Professional Documents
Culture Documents
Postmoderne theologie
Loochening van alle vaste zekerheden
Afwijzen van universele uitspraken: het
belang van het eigen perspectief en social
location worden beklemtoond
Aandacht voor ervaring
Alles is interpretatie (relativisme)
Nadruk op pluralisme en verschil
4. De katholieke kerk begrijpt de Bijbel als Gods woord in mensenwoord en stelt de autonomie
van de menselijk-historische orde voorop. Welke twee vragen rijzen dan voor de theologie en
de exegese?
(Exegese = tekstuitleg, vnl. van Bijbelse teksten)
1. In welke zin is de Bijbel het woord van God?
2. Wat is de taak van de exegeten met betrekking tot deze dimensie van de tekst?
(discussie werd vooral gevoerd in de context van de Bijbelse of nieuwtestamentische
theologie)
5. Wat is de bijdrage van William Wrede, ber Aufgabe und Methode der sogenannten
neutestamentlichen Theologie? (6 punten).
W. Wrede stelde een aantal fundamentele overtuigingen ter discussie; die de nog
bestaande banden tussen exegese en theologie verder zouden afbouwen.
deze veranderingen bepalen tot op heden (onbewust) de basishouding van exegeten
1. Wrede gaat in tegen de toenmalig door bijna iedereen gedeelde opvatting dat het de
taak van de theologie is om de kerk te dienen.
2. Wrede verklaart de oude inspiratieleer en de latere partile inspiratieleren als
wetenschappelijk onhoudbaar. In haar plaats komt pure historische objectiviteit.
3. Wrede beweert dat de manier waarop de nieuwtestamentische theologie te werk
gaat, louter historisch moet zijn en zo dus op geen enkele manier verschilt van de
manier waarop andere wetenschappen hun studieobject benaderen.
4. Het concept van de canon heeft voor dit soort nieuwtestamentische theologie geen
enkele betekenis.
(De canon van de Bijbel is een lijst van boeken die als doctrinaire autoriteit worden
beschouwd binnen het jodendom en christendom.)
5. Wrede stelt dat het beter is de benaming nieuwtestamentische theologie te
vervangen door vroegchristelijke godsdienstgeschiedenis of geschiedenis van de
vroegchristelijke godsdienst en theologie
6. De zo begrepen godsdiensthistorische wetenschap mag de waarheidsvraag niet
meer aan de orde stellen.
6. Wat is volgens de dogmatische constitutie Dei Verbum 12 de relatie tussen de intentie van
de menselijke auteurs van de Bijbel en de goddelijke bedoeling? (p. 23)
Wordt uitgedrukt in Latijnse zin.
Volgens DV12 bevat de Heilige Schrift de bedoeling van de menselijke auteurs alsook
de bedoeling van de goddelijke auteur. De goddelijke bedoeling gebeurt volgens DV12
door middel van de woorden van de menselijke auteur. Dit geeft meer zelfstandigheid
aan de tekst ten opzichte van de auteur. Het is dus niet iets dat ernaast staat of
erbovenop komt. Het valt op dat de goddelijke bedoeling niet gezien wordt in de
bedoeling, maar in de woorden van de menselijke auteur.
Syntactisch gezien is de zin die de relatie uitdrukt bewust ambigu.
De taak van de exegeten wordt niet gezien als twee van elkaar gescheiden stappen,
maar als n gentegreerde stap. Het aandachtig onderzoeken van de intentio auctoris
en de goddelijke openbaring horen nauw samen.
7. Een van de meest fundamentele vragen van de kritische Bijbelstudie is de vraag hoe men
recht kan doen aan de in de Bijbelse teksten uitgedrukte geloofswerkelijkheid en
waarheidsclaims. Geef hier vijf mogelijke antwoorden (p. 27).
1
De menselijke woorden zijn het symbool, het Woord van God is het gesymboliseerde.
Het Woord van God is altijd meer en mag niet gereduceerd worden tot het woord van
mensen.
Door de Bijbel als symbool te begrijpen, wordt ook duidelijk dat dit boek geen dood
fossiel uit het verleden is, maar een levende realiteit die in tussenmenselijke relaties, in
de netwerken van een gemeenschap telkens tot nieuw leven ontwaakt.
Men moet er altijd rekening mee houden dat het menselijk woord het Woord van God
tegelijk verbergt en openbaart.
Bij deze reductie tot ethiek, worden de verhalen die eerder spreken van de ontmoeting
met God haast niet meer besproken. Een dergelijke selectieve en niet-pluralistische
omgang met de Bijbelteksten werkt bijbelmoeheid in de hand: steeds dezelfde verhalen
die steeds op dezelfde morele manier gebruikt worden. Mensen die in een verlichte
geest zijn opgevoed verwachten steeds iets nieuw en vinden geen waarde in de
herhaling, of in het geduldig, telkens opnieuw hernemen van een tekst.
Men moet dus oppassen dat de Bijbeltekst geen dwingende betekenis krijgt. Op die
manier zou de Bijbeltekst dan tot buikspreker gemaakt worden van de op voorhand
vastgelegde opvattingen (nl. de zogenaamde grote eenduidige ethische boodschap
van de Bijbel)
Als wij de Bijbel lezen, worden wij niet alleen getuige van het verder schrijven van de
overlevering, maar worden wij ook zelf uitgenodigd om in gesprek met de Bijbel en
Bijbelse God nieuwe interpretaties te ontdekken en te maken. De dialogische structuur
van het traditieproces is een invitatie om zelf ook aan deze dialoog te participeren.
