You are on page 1of 12

STARTNOTITIE

DUURZAME BEDRIJVENTERREINEN
DEURNE

30-01

Plan van aanpak voor het


verduurzamen van de
bedrijventerreinen in Deurne
in samenwerking met het
bedrijfsleven
Duurzame Bedrijventerreinen Deurne

1. Inleiding

Sinds de tweede helft van de jaren negentig worden bedrijventerreinen vaak in een adem
genoemd met de termen duurzaam of duurzaamheid. Voor velen is de term ‘duurzaam
bedrijventerrein’ nog altijd vreemd en ongrijpbaar. Een terrein ‘vergaat’ immers niet zomaar.
Met een duurzaam bedrijventerrein wordt dan ook bedoeld: een terrein waar door intensieve
samenwerking tussen bedrijven onderling én de lokale overheid veranderingen op gang
worden gebracht. Veranderingen in de inrichting van terreinen en in bedrijfsprocessen, met
als doel het behalen van betere bedrijfsresultaten, minder milieubelasting en een intensiever
gebruik van de beschikbare ruimte op bestaande en nieuwe terreinen. Kortom, veranderingen
die voor zowel bedrijven als overheden voordelen met zich mee brengen, ofwel, win-win
situaties. (Voor begripsbepalingen, zie Bijlage I).

Op basis van het boven omschreven uitgangspunt zijn in Nederland, sinds medio jaren 90, tal
van verduurzamingsprojecten geformuleerd en van start gegaan. Deze projecten lopen uiteen
van groot- tot kleinschalig, met hoge tot gematigde ambitieniveaus, kansrijk en minder
kansrijk. De vorm en de onderwerpen van de projecten zijn daarbij zeer divers. De
doelstelling is echter in alle gevallen: het gezamenlijk behalen van voordeel op het gebied van
milieu, economie en ruimte. Belangrijke elementen voor het totstandkomen van projecten zijn
de initiatie vanuit het bedrijfsleven zelf, de samenwerking met de gemeente en de
aanwezigheid van een breed draagvlak, zowel onder de bedrijven als de lokale overheid. De
geijkte samenwerkende partners daarbij zijn: bedrijven, belangenorganisaties zoals
bedrijvenverenigingen, gemeenten, provincie en Kamers van Koophandel.

2. Uitgangssituatie Bedrijventerreinen Deurne

2.1 Waarom Duurzame Bedrijventerreinen Deurne

Momenteel is ook in Deurne de tijd rijp voor het gemeentebreed starten van het traject
‘duurzame bedrijventerreinen’. Draagvlak onder het bedrijfsleven en de gemeente is dan ook
in ruime mate aanwezig. Door als gemeente in het proces een verankerde positie in te nemen
in zowel de op te zetten organisatie ‘Duurzame Bedrijventerreinen Deurne’, als in de interne
gemeentelijke organisatie en daarmee als samenwerkingspartner met het Deurnese
bedrijfsleven het verduurzamingsproces concreet vorm te geven en te participeren in projecten
die leiden tot duurzame oplossingen en resultaten op het gebied van met name economie,
milieu en ruimtelijke inrichting.

Het is nu zaak om vanuit dit draagvlak de Deurnese ‘verduurzamingstrajecten


bedrijventerreinen’ te concretiseren teneinde de kwaliteit van de Deurnese bedrijventerreinen
te verbeteren en in de toekomst veilig te stellen op bovengenoemde gebieden. Op korte
termijn moeten de gezamenlijke inspanningen leiden tot het opzetten van een
organisatiestructuur en een Masterplan waarin wordt beschreven welke kansen en
mogelijkheden er in Deurne liggen op het gebied van duurzame bedrijventerreinen.
Op termijn moeten de gezamenlijke inspanningen daadwerkelijk leiden tot:

A) Duurzaamheid
Duurzame vitalisering houdt in dat bedrijven, met steun van de gemeente trachten inhoud te
geven aan een goede symbiose tussen economie en milieu, met als insteek: zuinig
energiegebruik, doelmatig ruimtegebruik en zorg voor het milieu.
2
B) Parkmanagement
Bij parkmanagement gaat het over het beheer van bedrijventerreinen, de beveiliging, de
aankleding, de routing, de ontsluiting, het onderhoud, de uitstraling, de beeldkwaliteit, etc.

