voor Resilux?
Dirk De Cuyper Het model van Resilux werkt vooral met
toegevoegde waarde. De evolutie van de grondstofenprijzen
kunnen we, zij het met een bepaalde vertraging, doorreke-
nen. Je hebt immers altijd een voorraad die je moet hebben
om je productieapparaat te laten draaien.
Dit jaar zijn de grondstofen wel extreem gestegen. Het
was daardoor moeilijk om de prijsstijgingen door te rekenen,
al is het ons toch gelukt. Omdat de grondstofen zo een hoog
percentage van de kosten van het product uitmaken, wordt in
de sector algemeen aanvaard dat je die prijsstijgingen door-
rekent. De grondstofenprijzen zijn immers goed voor 60 tot
70 procent van de kostprijs van ons product.
Wij kijken echter vooral, net als de analisten, naar de toe-
gevoegde waarde. Van daaruit bepalen we de andere para-
meters, zoals bv. de personeelskosten. De grondstofen zijn
eigenlijk irrelevant voor de toegevoegde waarde, hoewel ze
natuurlijk heel belangrijk zijn in het geheel. En ze zijn nefast
voor ons werkkapitaal.
Het kan best zijn dat wij een goed jaar hebben met een
lagere omzet, alleen maar omdat de grondstofenprijzen laag
zijn. Procentueel riskeer je zeker een verkeerd beeld te krij-
gen. Neem bv. de bedrijfskasstroommarge. Als je die op de
omzet berekent, hou je geen rekening met de evolutie van de
grondstofenprijzen en krijg je een vertekend beeld.
VFB Inmiddels zijn de prijzen sinds enkele weken weer aan het
dalen. Is de markt volatieler geworden dan vroeger?
De Cuyper De markt is zeer volatiel geworden. Kijk bv. naar
de dollarkoers, olie, zilver, uranium, enz. Er is veel goedkoop
geld gedrukt en daardoor houden veel mensen zich bezig met
het beleggen in grondstofen.
En je hebt natuurlijk ook de invloed van China. Als elke
Chinees n fesje van een halve liter meer drinkt op een jaar
Resilux wil zich meer als
verpakkingsgroep proleren
V
i
c
t
o
r

D
u
b
o
i
s
J
o
u
r
n
a
l
i
s

v
f
b
Dirk De Cuyper (CEO Resilux): Gewicht preforms is dit jaar extreem gedaald
Beste Belegger 22
tijd, wordt er 300.000 ton PET meer ver-
bruikt.
Wij proberen wel die volatiliteit te ver-
mijden, hoewel dat nooit helemaal lukt.
Dat doen we door voldoende capaciteit te
voorzien met onze machines en de just-in-
time-flosofe. En we zorgen ervoor dat onze
aankoopcontracten dicht bij de markt aan-
sluiten, zodat onze leveranciers reageren als
de markt reageert.
Ik vermoed wel dat de grondstoffenprij-
zen dit jaar hun top gezien hebben. Ze zijn
gigantisch snel gestegen. Het is vijftig jaar
geleden dat de grondstoffen nog zo duur
geweest zijn. Over heel het jaar gezien,
zullen de grondstoffenprijzen, zelfs na de
jongste daling, aanzienlijk hoger zijn dan
vorig jaar.
VFB De olieprijs is belangrijk voor PET. Maar
ook de katoenprijs. Wat heef dat met elkaar te
maken?
De Cuyper PET is een polyester. Maar 80
procent van de polyesters wordt vandaag in
de textiel gebruikt.
Vorig jaar zijn de katoenoogsten mislukt
door de overstromingen in Pakistan. Daar-
door is de katoenprijs vervijfvoudigd, van
ongeveer 800 dollar de ton naar 4.000 dol-
lar. Als je dan hoort dat de katoenprijs enkele
weken geleden gecrasht is, moet je dat tegen
die achtergrond zien. De prijs is wel gedaald
tegenover zijn piek, maar hij staat nog altijd
vier keer hoger dan een jaar geleden.
