You are on page 1of 6

Professionele Bachelor Lager Onderwijs

Campus Noord 2
Oudesteenweg 81
2060 Antwerpen
03 613 14 05
http://stageweb.kdg.be

LESVOORBEREIDING
naam:

Paulina Przytulska

doestage:

2.1.

nr:

opleidingsgroep:

Gesubsidieerde Vrije
Basisschool
de Zevensprong

leerjaar:

2de

(uur) van:

13.00

mentor:

Stephanie Janssens

aantal lln:

23

leergebied:

Wereldorintatie

leerdomein:

Mens & natuur

lesonderwerp:

Nachtdieren

school:

nagekeken
door:

26

datum:
tot:

2PBLO

17/11/2014
14.15

op:

Beginsituatie
De leerlingen hebben al lessen gehad over de dagdieren.

Kerndoelen
De leerlingen kunnen de nachtdieren benoemen.
De leerlingen kunnen de eigenschappen van de dieren benoemen.
Situering (leerplan en/of leergebiedoverschrijdende eindtermen)
Leerplan Wereldorintatie (2010), VVKBaO
7.4. Kinderen zien in dat mensen, dieren en planten een grote verscheidenheid in kenmerken
vertonen.
8.4. Kinderen beleven bewust het ritmisch karakter van de tijd en kunnen dit illustreren.

Bronnen
Mundo (2006). Die Keure.
Uilen. Opgeroepen op 15 november, van schooltv: http://www.schooltv.nl/video/uilen-grote-ogenen-een-wendbaar-hoofd/#q=uil%20.
Golding, E. (2010). Dieren in het maanlicht. Utrecht: De fontein.
Aantal bijlagen

Dag en nachtdieren. Opgeroepen op 15 november, van schooltv:


http://archief.schooltv.nl/hbb/3303448/spelletjes/item/3548130/dag-en-nachtdieren/.
Vleermuizen in winterslaap. Opgeroepen op 15 november, van schooltv:
http://www.schooltv.nl/video/vleermuizen-in-winterslaap-de-hele-winter-hangen-ze-op-hunkop/#q=trefwoord%3A%22vleermuis%22.
Zien en ruiken zoals een egel. Opgeroepen op 15 november, van schooltv:
http://www.schooltv.nl/video/zien-en-ruiken-als-een-egel-egels-zien-niet-goed-maar-ruikenbeter/#q=de%20egel.
Kantentaal. Opgeroepen op 15 november, van schooltv:
http://archief.schooltv.nl/hbb/3303476/filmpjes/item/1605673/kattentaal/.
Thewissen, M. (z.j). Egels. Groningen: Noordhoff.

Morris, T. (2007).Vleermuis. Etten- leur: Corona.


Whitehouse, P. (2012). Vleermuizen. Etten- leur: Corona.
Savage, S. (2007).Pad. Etten- leur: Corona.
Lefevre, A. (2005). Kikkers en padden. Hasselt: Clavis.
Savage, S. (2007). Muis. Etten- leur: Corona.
Frattini, S. (2004). Muizen. Leidschendam : Biblion

Post, H. & Goede, I. (2005). Kriebelpoten. Rotterdam: Lemniscaat.


Halewijn, S. (2004). Uilenvlucht. Utrecht: KNNV.
Bergeron, A., Quintin, M. & Sampar. (2013). Wist je dat? Uil. Tilburg: Zwijsen.
Mller, A. (2007). De jonge steenuil. Rijswijk: De Vier Windstreken.
Werkpunt(en)
-ik zet de filmpjes al op voorhand klaar.

Aantal bijlagen

Duur

Fasering

per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en


omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid

in min.

Leerinhoud (WAT)

1.

Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)

Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht

Groep
De leerlingen

Dag- en nachtdieren
De leerlingen kunnen de dagdieren op de juiste plaats
kleven.
De leerlingen kunnen de nachtdieren op de juiste plaats
kleven.

Internet

Nachtdieren:
- uil
- vleermuis
- pad
- wolf
Dagdieren:
- koeien
- vlinders
- vogel

K
Zegt: Ik heb een spelletje gevonden op het internet,
maar ik heb jullie hulp nodig.

Luisteren

Zegt: Ik zal zo dadelijk het spelletje aanzetten. Wij


moeten de dagdieren en de nachtdieren op de juiste
plaats hangen

Luisteren

Vraagt: Wie begrijpt het niet?

Antwoorden

Laat het spelletje zien

Kijken

Vraagt: Wie ziet er al een nachtdier?

Antwoorden

Duidt een leerling aan


Zegt: Goed zo!