C) Facility- management
Bij facility- management is er sprake van samenwerkingsconstructies, die direct leiden tot
lagere kosten. Dit kan in de vorm van collectieve contracten of raamcontracten (bijvoorbeeld
inkoopcontracten), maar ook in de vorm van gezamenlijke diensten (kinderopvang etc.).

2.2 Ontwikkelingen tot juni 2001: Rapporten Revitaliseringonderzoek 1998

In 1998 zijn voor respectievelijk de bedrijventerreinen De Kranenmortel / De Leemskuilen en


de Spoorzone onderzoeken uitgevoerd in het kader van de revitaliseringmogelijkheden van
beide terreinen. In de uitgevoerde onderzoeken lag de nadruk op één aspect van duurzame
bedrijventerreinen; de fysieke infrastructuur. De onderzoeken geven dan ook voor beide
terreinen een overzicht van de positieve en negatieve aspecten, wat er inmiddels gebeurd is en
wat er in dit opzicht nog zou kunnen. (Voor beide rapporten en een overzicht van de
conclusies van beide rapporten zie bijlage II).

2.3 Ontwikkelingen vanaf juni 2001: Initiatiefgroep Duurzame Bedrijventerreinen Deurne

Sinds juni van dit jaar zijn in het kader van ‘duurzame bedrijventerreinen’ de eerste, concrete
aanzetten gemaakt om te komen tot een constructieve samenwerking tussen de gemeente en
het Deurnese bedrijfsleven èn het bedrijfsleven onderling. Deze ontwikkeling sluit aan op de
landelijke ontwikkeling ‘Duurzame Bedrijventerreinen’ die zich sinds een aantal jaren heeft
ingezet en in de inleiding nader is omschreven.

Van essentieel belang hierbij is dat ook nu in Deurne het initiatief en het kweken van
draagvlak wordt geïnitieerd vanuit de bedrijven zelf, in samenwerking met de gemeente.
Vanuit het verleden is gebleken dat duurzaamheidprojecten alleen een kans van slagen hebben
indien de bedrijven zelf het voortouw nemen, de gemeente als samenwerkingspartner hierbij
betrekken, waarbij laatstgenoemde een faciliterende, ondersteunende en waar nodig
subsidiërende rol speelt (De gemeente vervult hierbij dus geen voortrekkersrol).

In eerste instantie zijn op twee industrieterreinen, De Kranenmortel / De Leemskuilen en de


Spoorzone initiatiefgroepen gevormd, waarin ondernemers van betreffende terreinen samen
met de gemeente, de kar trekken. Sinds juni dit jaar is er regelmatig overleg tussen de
gemeente en de initiatiefgroepen. Vanuit de gemeente wordt zowel bestuurlijk als ambtelijk
geparticipeerd vanuit Economische Zaken. Vanaf het begin zijn deze gesprekken constructief
en staan in het teken van samenwerking. Het beoogde doel is om zo spoedig mogelijk een
start te maken met concrete duurzaamheidsprojecten.
Een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van duurzame bedrijventerreinen is het op
één lijn krijgen van (de meerderheid) de bedrijven op een bedrijventerrein. De wil om samen
te werken moet een draagvlak hebben onder een substantieel deel van de aanwezige
bedrijven. Projecten moeten immers gezamenlijk worden aangepakt. De breedte van het
draagvlak is vooraf door de initiatiefgroep gemeten door belrondes en mailings. Hieruit bleek
dat dit draagvlak vanaf het begin zeer hoog was, rond de 80% van de bedrijven.

Vervolgstap was het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten die op 30 augustus 2001 en


26 november 2001 hebben plaats gevonden voor respectievelijk de Kranenmortel / De

3
Leemskuilen en de Spoorzone. Deze voorlichtingsbijeenkomsten hadden de volgende
doelstellingen:

• Om uitleg te geven over het begrip duurzaam bedrijventerrein, welke voordelen daarmee
gezamenlijk te behalen zijn en wat de haken en ogen zijn. Belangrijke rollen waren hier
weggelegd voor ondernemers van andere Brabantse industrieterreinen, die een
enthousiasmerend doch realistisch beeld schetsten van de aanpak op ‘hun
bedrijventerrein’.