Door de dure katoenprijs wordt voor
bv. hemden vandaag nog 20 procent katoen
gebruikt en 80 procent polyester. Als de ka-
toenprijs daalt, kan die verhouding terug
omkeren. Beiden hebben immers dezelfde
eigenschappen.
Vandaag gaat pakweg 80 procent van de
wereldmarkt van polyesters naar textiel. Vijf-
tig jaar geleden was dat maar 20 procent, ter-
wijl 80 procent naar de aanmaak van fessen
ging. De totale markt is vandaag ongeveer
65 miljoen ton. Daarvan wordt 12 tot 15 mil-
joen ton gebruikt voor verpakkingen. De rest
dient voor textiel.
VFB Hoe heef u gereageerd op die hoge grond-
stofenprijzen?
De Cuyper De grondstofenprijzen zijn dit
jaar zo sterk gestegen dat de industrie ver-
plicht, gedwongen, onder druk gezet is om
naar lichtgewicht-preforms te gaan. Dit jaar
zijn de gewichten van de preforms extreem
afgenomen. Extreem.
Het gevolg is dat we meer preforms draai-
en met minder kilos. We slagen er almaar
meer in het gewicht van de PET-fessen te
verlagen. Door de design nog te verfjnen,
een kortere nek te maken, bv. en kleine aan-
passingen hier en daar.
Als wij erin slagen het gewicht met 1 gram
te verlagen, betekent dat bij de huidige prijzen
1,5 euro per 1.000 eenheden minder kosten.
Voor een grote klant is dat direct veel geld.
Wij zeten dus sterk in op die lichtgewicht-
preforms en dat verklaart waarom onze
investeringen aan de hoge kant liggen. We
zouden een deel van die investeringen kun-
nen uitstellen, maar wij willen op die markt
aanwezig zijn en dus willen wij nu al lichtge-
wicht verpakkingen maken. We investeren
nu al voor de volgende twee tot drie jaar.
VFB Welke invloed heef dat op jullie omzetcij-
fer?
De Cuyper Door over te schakelen naar
lichtgewicht preforms compenseren wij de
stijging van de grondstofenprijzen. De om-
zet zal dus iets minder stijgen, maar we zullen
wel meer preforms verkocht hebben. Procen-
tueel gezien zal de grondstof nog altijd een
zware kostencomponent zijn.
Dus, als we in ons persbericht over de
eerste vier maanden van 2011 zeggen dat de
verkochte volumes met meer dan 10 procent
gegroeid zijn, betekent dat niet per defnitie
dat onze omzet met meer dan 10 procent
gegroeid is, want een stuk wordt gecompen-
seerd door de lichtgewicht preforms.
Dat heef drie belangrijke efecten. Voor-
eerst is de ecologische footprint van PET
supergoed, want je gaat met nog minder ge-
wicht dezelfde fes maken. En op ecologisch
vlak zat je met PET al goed.
Ten tweede creer je tegenover je concur-
renten glas, karton en blik een groter con-
currentieel voordeel, want de prijzen voor
aluminium, energie, enz. zijn ook gestegen.
Maar nu gaan de grondstofenprijzen da-
len. Dan krijg je een supergoedkope verpak-
king voor volgend jaar. Daardoor wordt de
druk om voor verpakking over te schakelen
naar PET alleen maar groter. Want die licht-
gewicht PET-verpakking is onomkeerbaar.
Het is niet omdat de grondstofenprijzen
dalen dat wij opnieuw zwaardere preforms
zouden gaan maken.
VFB Heef u nog voldoende productiecapaciteit
om die volumegroei te kunnen blijven volgen?
De Cuyper Wij hebben nog wel wat pro-
ductiecapaciteit over. Maar je kan de produc-
tiecapaciteit ook opdrijven door van matrijs
te veranderen. Door bv. op bepaalde machi-
nes van een 48-voudige naar een 64-voudige
matrijs over te gaan, laat je de capaciteit met
een derde toenemen. In n shot maak je
dan, door zwaardere matrijzen te gebrui-
ken, 64 preforms, in plaats van 48. Dus een
stijgende capaciteit kunnen we nog redelijk
gemakkelijk opvangen, met relatief weinig
investeringen.
