Professional Documents
Culture Documents
DUURZAME BEDRIJVENTERREINEN
DEURNE
30-01
1. Inleiding
Sinds de tweede helft van de jaren negentig worden bedrijventerreinen vaak in een adem
genoemd met de termen duurzaam of duurzaamheid. Voor velen is de term ‘duurzaam
bedrijventerrein’ nog altijd vreemd en ongrijpbaar. Een terrein ‘vergaat’ immers niet zomaar.
Met een duurzaam bedrijventerrein wordt dan ook bedoeld: een terrein waar door intensieve
samenwerking tussen bedrijven onderling én de lokale overheid veranderingen op gang
worden gebracht. Veranderingen in de inrichting van terreinen en in bedrijfsprocessen, met
als doel het behalen van betere bedrijfsresultaten, minder milieubelasting en een intensiever
gebruik van de beschikbare ruimte op bestaande en nieuwe terreinen. Kortom, veranderingen
die voor zowel bedrijven als overheden voordelen met zich mee brengen, ofwel, win-win
situaties. (Voor begripsbepalingen, zie Bijlage I).
Op basis van het boven omschreven uitgangspunt zijn in Nederland, sinds medio jaren 90, tal
van verduurzamingsprojecten geformuleerd en van start gegaan. Deze projecten lopen uiteen
van groot- tot kleinschalig, met hoge tot gematigde ambitieniveaus, kansrijk en minder
kansrijk. De vorm en de onderwerpen van de projecten zijn daarbij zeer divers. De
doelstelling is echter in alle gevallen: het gezamenlijk behalen van voordeel op het gebied van
milieu, economie en ruimte. Belangrijke elementen voor het totstandkomen van projecten zijn
de initiatie vanuit het bedrijfsleven zelf, de samenwerking met de gemeente en de
aanwezigheid van een breed draagvlak, zowel onder de bedrijven als de lokale overheid. De
geijkte samenwerkende partners daarbij zijn: bedrijven, belangenorganisaties zoals
bedrijvenverenigingen, gemeenten, provincie en Kamers van Koophandel.
Momenteel is ook in Deurne de tijd rijp voor het gemeentebreed starten van het traject
‘duurzame bedrijventerreinen’. Draagvlak onder het bedrijfsleven en de gemeente is dan ook
in ruime mate aanwezig. Door als gemeente in het proces een verankerde positie in te nemen
in zowel de op te zetten organisatie ‘Duurzame Bedrijventerreinen Deurne’, als in de interne
gemeentelijke organisatie en daarmee als samenwerkingspartner met het Deurnese
bedrijfsleven het verduurzamingsproces concreet vorm te geven en te participeren in projecten
die leiden tot duurzame oplossingen en resultaten op het gebied van met name economie,
milieu en ruimtelijke inrichting.
A) Duurzaamheid
Duurzame vitalisering houdt in dat bedrijven, met steun van de gemeente trachten inhoud te
geven aan een goede symbiose tussen economie en milieu, met als insteek: zuinig
energiegebruik, doelmatig ruimtegebruik en zorg voor het milieu.
2
B) Parkmanagement
Bij parkmanagement gaat het over het beheer van bedrijventerreinen, de beveiliging, de
aankleding, de routing, de ontsluiting, het onderhoud, de uitstraling, de beeldkwaliteit, etc.
C) Facility- management
Bij facility- management is er sprake van samenwerkingsconstructies, die direct leiden tot
lagere kosten. Dit kan in de vorm van collectieve contracten of raamcontracten (bijvoorbeeld
inkoopcontracten), maar ook in de vorm van gezamenlijke diensten (kinderopvang etc.).
Sinds juni van dit jaar zijn in het kader van ‘duurzame bedrijventerreinen’ de eerste, concrete
aanzetten gemaakt om te komen tot een constructieve samenwerking tussen de gemeente en
het Deurnese bedrijfsleven èn het bedrijfsleven onderling. Deze ontwikkeling sluit aan op de
landelijke ontwikkeling ‘Duurzame Bedrijventerreinen’ die zich sinds een aantal jaren heeft
ingezet en in de inleiding nader is omschreven.