• Om nogmaals het commitment te peilen van de aanwezige ondernemers om daadwerkelijk


samen de revitalisering ter hand te nemen.

• Om ‘de neuzen nogmaals in de juiste richting te krijgen’ door middel van peptalks van één
van de initiatiefnemers en burgemeester Daandels.

De Spoorzone kent een tweetal aspecten die de situatie problematischer maken dan op De
Leemkuilen / De Kranenmortel: Het aspect wonen/werken en het aspect voorontwerp-
bestemmingsplan Spoorzone.
Het verschijnsel ‘wonen en werken’ op de Spoorzone uit zich in uiteenlopende en daarmee
botsende belangen. Uiteraard gaan bedrijven op een bedrijventerrein ervan uit dat zij de
mogelijkheden krijgen om zo veel mogelijk te groeien en de bedrijfsactiviteiten verder uit te
breiden. Bewoners daarentegen zien graag dat hun leefomgeving (verder) wordt verbeterd en
dat (steeds) minder hinder wordt ondervonden, in welke vorm dan ook, van de
bedrijfsactiviteiten in hun omgeving.

Onder zowel de bedrijven als bewoners op de Spoorzone bestaat de nodige onduidelijkheid


over het voorontwerpbestemmingsplan Spoorzone. Aan de initiatiefgroep is daarom
duidelijkheid verschaft over de inspraakprocedures en de mogelijkheid voor bedrijven en
bewoners om in dit proces nog altijd een stem te kunnen inbrengen. Voorts is het
voorontwerp, een maand voordat het de officiële inspraak ingaat, inmiddels voorgelegd aan
het DIC, de OVD, Initiatiefgroep Spoorzone en de Wijkraad, zodat alle belanghebbenden in
feite vooraf het voorontwerpbestemmingsplan kunnen beoordelen.

Ondanks de verschillende karakteristieken van de Deurnese bedrijventerreinen, is het vanuit


meerdere oogpunten logisch en wenselijk om de te doorlopen trajecten op de terreinen te laten
samengaan:
Het opzetten van een organisatiestructuur vereist behoorlijke inspanningen van de
initiatiefgroep en de gemeente. Het inroepen van externe ondersteuning (PIT /KvK) is daarbij
noodzakelijk. Tevens zijn er de nodige kosten mee gemoeid. De doelstellingen van de
organisatiestructuur zijn: het uitzetten, uitvoeren en monitoren van duurzaamheidprojecten en
het beheren van financiële (subsidie)middelen. De verschillende situaties en tempo’s van de
terreinen hoeven elkaar echter niet te bijten.
Het feit dat terreinen van elkaar verschillen, met andere belangen, probleme n en tempo’s
hoeft geen obstakel te vormen voor een gemeentebrede organisatiestructuur: Daar waar
gemeenschappelijke belangen zijn, kan men aanhaken, daar waar een specifiek probleem ligt,
kan een aparte werkgroep worden opgezet. In het kader van duurzame bedrijventerreinen
wordt zoveel mogelijk gestreefd naar samenwerking. Ook vanuit deze invalshoek is het aan te
bevelen om één organisatiestructuur op te zetten. Tot slot geeft één organisatiestructuur meer
kansen op het binnenhalen van subsidiegelden (schaalgrootte).
Aangezien in het kader van ‘duurzame bedrijventerreinen’ de doelstellingen en belangen van
beide initiatiefgroepen dezelfde zijn, is inmiddels één initiatiefgroep gevormd waarin, samen
met de gemeente, wordt samengewerkt onder de naam ‘Initiatiefgroep Duurzame
4
Bedrijventerreinen Deurne’. (Het betreft de bedrijven Oskomera, Nooyen, Artofil Brakat,
Driessen, Habek en Beckers, het DIC en de gemeente Deurne). Tevens is ervoor gekozen om
het traject gemeentebreed aan te pakken. Dat wil zeggen dat alle bedrijventerreinen (inclusief
’t Rijt en de terreinen in Liessel en Neerkant) actief bij het proces worden betrokken.