Luisteren

Vraagt: Wie ziet er al een dagdier?

Antwoorden

Zelfde werkwijze voor de rest


Zegt: Goed gewerkt, bedankt om mij te helpen
25

2.

Luisteren

Ontdekdozen
De leerlingen kunnen de gevonden informatie aan
anderen vertellen.
De leerlingen kunnen de informatie begrijpen.
De leerlingen kunnen luisteren naar elkaar.
- zie bijlage
In elke doos gaat er een dier zijn, maar ook een boek en
een envelop.

Doos
Boeken
Envelop

Zegt: Zo dadelijk gaan jullie in groepjes werken.


Jullie krijgen per groep een doos. In de doos kan je
een dier, een envelop en een boek vinden. Jullie
moeten proberen om het boek te lezen en ook de
informatie die in het envelop zit. Als je klaar bent
moet je van voor komen en vertellen wat je bent te
weten gekomen over het dier.
Vraagt: Zijn er nog vragen?

Luisteren

Antwoorden

Verdeelt de groepjes en de dozen


Zegt: Jullie mogen beginnen.

Luisteren

Gaat rond en helpt waar nodig


Zegt: De tijd is om. Het eerste groepje mag komen.
Duidt iemand aan

Luisteren

Duur

Fasering

Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid

in min.

Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)

Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht
Zegt: Jullie mogen beginnen.

Groep
De leerlingen

Voeren de opdracht uit

Zelfde werkwijze voor de drie andere groepen.


40

3.

Filmpjes en invullen
De leerlingen kunnen aandachtig kijken naar een
filmpje.
De leerlingen kunnen de zinnen aanvullen aan de hand
van het filmpje.
De leerlingen kunnen de juiste uitspraak koppelen aan
een dier.

Bundel

Bundel: zie bijlage


Dieren:
- uil
- vleermuis
- muis
- poes
- pad
- egel

Deelt de bundels uit


Zegt: Ik laat een filmpje zien en jullie moeten
proberen om de zinnen aan te vullen.

Luisteren

Vraagt: Heeft iedereen het begrepen?

Antwoorden

Toont het filmpje

Kijken

Zegt: Jullie mogen nu de tekst aanvullen.

Voeren de opdracht uit

Vraagt: Wie is er nog niet klaar?

Antwoorden

Zegt: Wij gaan het nu overlopen.

Luisteren

Vraagt: Wat heb je geschreven?

Antwoorden

Schrijft de woorden op het bord.

Kijken

Zelfde werkwijze voor de andere vijf dieren.


Zegt: Bij oefening twee moet je de juiste uitspraak
koppelen aan het juiste dier.

Luisteren

Vraagt: Wie wil de eerste uitspraak eens lezen?

Lezen

Zegt: Schrijf het nummertje van het dier waarvan je


denkt dat hij die heeft uitgesproken.

Luisteren

Zegt: Bij oefening drie gaan we herhalen wat we


gezien hebben.

Luisteren

Leest het tekstje voor en zegt: Vul in.

Luisteren en vullen in

Zelfde werkwijze voor de vijf andere uitspraken

4.

Quiz
De leerlingen kunnen de leerstof in een spelvorm
toepassen.
De leerlingen kunnen de vragen goed oplossen.

Kaarten

Deelt de kaartjes uit.


Zegt: Ik ga zo dadelijk een paar stellingen zeggen.

Duur

Fasering

Leerinhoud (WAT)
per lesfase noteer je een duidelijke titel, tenminste n leerdoel en
omschrijf je zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof of de vaardigheid

in min.

Stellingen:
-

De
De
De
De
De
De

vleermuis kan heel goed zien.


poes is een dagdier.
pad lust geen insecten.
egel heeft heel grote ogen.
muis heeft geen tanden, hij slikt zijn eten direct.
uil slaapt op de grond.

Onderwijsleermiddelen
(WAARMEE)

Onderwijsleeractiviteiten (HOE)
De leerkracht

Groep
De leerlingen

Als jullie denken dat de stelling juist is dan moeten


jullie je groene kaartjes omhoog houden, maar als
jullie denken dat de stelling fout is dan moeten jullie
je rode kaartjes omhoog houden.

Luisteren

Stelt de vragen

Luisteren

Zegt: Als je denkt dat het juist is, steek dan je


groene kaartje omhoog. Als je denkt dat het fout is
dan steek je jouw rode kaartje omhoog.

Voeren de opdracht uit

Vraagt: Waarom is dit juist/fout?

Antwoorden

Bordschema

Nachtdieren
17/11/14
Voorbeelden van dieren

Filmpjes + spelletje

Aanvullingen

You might also like