Professional Documents
Culture Documents
Aan het einde van de les hebben alle leerlingen een stuk (met zo min mogelijk
spelfouten) geschreven over wat geluk betekend voor hen en over hun
geluksmoment(je).
Beginsituatie:
De groep:
De groep waarvoor deze les is bestaat uit 29 leerlingen. Hiervan zijn er 2 autistisch en heeft een leerling PDGNOS. Deze leerlingen zijn hun aandacht snel kwijt en
zullen dus wat meer aandacht van mij vragen. Twee weken geleden heeft de groep voor mij een klimaatschaal ingevuld waaruit ik voor een deel kan zien welke kinderen
op hun gemak zijn in de klas en welke kinderen zich minder goed voelen in de klas. Het leek mij dan ook een goed idee kinderen die zich op hun gemak voelen te mixen
met kinderen die zich minder op hun gemak voelen in de klas. Dit zorgt waarschijnlijk voor wat gevarieerde groepjes en zo leren de kinderen met verschillende kinderen
samen te werken.
Actuele beginsituatie/voorkennis:
Deze groep kan goed in stilte zelfstandig werken en deze rust vasthouden. Vandaag gaan we voor mijn les LV/taal het huiswerk bespreken. Dit mag ik met de kinderen
bespreken voor dat ik mijn les mag geven. De kinderen zijn, doordat ze al samen met mijn het huiswerk hadden besproken, waarschijnlijk al gewend aan mijn manier
van lesgeven. Dit zal zorgen voor een rustige beginsituatie.
Werkvormen:
De leerlingen werken deze les zelfstandig. Dit zijn de kinderen gewend met de lessen op de tablet. De opbouw van mijn les hebben de kinderen nog nooit eerder
gebruikt.
Lesverloop
Tijd
Leeractiviteit
Materialen / Organisatie
leergedrag leerling(en)
- De kinderen luisteren dit stukje.
- Verhaal
- De kinderen denken na over de vragen die ik stel en
- https://www.heinpra
proberen hier antwoorden op te bedenken.
gt.com/wijsheden/ve
rhalen.php
15 minuten
-
20 minuten
Persoonlijke reflectie
Wat ging er goed?
-
Het toespreken van de klas bij het vragen om stilte, hiervoor gebruikte is het stilte teken of vroeg ik de klas even goed te luisteren.
Ik heb deze les de tijd goed in de gaten gehouden, door af en toe op de klok te kijken en opdrachten af te ronde na een bepaalde
tijd.
Ik heb L v/d M aan het schrijven gekregen. Zijn concentratie is niet erg lang en ook vind hij het lastig zelf iets te verzinnen. Lucas
vind het meestal fijn een duidelijk omschreven taak te krijgen. Het vrij schrijven vond hij dan ook moeilijk in het begin, maar na hem
tips te hebben gegeven en hem vragen te stellen over zijn geluksmoment begon ook L v/d M met schrijven.
Ik heb de les goed kunnen afsluiten, door met de kinderen te evalueren wat ze van de les vonden en hoe de les door mij werd
gegeven. Hier werd positief op gereageerd.
Tijdens het invullen van alle vakken waren sommige kinderen sneller klaar dan andere. Ik had de kinderen geen taak gegeven voor
als ze klaar waren met het invullen van een bepaald vakje, hierdoor ontstond er in de eerste instantie drukte achter in de klas.
Gelukkig had ik dit tijdens het rondlopen door en gaf deze kinderen een taak voor als ze klaar waren.
Verder had ik de eisen die ik stelde aan de kinderen over het verhaal wat ze schreven duidelijker moeten laten weten. Ik had deze
bijvoorbeeld op het bord kunnen schrijven of ik had een beloning aan het verhaal kunnen verbinden.
De volgende les zorg ik er voor dat de kinderen een taak hebben voor als ze klaar zijn met de opdracht.