De Initiatiefgroep is op dit moment toe aan een aantal vervolgstappen: Het opzetten van een
organisatiestructuur, het aanstellen van een projectmanager, het aanvragen van subsidie en het
starten met een concreet project, bijvoorbeeld ‘bewegwijzering’ om de vaart er enigszins in te
houden.

3 Standpuntbepaling

Het projectresultaat dient in te houden dat de gemeente Deurne als samenwerkingspartner met
het Deurnese bedrijfsleven het verduurzamingproces concreet vorm geeft en tot duurzame
oplossingen en resultaten komt op het gebied van met name economie, milieu en ruimtelijke
inrichting. De gemeente treedt daarbij faciliterend op als sparring partner, adviseur en, waar
nodig, subsidiënt richting bedrijfsleven.

1) Het onderschrijven van het belang van duurzame bedrijventerreinen Deurne

Om de kwaliteit van de Deurnese bedrijventerreinen te verbeteren en in de toekomst veilig te


stellen op het gebied van de ruimtelijke inrichting, milieu en economie is het noodzakelijk om
nu een start te maken met het proces duurzame bedrijventerreinen. Dit kan worden
gerealiseerd door in nauwe samenwerking tussen bedrijven onderling én in nauwe
samenwerking met de gemeente veranderingen in gang te zetten. Veranderingen in de
inrichting van terreinen en in bedrijfsprocessen, met als doel het behalen van betere
bedrijfsresultaten, minder milieubelasting en een intensiever gebruik van de beschikbare
ruimte op bestaande en nieuwe terreinen. Kortom, veranderingen die voor zowel bedrijven als
gemeente (en hogere overheden) voordelen met zich mee brengen, ofwel, win- win situaties .

Voorstel:

Het onderschrijven van het belang om te komen tot duurzame bedrijventerreinen in Deurne.

2) Het vaststellen van het ambitieniveau

Eerdere trajecten in Nederland op het gebied van ‘duurzame bedrijventerreinen’ tonen aan dat
deze trajecten vaak langdurig en moeizaam zijn. Redenen hiervoor zijn de veelheid aan
betrokken partijen waaronder draagvlak gecreëerd moet worden, de organisatievorm waarin
de samenwerking gegoten moet worden en de complexiteit en gevarieerdheid aan
onderwerpen op het gebied van economie, milieu en ruimte, die hierbij van belang zijn.
Daarnaast is er het probleem dat er voortdurend projecten gaande moeten zijn om het proces
en daarmee het draagvlak levend te houden.

Het ambitieniveau inzake een duurzaam bedrijventerrein kan pas worden vastgesteld nadat de
betrokken bedrijven en de gemeente, op basis van een uitvoerig onderzoek hebben laten
vaststellen, welke onderwerpen gezamenlijk in het kader van de verduurzaming kunnen
worden aangepakt. Voorbeelden hiervan zijn: Op het gebied van Ruimtelijke Ordening: de
herinrichting van bedrijventerreinen, herstructurering van bedrijventerreinen, intensief
ruimtegebruik, etc. Op het gebied van milieu: gezamenlijke afvalinzameling, hergebruik van
afvalwater, hergebruik van restenergie, etc. Op economisch gebied: gezamenlijke inkoop van
energie, kantoorartikelen, groenvoorziening, besteldiensten, etc. Op sociaal vlak: uitwisseling
5
van personeel, vervoer en de gezamenlijke aanpak van de WAO-problematiek. Zo zijn er tal
van andere voorbeelden op uiteenlopende gebieden te noemen.
De gemeente heeft hier een rol in het afbakenen, samen met het bedrijfsleven, van het
haalbare ambitieniveau.

Het ambitieniveau van de gemeente dient dan ook op deze twee uitgangspunten te zijn
gebaseerd:

• Het aansluiten en het zich committeren aan het ambitieniveau dat samen met het
bedrijfsleven, op basis van een onderzoek, wordt vastgesteld.
• Het zich profileren als vaste en actieve samenwerkingspartner in het traject duurzame
bedrijventerreinen, waarbij de gemeente zowel bestuurlijk als ambtelijk zitting heeft in de
organisatiestructuur, als initiator van projecten, als adviseur, als leverancier van
ondersteunende diensten en als subsidiënt.

