Professional Documents
Culture Documents
Inleiding
`O maar ik geloof wel om in de hemel te komen!, zei ze me stellig.
Ik schrok er een beetje van. Zou ze dat nu echt denken?
Ja , wat denken jullie eigenlijk?
Misschien schrikken jullie nu wel van mij, besef ik ineens.
Geloof jij dat dan niet?
Nou, niet zo! Allang niet meer, als ik er zo eens over nadenk.
Je hoort wel eens zeggen: Die verdient een stoel in de hemel!.
Dat zeggen ze dan van iemand die cht iets goeds doet,
waarvan iedereen zegt: nou zeg, dat is sterk.
En natuurlijk, soms ben ik ook flink onder de indruk van wat iemand doet!
En toch, ik geloof niet dat je de hemel kunt verdienen.
En ik geloof ook niet dat dit kan door goed te geloven.
Dat is een diepe, diepe, overtuiging:
goed geloven brengt je niet in de hemel.
De hemel is geen beloning.
Aanleiding voor mij om de dienst nu eens in het teken van de hemel te
zetten. (Er komt nog meer bij, maar dat is stof voor een vervolgpreek)
Ik zal voorzichtig zijn.
Want ons geloof in de hemel is kostbaar voor ons, weet ik.
En dat wil ik ook niet beschadigen.
Het is wat we gelukkig nog hebben als we een geliefde aan de dood zijn
kwijtgeraakt.
Want zo voelt dat wel h, dat je iemand kwijtraakt.
Dat slaat een wond in onze ziel die nooit meer helemaal geneest.
Maar onze voorstelling van de hemel is dan zalf voor die wond.
Bij alle gemis is de gedachte aan de hemel tch troost.
Onze geliefde is ver weg, maar niet weg
De hemel is n van de oudste dingen waarin we geloven.
Als heel kleine kinderen is ons al over de hemel verteld.
Mooie, indrukwekkende verhalen, soms zelfs met al even mooie en
indrukwekkende platen in de kinderbijbel.
De hemel hoort bij wel de mooiste dingen die we geloven.
Maar ik denk dat die kinderlijke versie van ons geloof in de hemel
niet met ons mee opgroeit.
Maar altijd zo blijft als dat kinderlijke geloof in de hemel, van vroeger.
Daarom hebben we het er nu over, want er is meer over te zeggen.
Jezus
Maar als je dan gaat zoeken, staat er in de Bijbel niet veel over de hemel
Het gaat heel vaak over de hemel, maar dan als een vanzelfsprekendheid.
Zoals je het over water kunt hebben, zonder het uit te leggen.
Want iedereen snapt tch wel wat het is.
Zo is het ook met de hemel
En wt er staat steunt ons kinderlijk geloof: de hemel is de hoge woonplaats
van God. Van waar Hij ons ziet en ons hoort.
En waar Jezus weer naar toe opstijgt n zijn hemelvaart.
Veel meer niet, nou ja de engelen.
De halve tijd wordt met de hemel trouwens de lucht bedoeld.
De sterren aan de hemel
Het is het zelfde woord.
Maar er wordt verder niets uitgelegd.
Nou ja in Openbaringen: maar daar zijn beelden van de hemel weer
symbolisch.
Zoals het brood en de wijn symbolen van Jezus lijden en sterven voor ons
zijn.
Vertellen de beelden in Openbaringen iets over Gods macht en heerlijkheid,
maar zijn ze geen foto van de hemel.
Maar toch hebben we wel min of meer een typering van de hemel.
Door de Heer Jezus zelf. En hij het kan weten!
In de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus die we net hebben
gelezen.
Ja maar, dat is toch een gelijkenis?
Zeker, maar zoals in alle andere gelijkenissen heeft het verhaal ook
betrekking op de werkelijkheid.
Immers de rijke in de gelijkenis wordt verantwoordelijk gehouden voor zijn
gedrag.
Daarmee spreekt de Heer Jezus de geldzuchtige Farizeers op hun gedrag
aan (vs.14).
het leven nu, dat is alles wat je hebt. Het leven is kort (tot de dood) en de
wereld is plat (er is alleen maar wereld).
Cynisch wordt het leven na de dood als een uitvlucht afgedaan door Freek
de Jonge in het liedje: er is leven, er is leven na de dood.
Iedereen lachtha, ha wie dat nog gelooft!
Je zou het zomaar op kunnen geven en denken ach mijn geloof het is zo
kinderlijk: de hemel, hoe kom ik erbij.
Nou, Laat ze maar praten!
Luister naar je Heer, hier.
Bij Hem is bewust verder leven na het sterven vanzelfsprekend.
De arme Lazarus is gewoon bij Abraham.
Dat is een OT-isch voor: voor Lazarus worden de belofte van het verbond
vervuld.
Ook na het sterven blijft hij verbonden met Abraham n met Abrahams God.