We hebben wel onze producten meer ge-
diversifeerd. Door meer producten te heb-
ben, krijg je ook een betere klantenspreiding
en word je minder afankelijk. Doordat je op
meerdere markten aanwezig bent, kan je ook
profteren van de groei in de verschillende
markten. Wij hebben dat ook gedaan omdat
dat vandaag mogelijk is. Omdat PET zoveel
Als elke Chinees n
fesje van een halve liter
meer drinkt op een jaar
tijd, wordt er 300.000 ton
PET meer verbruikt.
Juni 2011 23
gebruikt wordt, kan je meer gaan diferenti-
ren in de modellen.
De echte marktgroei in PET bedraagt 3 tot
4 procent per jaar in volume. Dat is nog vrij
behoorlijk. Wij zullen daar nog boven uit-
steken omdat wij ons marktaandeel kunnen
uitbreiden.
VFB U is vorig jaar in Airolux gestapt, een
50/50-joint venture met het Nederlands-Zwit-
serse IPS. Met hen brengt u AirOPack op de
markt,een nieuwe technologie waarbij perslucht
gebruikt wordt in spuitbussen in PET voor vloei-
stofen en materialen met gemiddelde tot hoge
viscositeit. Hoe ziet u de rol van die joint-venture
binnen Resilux?
De Cuyper Resilux op zoek naar een twee-
de en een derde leven, naar diversifcatie en
verdere groeimogelijkheden.
Het preforms-gamma hebben we al
sterk uitgebreid naar verschillende appli-
caties. De grootste markt blijft die van het
water en de softdrinks. Verder diversifi-
ren we naar detergenten, melk, bier, fruit-
sappen, eetbare olin, enz. En we kijken
naar andere producten met hogere toege-
voegde waarde. Daarin past AirOPack.
Airolux stond ook op de Interpack-beurs.
Daar hebben wij hebben vastgesteld dat
er enorm veel synergien zijn tussen onze
markt en die van AirOPack. Ik was daar-
over positief verrast.
Zijn we klaar met AirOPack? Ja. Zijn we
industrieel klaar? Dat zullen we moeten on-
dervinden. Want het product bestaat nog
niet op de markt. Er is heel wat engineering
voor nodig geweest. Is het voor verbetering
vatbaar? Altijd. Want je zit met een nieuw
product, dat de volgende jaren zijn evolutie
zal kennen. Op het moment dat we in de
markt zijn en dat we verkopen, zal het zorgen
voor een mooie toegevoegde waarde. En dan
zijn we ook aanwezig in de cosmeticamarkt,
in de farmacie, de parafarmacie en andere
high-endproducten die moeten afgevuld
worden.
VFB Wanneer verwacht u dat AirOPack op de
markt zal komen? En wanneer hoopt u break-
even te draaien?
De Cuyper Binnen een maand of twee be-
ginnen wij te leveren. Als dat aanslaat, kan het
volgend jaar best nog eens heel druk worden.
De belangstelling in de markt is groot, maar
belangstelling is nog geen verkoop. Hoewel,
we moeten niet schooien naar bestellingen.
Een belangrijk punt is dat je geen aero-
sol meer nodig hebt. Daardoor maak je de
fabriek van aerosols overbodig. Je kan nu bij
manier van spreken thuis drukverpakkingen
afvullen met perslucht. Bij een aerosolver-
pakking moet men bovendien rekening hou-
den bij de formulering van het product met
het contact met het drijfgas.
Airolux zal in 2012 al breakeven draaien.
Er worden nu zware investeringen gedaan en
we zijn daar altijd zeer conservatief in. Dus
nu zien we af. Ons probleem nu is dat wij
onmiddellijk willen starten met een lichte
versie. Dat is niet evident, want wij werken
bij de perslucht met een luchtdruk van 9 bar.