Hoewel het verduurzamingproces voornamelijk een zaak is van bedrijven en gemeente dient
in het geval van de Spoorzone rekening te worden gehouden met de belangen van de
bewoners. Deze belangen zullen met name naar voren komen daar waar het gaat om
infrastructuur en ruimtelijke inrichting. Het is dan ook van belang om gericht en duidelijk te
communiceren richting bewoners vanuit zowel de initiatiefgroep als gemeente. Daarnaast
moeten zij in het traject worden betrokken door afgevaardigden van de bewoners zitting te
laten nemen in de projectgroep en de relevante werkgroepen van de op te richten
organisatiestructuur.

Voorstel:

Om er mee in te stemmen dat het ambitieniveau van duurzame bedrijventerreinen Deurne


wordt vastgesteld nadat onderzoek de onderwerpen in kaart heeft gebracht die gezamenlijk in
het kader van duurzaamheid kunnen worden aangepakt.

3) De revitaliseringsrapporten als bouwstenen voor het ambitieniveau (status)

In 1998 zijn voor respectievelijk de bedrijventerreinen De Kranenmortel / De Leemskuilen en


de Spoorzone onderzoeken uitgevoerd in het kader van de revitaliseringmogelijkheden van
beide terreinen.
Aan beide onderzoeken lag een uitgebreide enquête ten grondslag, die gehouden is onder de
bedrijven op beide terreinen. De vragen van de enquête hadden betrekking op de volgende
aspecten:

• Algemene bedrijfsgegevens
• De bedrijfssituatie
• Huisvestings-, uitbreidings-, verplaatsingsbehoeften
• Bereikbaarheid
• Voorzieningen
• Beheer
• Hinder
• Visievorming

Op basis van de resultaten van de enquêtes is een aantal conclusies en aanbevelingen


geformuleerd in twee eindrapporten voor respectievelijk De Kranenmortel / De Leemskuilen
en de Spoorzone.

6
Voorbeelden van wat inmiddels is gebeurd zijn: voor De Kranenmortel / De Leemskuilen:
onderhoud van de wegen, bluswatervoorziening, verbeteren ontsluitingsstructuur. Voor de
Spoorzone: Opstellen voorontwerpbestemmingsplan, aanleg nieuwe riolering, verplaatsen van
de gemeentewerf, verha rden van de weg langs de spoorlijn. Wat nog moet gebeuren is de
verbetering van de bewegwijzering en groenvoorziening en het aanpakken van de
parkeerproblematiek.

Tot het moment dat er nieuwe belangstelling ontstond voor duurzame bedrijventerreinen, is
geen (actieve) aandacht geschonken aan de onderzoeksrapporten. In het licht van de nieuwe
ontwikkelingen op dit gebied is het noodzakelijk om de status en handreikingen van de
rapporten opnieuw te bezien.

Voorstel:

Om de rapporten uit 1998 te (laten) beoordelen op de actualiteitswaarde van 2002 en de


bruikbare resultaten mee te nemen in de conclusies van het uit te voeren onderzoek voor de
vaststelling van de vraag welke onderwerpen gezamenlijk in het kader van de verduurzaming
kunnen worden aangepakt.

4) Positie van de gemeente in het proces ‘duurzame bedrijventerreinen’

Binnen het traject duurzame bedrijventerreinen, speelt de gemeente, naast het bedrijfsleven
een belangrijke en vaak cruciale rol. Deze rol komt op meerdere manieren tot uiting:

• Als samenwerkingspartner die samen met het bedrijfsleven met ‘duurzame


bedrijventerreinen’ aan de slag gaat en vorm en uitvoering gaat geven aan de
uiteenlopende projecten die in dit kader moeten worden gestart.