Van essentieel belang hierbij is dat ook nu in Deurne het initiatief en het kweken van
draagvlak wordt geïnitieerd vanuit de bedrijven zelf, in samenwerking met de gemeente.
Vanuit het verleden is gebleken dat duurzaamheidprojecten alleen een kans van slagen hebben
indien de bedrijven zelf het voortouw nemen, de gemeente als samenwerkingspartner hierbij
betrekken, waarbij laatstgenoemde een faciliterende, ondersteunende en waar nodig
subsidiërende rol speelt (De gemeente vervult hierbij dus geen voortrekkersrol).
3
Leemskuilen en de Spoorzone. Deze voorlichtingsbijeenkomsten hadden de volgende
doelstellingen:
• Om uitleg te geven over het begrip duurzaam bedrijventerrein, welke voordelen daarmee
gezamenlijk te behalen zijn en wat de haken en ogen zijn. Belangrijke rollen waren hier
weggelegd voor ondernemers van andere Brabantse industrieterreinen, die een
enthousiasmerend doch realistisch beeld schetsten van de aanpak op ‘hun
bedrijventerrein’.
• Om ‘de neuzen nogmaals in de juiste richting te krijgen’ door middel van peptalks van één
van de initiatiefnemers en burgemeester Daandels.
De Spoorzone kent een tweetal aspecten die de situatie problematischer maken dan op De
Leemkuilen / De Kranenmortel: Het aspect wonen/werken en het aspect voorontwerp-
bestemmingsplan Spoorzone.
Het verschijnsel ‘wonen en werken’ op de Spoorzone uit zich in uiteenlopende en daarmee
botsende belangen. Uiteraard gaan bedrijven op een bedrijventerrein ervan uit dat zij de
mogelijkheden krijgen om zo veel mogelijk te groeien en de bedrijfsactiviteiten verder uit te
breiden. Bewoners daarentegen zien graag dat hun leefomgeving (verder) wordt verbeterd en
dat (steeds) minder hinder wordt ondervonden, in welke vorm dan ook, van de
bedrijfsactiviteiten in hun omgeving.
De Initiatiefgroep is op dit moment toe aan een aantal vervolgstappen: Het opzetten van een
organisatiestructuur, het aanstellen van een projectmanager, het aanvragen van subsidie en het
starten met een concreet project, bijvoorbeeld ‘bewegwijzering’ om de vaart er enigszins in te
houden.
3 Standpuntbepaling
Het projectresultaat dient in te houden dat de gemeente Deurne als samenwerkingspartner met
het Deurnese bedrijfsleven het verduurzamingproces concreet vorm geeft en tot duurzame
oplossingen en resultaten komt op het gebied van met name economie, milieu en ruimtelijke
inrichting. De gemeente treedt daarbij faciliterend op als sparring partner, adviseur en, waar
nodig, subsidiënt richting bedrijfsleven.
Voorstel:
Het onderschrijven van het belang om te komen tot duurzame bedrijventerreinen in Deurne.
Eerdere trajecten in Nederland op het gebied van ‘duurzame bedrijventerreinen’ tonen aan dat
deze trajecten vaak langdurig en moeizaam zijn. Redenen hiervoor zijn de veelheid aan
betrokken partijen waaronder draagvlak gecreëerd moet worden, de organisatievorm waarin
de samenwerking gegoten moet worden en de complexiteit en gevarieerdheid aan
onderwerpen op het gebied van economie, milieu en ruimte, die hierbij van belang zijn.
Daarnaast is er het probleem dat er voortdurend projecten gaande moeten zijn om het proces
en daarmee het draagvlak levend te houden.
Het ambitieniveau inzake een duurzaam bedrijventerrein kan pas worden vastgesteld nadat de
betrokken bedrijven en de gemeente, op basis van een uitvoerig onderzoek hebben laten
vaststellen, welke onderwerpen gezamenlijk in het kader van de verduurzaming kunnen
worden aangepakt. Voorbeelden hiervan zijn: Op het gebied van Ruimtelijke Ordening: de
herinrichting van bedrijventerreinen, herstructurering van bedrijventerreinen, intensief
ruimtegebruik, etc. Op het gebied van milieu: gezamenlijke afvalinzameling, hergebruik van
afvalwater, hergebruik van restenergie, etc. Op economisch gebied: gezamenlijke inkoop van
energie, kantoorartikelen, groenvoorziening, besteldiensten, etc. Op sociaal vlak: uitwisseling
5
van personeel, vervoer en de gezamenlijke aanpak van de WAO-problematiek. Zo zijn er tal
van andere voorbeelden op uiteenlopende gebieden te noemen.