En de rijke die door zijn levensstijl dit verbond belachelijk maakte,
niet omdat Hij rijk was maar omdat hij niet met zijn broeder deelde,
zoals in de wet en de profeten opgedragen wordt,
is na zijn sterven k niet verbonden met Abraham en Abrahams God.
Precies zo als toen hij leefde.
Maar ver van God en van Lazarus verwijderd op een vreselijke plek,
die ons doet denken aan de hel.
Los van God is zijn lijden groot.
De Farizeen die de Heer Jezus hiermee aanspreekt, beschouwden zich als
de kinderen van Abraham en dus als de erfgenamen van de belofte.
Maar net zoals die rijke waren ze geldzuchtig en leefden ze niet als kinderen
van Abraham.
Daarom spreekt Jezus ze zo aan: je zou jezelf wel eens niet bij Abraham
kunnen terugvinden.
Zou de gelijkenis aan ons verteld zijn, dan zouden we Lazarus terugvinden
naast de Heer Jezus, het hoofd van het nieuwe verbond.
Dat is de hemel dus: bij de Heer Jezus zijn.
10
11
Laten er dan een heel stel Nederlanders zijn die niet meer in de hemel
geloven, in de gedachten van een heel stel anderen wordt de hemel het land
van hn dromen. Bij het afscheid van Andre Hazes in een bomvolle Arena in
2004, praatte men over de hemel als een bruine kroeg waar Andr nog zijn
biertje drinkt.
De hemel als de plek waar we lekker kunnen doorgaan met ons leventje,
en waar al onze fantasien, ook de ongezonde en slechte, werkelijkheid
worden.
Nee, zo is het niet!
In de hemel bij de Heer komt onze zonde niet mee naar binnen.
En ook onze slechte gewoonten niet, die worden niet langer vergoelijkt.
Daar is radicaal mee gebroken zien we hier in de gelijkenis.
Integendeel: onrecht wordt goed gemaakt, tranen worden gedroogd.
De door iedereen verwaarloosde Lazarus krijgt eindelijk zorg en aandacht.
12
Het onrecht van de rijke is na het sterven- daar niet vergeten, maar wordt
hem aangerekend.
En hij kan er niet mee doorgaan, maar wordt er voor gestraft in het zicht van
Lazarus (!). Ps. 23: 5 U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, u zalft
mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. (Psa 23:5 NBV) Er wordt recht
gedaan.
En als de rijke ng geen berouw heeft en Abraham vraagt Lazarus te sturen
om hem te bedienen met waterdan maakt die Hem duidelijk: jouw rijke
leven is ten einde. Zo gaat het niet verder!
Schokkend toch dat de rijke alleen maar aan zichzelf en aan het lot van zijn
broers kan denken en nog steeds geen berouw laat horen.
Er is dus herinnering aan mensen en aan wat ze gedaan hebben, Abraham
weet het en ik denk Lazarus ook! Maar het doet nu geen pijn meer
Wat zelfs in Isral niet gebeurde, Gods wil, gebeurt hier wel.
En het is goed zo
Bij ons is het vaak nog de strijd met Gods wil, maar dan is die strijd afgelopen
Dus de hemel is niet ns droomland, maar als het begin van Gds
droomwereld. Zoals Hij het wilde. Zijn wil is dan de onze geworden
13
14
15
Heel extreem gezegd: we doen tijdens ons leven onze christelijke plicht om
de beloning niet mis te lopen.
Het is echt plicht, dus vaak niet leuk, maar voor wat hoort wat.
Maar de Heer Jezus laat ons zien dat er een directe verbinding is tussen onze
dagelijkse levens en ons leven in de hemel.
Waar we onszelf na het leven terugvinden,
is waar we vr ons sterven al zijn. (2x)
Leven we met de Heer en groeien we in het doen van zijn wil
(ook in onze waardering van Gods wil),
dan vind je je na het sterven ook terug bij Hem,
En Gods wil is bij Hem in de nabijheid dan helemaal compleet geworden:
das de hemel: het land van Gds dromen.
En als je je tijdens je leven al niet kunt vinden in Gods wil,
zul je je na dit leven in je zelf gekozen land terugvinden.
Los van medemensen en los van God.
Daar kies je zelf voor.
16
De wil van de rijke: een leven los van Lazarus is voor hem werkelijkheid
geworden.
De relatie met mensen en met God die er tijdens zijn leven niet was,
is er na zijn sterven ook niet.
Met alle afschuwelijke consequenties die dat met zich meebrengt.
De hemel is dus niet een beloning maar het logische verlengde van het leven
met de Heer.
Troost
Het is een scherp licht dat er vanuit de hemel over onze levens schijnt.
En dit licht werpt k schaduwen, die we liever niet zouden zien.
Maar voor mij overtreft de troost:
de hemel bestaat echt als hogere werkelijkheid tegenover de platheid van
onze wereld.
Er is dus hoop.
Ten hemel schreien hoe erg ook- is niet zinloos: in de hemel luistert men.
17