• Als beheerder en ontwikkelaar van de openbare ruimte en infrastructuur

• Als partner in verband met de milieuaspecten die onlosmakelijk met deze verduurzaming
zijn verbonden

• Als (mede)financier van het verduurzamingproces in het algemeen en specifieke projecten

• Als bindend element voor de verschillende belanghebbenden zoals bedrijven,


bedrijvenverenigingen en bewoners

• Als adviseur voor de verschillende belanghebbenden zoals bedrijven,


bedrijvenverenigingen en bewoners

Gezien het belang van het proces ‘duurzame bedrijventerreinen’ en de cruciale rol die de
gemeente daarin in tal van opzichten speelt, is het van het grootste belang om als gemeente
een rol in te nemen, die enerzijds vast verankerd is in de organisatiestructuur die ten behoeve
van dit proces zal worden opgezet zodat als gelijkwaardige partner kan worden opgetreden en
die anderzijds vast verankerd is in de interne organisatie zodat de deelname aan het proces
vanuit de gemeente zelf zo soepel mogelijk kan verlopen.

7
Voorstel:

Vast te stellen dat de gemeente een belangrijke rol vervult in het proces duurzame
bedrijventerreinen.

5) Het actief betrekken van de bewoners Spoorzone in het proces ‘duurzame


bedrijventerreinen’

De Spoorzone heeft te maken met het aspect ‘wonen en werken op het industrieterrein’. Een
logisch gevolg van deze situatie zijn de uiteenlopende en daarmee mogelijk botsende
belangen van enerzijds ondernemers en anderzijds bewoners. Eén van de doelstellingen van
het duurzaamheidstraject is evenwel om belanghebbende partijen; bedrijven, bewoners en
gemeente zoveel mogelijk tot elkaar te brengen en samenwerkingsverbanden op gang te
brengen. Een goed gestructureerde, wederzijdse communicatie en dialoog zijn daarbij van
essentieel belang. Teneinde dit te kunnen realiseren is het noodzakelijk dat de bewoners en de
wijkraad (St. Jozef) actief in zowel het proces in het algemeen, als in de op te richten
organisatiestructuur, worden betrokken. Dit betekent dat afgevaardigden van bewoners en de
wijkraad binnen de op te richten organisatievorm zitting (kunnen) nemen in de stuurgroep, de
projectgroep en de relevante werkgroepen. Zowel bedrijven, bewoners als gemeente hebben
al in een eerder stadium aangegeven dat intensief overleg en nauwe samenwerking deze
belanghebbende partijen noodzakelijk is.

Voorstel

Om de bewoners in en aan de Spoorzone en de wijkraad St. Jozef nauw te betrekken in het


kader van het traject duurzame bedrijventerreinen door een goed gestructureerde, wederzijdse
communicatie en dialoog (informatieverstrekking (nieuwsbrief) en overleg) en
afgevaardigden van de bewoners en wijkraad zitting te laten nemen in de op te richten
organisatiestructuur DBD.

6) Positie van de gemeente in de organisatiestructuur ‘Duurzame Bedrijventerreinen


Deurne’

Gezien het belang van het proces ‘duurzame bedrijventerreinen’ en de cruciale rol die de
gemeente daarin in tal van opzichten speelt, is het van het grootste belang om als gemeente
een positie in te nemen die enerzijds vast is verankerd in de op te zetten organisatiestructuur
die ten behoeve van ‘Duurzame Bedrijventerreinen Deurne (DBD)’ zal worden opgezet, zodat
als gelijkwaardige partner kan worden opgetreden. Dit betekent dat de portefeuillehouder
Economische Zaken binnen de organisatievorm zitting neemt in de stuurgroep, dat de
gemeentelijke (intern) projectleider zitting heeft in de projectgroep en dat, afhankelijk van het
onderwerp, gespecialiseerde ambtenaren deelnemen in de specifieke werkgroepen.

8
Organisatiestructuur Duurzame Bedrijventerreinen Deurne (DBD)

Stuurgroep:
Afgevaardigden uit
Initiatiefgroep
Bewoners/Wijkraad
Portefeuilleh. EZ
DIC
Provincie/PIT
KvK

Projectleider:
(Extern deskundige)

Projectgroep:
Vertegenw. Werkgevers
Vertegenw. Bedrijventerreinen
Bedrijfscontactfunctionaris
Vertegenw. Provincie (PIT)
Vertegenw. KvK

Werkgroepen:
Milieu Infrastructuur Economie Inkoop Etc. Etc. Etc.