De gemeente heeft hier een rol in het afbakenen, samen met het bedrijfsleven, van het
haalbare ambitieniveau.
Het ambitieniveau van de gemeente dient dan ook op deze twee uitgangspunten te zijn
gebaseerd:
• Het aansluiten en het zich committeren aan het ambitieniveau dat samen met het
bedrijfsleven, op basis van een onderzoek, wordt vastgesteld.
• Het zich profileren als vaste en actieve samenwerkingspartner in het traject duurzame
bedrijventerreinen, waarbij de gemeente zowel bestuurlijk als ambtelijk zitting heeft in de
organisatiestructuur, als initiator van projecten, als adviseur, als leverancier van
ondersteunende diensten en als subsidiënt.
Hoewel het verduurzamingproces voornamelijk een zaak is van bedrijven en gemeente dient
in het geval van de Spoorzone rekening te worden gehouden met de belangen van de
bewoners. Deze belangen zullen met name naar voren komen daar waar het gaat om
infrastructuur en ruimtelijke inrichting. Het is dan ook van belang om gericht en duidelijk te
communiceren richting bewoners vanuit zowel de initiatiefgroep als gemeente. Daarnaast
moeten zij in het traject worden betrokken door afgevaardigden van de bewoners zitting te
laten nemen in de projectgroep en de relevante werkgroepen van de op te richten
organisatiestructuur.
Voorstel:
• Algemene bedrijfsgegevens
• De bedrijfssituatie
• Huisvestings-, uitbreidings-, verplaatsingsbehoeften
• Bereikbaarheid
• Voorzieningen
• Beheer
• Hinder
• Visievorming
6
Voorbeelden van wat inmiddels is gebeurd zijn: voor De Kranenmortel / De Leemskuilen:
onderhoud van de wegen, bluswatervoorziening, verbeteren ontsluitingsstructuur. Voor de
Spoorzone: Opstellen voorontwerpbestemmingsplan, aanleg nieuwe riolering, verplaatsen van
de gemeentewerf, verha rden van de weg langs de spoorlijn. Wat nog moet gebeuren is de
verbetering van de bewegwijzering en groenvoorziening en het aanpakken van de
parkeerproblematiek.
Tot het moment dat er nieuwe belangstelling ontstond voor duurzame bedrijventerreinen, is
geen (actieve) aandacht geschonken aan de onderzoeksrapporten. In het licht van de nieuwe
ontwikkelingen op dit gebied is het noodzakelijk om de status en handreikingen van de
rapporten opnieuw te bezien.
Voorstel:
Binnen het traject duurzame bedrijventerreinen, speelt de gemeente, naast het bedrijfsleven
een belangrijke en vaak cruciale rol. Deze rol komt op meerdere manieren tot uiting:
• Als partner in verband met de milieuaspecten die onlosmakelijk met deze verduurzaming
zijn verbonden
Gezien het belang van het proces ‘duurzame bedrijventerreinen’ en de cruciale rol die de
gemeente daarin in tal van opzichten speelt, is het van het grootste belang om als gemeente
een rol in te nemen, die enerzijds vast verankerd is in de organisatiestructuur die ten behoeve
van dit proces zal worden opgezet zodat als gelijkwaardige partner kan worden opgetreden en
die anderzijds vast verankerd is in de interne organisatie zodat de deelname aan het proces
vanuit de gemeente zelf zo soepel mogelijk kan verlopen.
7
Voorstel:
Vast te stellen dat de gemeente een belangrijke rol vervult in het proces duurzame
bedrijventerreinen.