De volgende les zorg ik ervoor dat de eisen die ik stel aan de opdracht duidelijk zijn en ook serieus worden genomen, door deze op
het bord te schrijven en aan de opdracht een beoordeling te plakken.
OGP3
Format voor toelichting lesontwerp
Domein: Taal Rekenen/ wiskunde OJW BVO- Levensbeschouwing
*omcirkel wat van toepassing is
Voor een meer uitgebreide beschrijving van de standaarden en criteria, zie bladzijde 2 van de OGP3-opdracht. Of via
https://www.fontys.nl/pabo/denbosch/competentieprofiel/Propedeusefase/index.html
Sta bewust stil bij jouw doelen voor de groep, zoals geformuleerd in de overdenking van de groep
Sta in je antwoorden aan terugkoppeling naar zowel (vakspecifieke) theorie als praktijk
Welke keuze(s) heb je in dit
opzicht gemaakt?
Taal:
Kerndoel 8
De leerlingen leren informatie
en meningen te ordenen bij het
schrijven van een brief, een
verslag, een formulier of een
werkstuk. Zij besteden daarbij
aandacht aan zinsbouw,
correcte spelling, een leesbaar
handschrift, bladspiegel,
eventueel beeldende elementen
en kleur
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren
Levensbeschouwing:
Kerndoel 37
De leerlingen leren zich te
gedragen vanuit respect voor
algemeen aanvaarde waarden
en normen.
-
B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid
B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten
kinderen aanspreken.
Ik wil aan het einde van de les
verhalen van een aantal
kinderen bespreken, zodat het
resultaat zichtbaar wordt voor
mij en de rest van de klas.
Daarnaast is het natuurlijk leuk
om de geluksmomenten van
een ander te horen. Dit schept
een band.
Ik probeer voor, tijdens en aan
het einde van mijn les interactie
aan te gaan met de klas. Door
interactie houd ik de aandacht
vast en blijven de kinderen
betrokken. Ook kan ik de
kinderen op deze momenten
complimenteren of aanspreken.
Aan het einde van de les ben ik
benieuwd wat de kinderen van
de werkvorm vonden en wat ze
vonden van mijn opbouw van
de les. Zo krijg ik van de
kinderen direct te horen of deze
manier van werken zorgt voor
een beter startpositie voor het
schrijven van een verhaal.
Ik wil dat de kinderen allemaal
even luisteren tijdens mijn
introductie. Ik lees dan een
verhaaltje voor over geluk en
hier wil ik samen met de
kinderen over praten, zodat ze
zelf een beeld vormen over wat
voor hun geluk betekend. Dit
kan de kinderen helpen bij het
Bijlage 1
Wat is geluk?
Een boer woont in een arm dorpje. Hij wordt door iedereen beschouwd als rijk, want hij heeft een paard dat hij gebruikt om mee
te ploegen. Op een dag gaat het paard ervandoor. Zijn buurman vindt het vreselijk, maar de boer zegt alleen maar: "Wat is pech,
en wat is geluk."
Wat is geluk Een paar dagen later komt het paard terug. Het brengt ook nog een wild paard mee. Zijn buurman vindt dat de boer
veel geluk heeft gehad, maar de boer zegt alleen: "Wat is geluk, en wat is pech."
De volgende dag probeert de zoon van de boer op het wilde paard te rijden. Het paard werpt hem af en de zoon breekt een
been. De buurman toont zijn medeleven, maar de boer zegt opnieuw: "Wat is pech, en wat is geluk." Een week later komen
militairen naar het dorp om jonge mannen te verzamelen voor de verplichte dienst. De zoon van de boer willen ze niet hebben
vanwege zijn gebroken been. De buurman laat weten dat hij toch wel geluk heeft gehad, maar de boer zegt weer: "Wat is geluk,
en wat is pech."
De moraal van het verhaal:
Geluk is niet afhankelijk van externe omstandigheden maar hoe je er zelf mee omgaat.