Anderzijds, om binnen de gemeente zowel bestuurlijk als ambtelijk draagvlak te creëren en


om het proces vanuit de gemeentelijk organisatie te stroomlijnen en zo soepel mogelijk te
laten verlopen, dient interne verankering plaats te vinden door middel van het opzetten van
een interne projectorganisatie. (Zie 6).

Door deze hechte in- en externe verankering is men als gemeente verzekerd van continue
betrokkenheid bij het proces. Anderzijds verplicht het de gemeente tot een volledig
commitment om in het verduurzamingproces actief mee te werken en te denken, inhoudelijke,
fysieke en financiële bijdragen te leveren, teneinde te komen tot concrete resultaten en
oplossingen die voor zowel het bedrijfsleven als gemeente voordelen met zich mee brengen
(win-win situaties).

Voorstel:

Om in te stemmen met de positie van de gemeente in de organisatiestructuur van duurzame


bedrijventerreinen Deurne.

7) De interne projectorganisatie

Voor het creëren van intern draagvlak en om het proces vanuit de gemeentelijk organisatie te
stroomlijnen en zo soepel mogelijk te laten verlopen, dient interne verankering plaats te
vinden door middel van het opzetten van een interne projectorganisatie. Daarnaast is een
goede projectorganisatie van belang voor een doelmatige samenwerking en deelname in het
verduurzamingproces, in de organisatiestructuur en in de uiteenlopende werkgroepen.
Centraal punt binnen de interne projectorganisatie vormt de aan te stellen intern projectleider,
9
de bedrijfscontactfunctionaris vanuit Economische Zaken. Deze draagt zorg voor de interne
coördinatie en de externe contacten.

Acties die op korte termijn hiervoor vereist zijn:

De bedrijfscontactfunctionaris (EZ) aan te stellen als intern projectleider.

Afstemming binnen de organisatie voor terreingerichte projecten door middel van een
bijeenkomst uit de disciplines:

- ruimtelijke ordening
- economische zaken
- milieu
- verkeer en vervoer
- beheer en onderhoud/ openbare werken
- welzijn (dorps- en wijkraadcoördinator)

Vervolgens, het opzetten van een interne projectgroep bestaande uit de bovengenoemde
disciplines.

In eerste instantie dienen besluiten te worden genomen over:

• Het zorg dragen voor voldoende capaciteit en prioriteit bij de teamleden d.m.v. afspraken
op gemeentelijk managementniveau
• De ‘opgave’ scherp te stellen, bestaande uit:
• De thema’s waarop duurzame versterking noodzakelijk zijn, met een voorlopige
prioritering.
• Het na te streven resultaat in hoofdlijnen
• Het maken van werkafspraken, bestaande uit:
• De projectorganisatie en de rol van de betrokkenen daarin
• De wijze van overleg, de secretariaatsfunctie

Opzet van de interne organisatiestructuur:

Projectleider:
(EZ)

Projectgroep:
Afgevaardigden
onderstaande
disciplines

Werkgroepen:
Milieu EZ RO OW SZ Welzijn Communicatie

10
Rol van de projectleider:

• Onderlinge afstemming tussen stuurgroep en projectgroep, projectgroep en werkgroepen


• Ondersteuning en dagelijkse begeleiding van de werkgroepen
• Externe contacten en afstemming
• Bewaken van de voortgang en van kansen
• Creëren en vasthouden noodzakelijk draagvlak
• Intern secretariaat

Rol van de projectgroep:

• Vaststelling en prioritering van de thema’s waarop duurzame versterking nodig zijn.


• Het maken van werkafspraken.
• Klankbordfunctie.
• Actieve deelname (eventueel door afvaardiging) in de op te zetten externe
werkgroepen van de bedrijventerreinen.

Voorstel:

In te stemmen met de opzet van de interne organisatiestructuur.