Wij willen lichte PET gebruiken bij extreme
omstandigheden. Dat is de uitdaging. Als dat
ons lukt, krijgt PET er een dimensie in ver-
pakking bij. En het is allemaal nieuw. Er be-
staat niets. Je kan niets kopen, geen machine,
geen matrijzen, enz. Je kan niet even naar een
machineleverancier bellen, je moet het alle-
maal zelf ontwikkelen.
Dan gaat het om een pilootfabriek van vijf
tot tien miljoen stuks. Daar zijn wij niet ren-
dabel mee, maar de eerste pilootfabriek is wel
de duurste omdat daar al de engineeringkos-
ten inziten. Als wij nu 20 tot 30 miljoen stuks
extra willen assembleren, zal de investering
relatief veel minder zijn.
VFB Hoe is de spelverdeling tussen jullie en
IPS?
De Cuyper Onze partner doet vooral de
ontwikkeling en de innovatie. En zij zijn
verkoops- en marketinggericht. Zij zijn ac-
tief in de high-endmarkt van de packaging.
Resilux is toeleverancier en aandeelhouder
van Airolux.
De investeringen die nu gedaan zijn, ziten
vooral in techniek en productie. Het denk-
werk was al gebeurd en de joint venture heef
een licentie betaald aan de uitvinder. Onze
kosten om die groei te fnancieren zijn vrij
beperkt. De machines die wij nodig hebben,
staan er al. Wij maken een preform, zij het dat
wij daar veel technologie insteken. Niemand
anders kan dat maken, omdat wij daar de er-
varing in hebben.
Eens het product echt van de grond komt,
zullen de investeringen relatief minder zijn
dan tot nu toe. Het gaat dus om relatief wei-
nig investeringen en dus weinig risico mocht
het fout gaan.
Maar voor alle duidelijkheid, Airolux is
maar voor de helf van ons. Het is niet onze
kernactiviteit, het is iets extra voor ons. Maar
het heef ons al heel veel ervaring en uitda-
ging opgeleverd, zodat we nu beter weten
waar we naartoe gaan. Ze hebben ons zoveel
uitdagende vragen gesteld over PET en wij
hebben zoveel geleerd, dat de investering hoe
Managing director Peter De Cuyper toont de AerOPack,
waarvan de levering start binnen een maand of twee.
Beste Belegger 24
dan ook de moeite waard geweest is. Want
wij willen zeker niet afankelijk worden van
dat product. Onze toekomst staat of valt niet
met AirOPack.
Maar het heef wel als kantelpunt gediend,
om te kantelen naar verpakkingsgroep. Het
heef ons er bewust van gemaakt dat er naast
de fessenmarkt ook een verpakkingsmarkt is
voor bv. cosmetica en een hele reeks andere
producten.
VFB U had het ook over een derde leven. Wat
bedoelt u daarmee?
De Cuyper We zijn nog op zoek naar een
derde divisie. We kijken rond naar wat we
nog kunnen rond plastics of met engineering
rond PET. Kunnen we zelf PET nog verbete-
ren? Kunnen we nog chemische verbeterin-
gen vinden? Dus wij zijn ons nu volledig aan
het toeleggen op engineering van de plastics.
Dat is een divisie die wij aan het oprichten
zijn. Het gaat hier dus niet enkel over PET,
maar ook over andere kunststofen. Wij heb-
ben zoveel ervaring dat wij nu op het punt
gekomen zijn, waar wij zelf onze engineering
gaan doen rond de plastic.
De bedoeling is de kwaliteiten van de plas-
tics te verbeteren, zowel naar barrire toe, als
naar versterking, ecologie, hoge en lage druk,
hoge en lage temperaturen
Naar alle richtingen en kunststof-
fen toe. Het is eigenlijk een depar-
tement dat we aan het oprichten
zijn om met de ervaring die wij
hebben, andere kunststofen te
modifceren. Voorlopig houden
we die divisie nog klein, omdat
we daar nog niet mee op de markt
komen. Het is nog interne keuken.
We weten waar we naar toe willen.