De Spoorzone heeft te maken met het aspect ‘wonen en werken op het industrieterrein’. Een
logisch gevolg van deze situatie zijn de uiteenlopende en daarmee mogelijk botsende
belangen van enerzijds ondernemers en anderzijds bewoners. Eén van de doelstellingen van
het duurzaamheidstraject is evenwel om belanghebbende partijen; bedrijven, bewoners en
gemeente zoveel mogelijk tot elkaar te brengen en samenwerkingsverbanden op gang te
brengen. Een goed gestructureerde, wederzijdse communicatie en dialoog zijn daarbij van
essentieel belang. Teneinde dit te kunnen realiseren is het noodzakelijk dat de bewoners en de
wijkraad (St. Jozef) actief in zowel het proces in het algemeen, als in de op te richten
organisatiestructuur, worden betrokken. Dit betekent dat afgevaardigden van bewoners en de
wijkraad binnen de op te richten organisatievorm zitting (kunnen) nemen in de stuurgroep, de
projectgroep en de relevante werkgroepen. Zowel bedrijven, bewoners als gemeente hebben
al in een eerder stadium aangegeven dat intensief overleg en nauwe samenwerking deze
belanghebbende partijen noodzakelijk is.
Voorstel
Gezien het belang van het proces ‘duurzame bedrijventerreinen’ en de cruciale rol die de
gemeente daarin in tal van opzichten speelt, is het van het grootste belang om als gemeente
een positie in te nemen die enerzijds vast is verankerd in de op te zetten organisatiestructuur
die ten behoeve van ‘Duurzame Bedrijventerreinen Deurne (DBD)’ zal worden opgezet, zodat
als gelijkwaardige partner kan worden opgetreden. Dit betekent dat de portefeuillehouder
Economische Zaken binnen de organisatievorm zitting neemt in de stuurgroep, dat de
gemeentelijke (intern) projectleider zitting heeft in de projectgroep en dat, afhankelijk van het
onderwerp, gespecialiseerde ambtenaren deelnemen in de specifieke werkgroepen.
8
Organisatiestructuur Duurzame Bedrijventerreinen Deurne (DBD)
Stuurgroep:
Afgevaardigden uit
Initiatiefgroep
Bewoners/Wijkraad
Portefeuilleh. EZ
DIC
Provincie/PIT
KvK
Projectleider:
(Extern deskundige)
Projectgroep:
Vertegenw. Werkgevers
Vertegenw. Bedrijventerreinen
Bedrijfscontactfunctionaris
Vertegenw. Provincie (PIT)
Vertegenw. KvK
Werkgroepen:
Milieu Infrastructuur Economie Inkoop Etc. Etc. Etc.
Door deze hechte in- en externe verankering is men als gemeente verzekerd van continue
betrokkenheid bij het proces. Anderzijds verplicht het de gemeente tot een volledig
commitment om in het verduurzamingproces actief mee te werken en te denken, inhoudelijke,
fysieke en financiële bijdragen te leveren, teneinde te komen tot concrete resultaten en
oplossingen die voor zowel het bedrijfsleven als gemeente voordelen met zich mee brengen
(win-win situaties).
Voorstel:
7) De interne projectorganisatie
Voor het creëren van intern draagvlak en om het proces vanuit de gemeentelijk organisatie te
stroomlijnen en zo soepel mogelijk te laten verlopen, dient interne verankering plaats te
vinden door middel van het opzetten van een interne projectorganisatie. Daarnaast is een
goede projectorganisatie van belang voor een doelmatige samenwerking en deelname in het
verduurzamingproces, in de organisatiestructuur en in de uiteenlopende werkgroepen.
Centraal punt binnen de interne projectorganisatie vormt de aan te stellen intern projectleider,
9
de bedrijfscontactfunctionaris vanuit Economische Zaken. Deze draagt zorg voor de interne
coördinatie en de externe contacten.
Afstemming binnen de organisatie voor terreingerichte projecten door middel van een
bijeenkomst uit de disciplines:
- ruimtelijke ordening
- economische zaken
- milieu
- verkeer en vervoer
- beheer en onderhoud/ openbare werken
- welzijn (dorps- en wijkraadcoördinator)
Vervolgens, het opzetten van een interne projectgroep bestaande uit de bovengenoemde
disciplines.