8) Financiële middelen

Trajecten in het kader van duurzame bedrijventerreinen brengen de nodige kosten met zich
mee, met name in de opstartfase. Hoewel een groot deel van de kosten kunnen worden
gefinancierd door middel van de Novemregeling ‘Duurzame bedrijventerreinen’, is een
‘startkapitaal’ vereist om zaken op de rit te zetten. Zo zijn er voor zowel bedrijven en
gemeente tijd en kosten gemoeid in de huidige fase van voorlichting en het creëren van
draagvlak. Vervolgens voor het opzetten van de organisatiestructuur, het opzetten van de
projectgroepen en het aanstellen van een externe projectleider. De gemeente kan hierin een
aanjagende en stimulerende rol spelen door deze opstartfase financiële bijdragen te leveren.
Deze financiële bijdragen zijn vaak het vereiste ‘duwtje in de rug’ om het
verduurzamingsproces op gang te brengen. Bijdragen van bedrijven in dit stadium bestaan
veelal uit een inbreng in uren en beperkte out of pocket kosten. In de loop van het traject is
het echter de bedoeling dat het verduurzamingproces zichzelf bedruipt, door middel van
‘winsten’ die terugvloeien uit de behaalde resultaten van de projecten op het gebied van
milieu, economie en human resources, contributies van de deelnemende bedrijven en
nationale en provinciale subsidies. Daar waar projecten worden opgezet die verband houden
met de ruimtelijke inrichting (infrastructuur, bedrijfsverplaatsingen, bestemmingsplannen,
segmentering, etc.) zal de gemeente financiële bijdragen moeten leveren teneinde de projecten
te kunnen financieren. (Ook hier bestaat evenwel de mogelijkheid om gebruik te maken van
subsidieregelingen zoals bijvoorbeeld de TIPP-regeling en ISV).

Budget:

In het kader van projecten voor duurzame bedrijventerreinen zijn momenteel de volgende
middelen beschikbaar:

11
Revitalisering bedrijventerreinen: € 381.629,16
Projecten Economisch Actieplan: € 22.689,01

Wat betreft de middelen uit de grondexploitatie (5% opslag industriegrond), dient nader in
kaart te worden gebracht welke bedragen beschikbaar zijn en waren voor de revitalisering,
zoals besloten in het kader van de begroting 2000, op 9 november 1999. (Zie notulen
gemeenteraad van 9 november 1999, pag. 56 en verder).

Voorstel:

In te stemmen met het inzetten van de reserves revitalisering bedrijventerreinen als primaire
financieringsbron voor projecten in het kader van duurzame bedrijventerreinen Deurne.

Om in de huidige initiërende fase financiële middelen ter beschikking te stellen voor:

• Het voorfinancieren van de aan te stellen externe projectleider die het traject ‘duurzame
bedrijventerreinen’ 1 dag per week gaat coördineren en zorg draagt voor de continuïteit.
Tevens voert deze het onderzoek uit voor de vaststelling van de vraag welke onderwerpen
er op het gebied van milieu, economie en human resources aanwezig zijn, die gezamenlijk
in het kader van de verduurzaming kunnen worden aangepakt. Het betreft hier een
voorfinanciering die middels Novemsubsidie zal terugvloeien.

• Het opstarten van een eerste project op het gebied van bewegwijzering, waarmee relatief
snel en met beperkte kosten van start kan worden gegaan en waarmee het effect van de
samenwerking op korte termijn tastbaar kan worden aangetoond.

• Het voorfinancieren van de kosten voor productie en verspreiding van de nieuwsbrief


‘Duurzame Bedrijventerreinen Deurne’. Deze nieuwsbrief is gericht op verstrekken van
informatie en het vergroten van draagvlak. Het betreft hier een voorfinanciering die
middels Novemsubsidie zal terugvloeien.

Stappenplan 2002:

Intentieverklaring bedrijfsleven / overheid

Aanstelling projectleider

Opstarten overleg bedrijven, bewoners en gemeente

Oprichting Stichting ‘Duurzame Bedrijventerreinen Deurne (DBD)’

Eerste project (bewegwijzering)

Opstarten eerste werkgroepen

Nieuwsbrieven DBD

Opstellen Masterplan

12

You might also like