De pijlers zijn uitgebouwd. Kan dat ingevuld
worden? Dat zullen we met de jaren wel zien.
Maar als het ingevuld wordt, zullen wij een
beter aanbod kunnen geven in de markt van
PET. Wij willen ook niet in heel de wereld
met PET-fabrieken staan.
Wij kunnen op een bepaald
moment licenties geven.
Wij willen bv. niet meteen
in China preforms gaan
produceren. Wij willen niet
overal aanwezig zijn.
Het is dus een heel de-
partement dat zich bezig-
houdt met toekomstige
visies op plastic. Dat heef
natuurlijk ook te maken met de evolutie naar
een packagingbedrijf.
VFB Hoe ziet u het verschil tussen wat u nu
doet en de verpakkingsmarkt?
De Cuyper Als we morgen een bokaal ma-
ken in PET, is dat geen fes meer. Als je mor-
gen choco eet uit een PET-bokaal, is dat geen
fes meer. Als men mij morgen vraagt om dis-
pensers te maken om aan de muur te hangen,
met navulpakken, dan gaat het over verpak-
king. Dat zijn de toepassingen die ik zie: bo-
kalen en de dispensing-markt.
Wie zijn de concurrenten? Glas, karton
en blik. Dan is er een zeer grote markt. Als
ik morgen een conservendoos kan maken in
PET, die dezelfde eigenschappen heef als
aluminium, dan noem je dat geen fes meer.
Een blik katenvoer in aluminium bv. is vrij
duur. Als je dat morgen kan maken in PET
via spuitgieten en dat heef dezelfde eigen-
schappen, dan zit je in de verpakkingsmarkt.
VFB Heef u nog overnameplannen?
De Cuyper We moeten nu eerst alles im-
plementeren wat we hebben. De ontwikke-
lingen waar we nu mee bezig zijn, kunnen we
niet laten mislukken. In 2011 en 2012 gaan we
alles wat we doen verder lanceren en op de
markt brengen en kijken waar we uitkomen.
We moeten zien dat we kunnen volgen.
Want als dit lukt, moet ik aan geen over-
names denken. En als het lukt in Europa, lukt
het ook in Amerika, in Rusland en in China.
Maar we bestrijken Europa vrij goed. Al zijn
er hier en daar wel plaatsen waar we nog
naartoe willen. We bereiden ons daar ook op
voor. Maar we hebben voor onszelf beslist
dat dat niet voor eind 2012 zal zijn.
We zullen wel nog machines bij zeten,
bestaande hallen optimaliseren en onze ca-
paciteit uitbreiden. We stoppen niet met
groeien. Maar nu willen we bekijken, van de
dingen die we doen, wat we nog willen blij-
ven doen en of we sommige segmenten niet
beter vervangen door segmenten die meer
toegevoegde waarde opleveren. We willen de
portefeuille eens uitkuisen en zien waar we
sterk in zijn of uniek. We willen optimalise-
ren, maar zonder groeibeperking.

interview 19 mei 2011


www.resilux.com
www.airolux.com
Kerngegevens Resilux
2010 2009 2008
Omzet 241.681 200.304 216.430
Grondstoen -155.292 -118.769 -132.419
Toegevoegde waarde 52.716 50.597 53.270
Bedrijfsresultaat 17.847 17.020 13.860
Financieel resultaat -3.038 -3.631 -6.701
Groepswinst 12.241 11.055 4.510
Winst per aandeel 6,18 5,58 2,28
Brutodividend 1,65 1,50
2010 2009 2008
Omzet 241.681 200.304 216.430
Grondstoen -155.292 -118.769 -132.419
Toegevoegde waarde 52.716 50.597 53.270
Bedrijfsresultaat 17.847 17.020 13.860
Financieel resultaat -3.038 -3.631 -6.701
Groepswinst 12.241 11.055 4.510
Winst per aandeel 6,18 5,58 2,28
Brutodividend 1,65 1,50
2007 2008 2009 2010 2011
30
40
55
25
35
45
50
60
65
Resilux
vwd group

You might also like