• Het zorg dragen voor voldoende capaciteit en prioriteit bij de teamleden d.m.v. afspraken
op gemeentelijk managementniveau
• De ‘opgave’ scherp te stellen, bestaande uit:
• De thema’s waarop duurzame versterking noodzakelijk zijn, met een voorlopige
prioritering.
• Het na te streven resultaat in hoofdlijnen
• Het maken van werkafspraken, bestaande uit:
• De projectorganisatie en de rol van de betrokkenen daarin
• De wijze van overleg, de secretariaatsfunctie
Projectleider:
(EZ)
Projectgroep:
Afgevaardigden
onderstaande
disciplines
Werkgroepen:
Milieu EZ RO OW SZ Welzijn Communicatie
10
Rol van de projectleider:
Voorstel:
8) Financiële middelen
Trajecten in het kader van duurzame bedrijventerreinen brengen de nodige kosten met zich
mee, met name in de opstartfase. Hoewel een groot deel van de kosten kunnen worden
gefinancierd door middel van de Novemregeling ‘Duurzame bedrijventerreinen’, is een
‘startkapitaal’ vereist om zaken op de rit te zetten. Zo zijn er voor zowel bedrijven en
gemeente tijd en kosten gemoeid in de huidige fase van voorlichting en het creëren van
draagvlak. Vervolgens voor het opzetten van de organisatiestructuur, het opzetten van de
projectgroepen en het aanstellen van een externe projectleider. De gemeente kan hierin een
aanjagende en stimulerende rol spelen door deze opstartfase financiële bijdragen te leveren.
Deze financiële bijdragen zijn vaak het vereiste ‘duwtje in de rug’ om het
verduurzamingsproces op gang te brengen. Bijdragen van bedrijven in dit stadium bestaan
veelal uit een inbreng in uren en beperkte out of pocket kosten. In de loop van het traject is
het echter de bedoeling dat het verduurzamingproces zichzelf bedruipt, door middel van
‘winsten’ die terugvloeien uit de behaalde resultaten van de projecten op het gebied van
milieu, economie en human resources, contributies van de deelnemende bedrijven en
nationale en provinciale subsidies. Daar waar projecten worden opgezet die verband houden
met de ruimtelijke inrichting (infrastructuur, bedrijfsverplaatsingen, bestemmingsplannen,
segmentering, etc.) zal de gemeente financiële bijdragen moeten leveren teneinde de projecten
te kunnen financieren. (Ook hier bestaat evenwel de mogelijkheid om gebruik te maken van
subsidieregelingen zoals bijvoorbeeld de TIPP-regeling en ISV).
Budget:
In het kader van projecten voor duurzame bedrijventerreinen zijn momenteel de volgende
middelen beschikbaar:
11
Revitalisering bedrijventerreinen: € 381.629,16
Projecten Economisch Actieplan: € 22.689,01
Wat betreft de middelen uit de grondexploitatie (5% opslag industriegrond), dient nader in
kaart te worden gebracht welke bedragen beschikbaar zijn en waren voor de revitalisering,
zoals besloten in het kader van de begroting 2000, op 9 november 1999. (Zie notulen
gemeenteraad van 9 november 1999, pag. 56 en verder).
Voorstel:
In te stemmen met het inzetten van de reserves revitalisering bedrijventerreinen als primaire
financieringsbron voor projecten in het kader van duurzame bedrijventerreinen Deurne.
• Het voorfinancieren van de aan te stellen externe projectleider die het traject ‘duurzame
bedrijventerreinen’ 1 dag per week gaat coördineren en zorg draagt voor de continuïteit.
Tevens voert deze het onderzoek uit voor de vaststelling van de vraag welke onderwerpen
er op het gebied van milieu, economie en human resources aanwezig zijn, die gezamenlijk
in het kader van de verduurzaming kunnen worden aangepakt. Het betreft hier een
voorfinanciering die middels Novemsubsidie zal terugvloeien.
• Het opstarten van een eerste project op het gebied van bewegwijzering, waarmee relatief
snel en met beperkte kosten van start kan worden gegaan en waarmee het effect van de
samenwerking op korte termijn tastbaar kan worden aangetoond.
Stappenplan 2002:
Aanstelling projectleider
Nieuwsbrieven DBD
Opstellen Masterplan
12