De Bijbel laat heel wat plaats voor vragen, weerstanden, kritische kijk, creatieve
invulling,
8. Dialogale benaderingen gaan ervan uit dat men soms protest moet aantekenen tegen
bepaalde delen of uitspraken van de Bijbel in naam van andere delen of uitspraken van de
Bijbel of zelfs in naam van God. Wat is het criterium om een onderscheid te maken tussen
aanvaardbare en onaanvaardbare Bijbelteksten of Bijbelinterpretaties? (pp. 49-50)
(Meerdere mogelijkheden we focussen eerder op welke benaderingen niet
aanvaardbaar zijn.
Niet zeker of het antwoord enkel puntje 1 moet zijn.)
1. Het criterium moet niet in het verleden gezocht worden, maar in de toekomst die wij
in de wereld van de Bijbelse teksten kunnen ontdekken.
o Bv. Niet zoeken in wat Jezus nu echt heeft gezegd
o De Bijbelse teksten bevatten alternatieve werelden als een horizon die vanuit
een eschatologische toekomst telkens weer aan ons verschijnt. Het is aan deze
open horizon dat elke interpretatie dient afgetoetst te worden. Interpretaties die
deze horizon bedreigen zijn in ons oordeel niet aanvaardbaar.
2. Interpretatie heeft altijd ethische implicaties.
o Er is geen neutrale, objectieve observatiepost, noch wat de Bijbeltekst betreft,
noch wat de wereld betreft waarin de interpretatie plaatsgrijpt. Elke (!)
interpretatie is advocacy exegesis, dat wil zeggen dat ze het opneemt voor een
bepaalde zaak en staat in verhouding tot een bepaalde ideologie, een bepaalde
machtsconstellatie die ze tot op een bepaalde hoogte steunt of ondermijnt.
3. Er is enkel toekomst voor de Bijbel als de interpretatie van de Bijbel alle pogingen
om aan mensen toekomst te ontnemen in vraagt stelt en mensen machtigt zich in te
zetten voor een toekomst volgens de droom van God voor alle mensen.
o Hoe weten we hoe de toekomst er zal uit zien?
o Welke criteria?
o Door de vele generaties heen hopen we de droom van God steeds beter in het
vizier te krijgen en gestalte te kunnen geven.
3. Hoe begrijpt de klassieke doctrinaire benadering het gezag van de Bijbel? (pp. 57-58).
De klassieke doctrinaire benadering ziet teksten als statische vaten met hun inhoud. De
idee van woordelijke inspiratie, dat wil zeggen dictaat, op het moment van de
compositie heeft geleid tot de opvatting dat elk woord en iedere zin woord van God is,
zelfs los van zijn oorspronkelijke context. De waarheid van de Schrift werd gezien als
gebaseerd op stellingen en als drager van een dwingend, absoluut gezag. Elk aspect
van de Bijbel werd beschouwd als zijnde vrij van dwaling. Ten gevolge hiervan werden
teksten en woorden uit hun schriftuurlijke context gelicht en gebruikt als doctrinele
uitspraken ter ondersteuning van theologische standpunten en ter zelfverdediging
tegenover tegenstanders van buitenaf.
In deze benadering betekent de inspiratie van de Bijbel dat de Bijbel een bron is voor
de christelijke leer. De compositie van de tekst wordt gezien als de locus van inspiratie.
Door de bijdrage van de mens aan het proces van schrijven te minimaliseren, wordt de
tekst op exclusieve wijze Gods woord, woord van God dus en niet woord van mensen.
4. Hoe begrijpt de historisch-kritische benadering het gezag van de Bijbel? (pp. 57-58).
De h-k benadering vertrekt vanuit de stelling dat teksten genterpreteerd moeten
worden binnen hun oorspronkelijke historische context. De letterlijke betekenis van een
tekst wordt gezocht in de intentie van de auteur. De bedoeling van God kan alleen
gevonden worden in en door de bedoeling van de menselijke auteur.
(Men heeft verschillende pogingen ondernomen om ruimte te scheppen voor meer-danletterlijke betekenissen. Zo heeft men bv. gesteld dat God in de tekst een sensus
plenior (fuller sense) had gelegd, die voor de oorspronkelijke auteur verborgen bleef,
maar die door de Kerk in een later stadium van haar geschiedenis zou ontdekt worden.
Deze idee heeft men vandaag zo goed als verlaten.)
De genspireerde letterlijke betekenis blijft echter van primordiaal belang voor het
bijsturen van foute interpretaties. Zodoende blijft de locus van inspiratie in het verleden
gesitueerd, ondanks de poging om ook wat ruimte te aanvaarden voor ontwikkeling in
het heden en in de toekomst.
5. Hoe begrijpt de verkondigingstheologie van Rudolf Bultmann het gezag van de Bijbel?
Binnen de verkondigingstheologie van R.B. ligt de waarde van de Schrift niet in
nauwkeurige weergave van de historische feiten, maar eerder in het geloofsgetuigenis
van de vroege christelijke verkondiging, die zich richt tot personen als historische,
verantwoordelijke, toekomstgerichte wezens. De ware bedoeling van de Bijbel bestond
erin om een authentiek zelfverstaan te bieden aan al wie authentiek mens-zijn
nastreeft.
De Bijbel heeft gezag en is normatief zoverre hij een hulp is bij het bereiken van
authentiek mens-zijn.
6. Wat wordt in de interpretatie van de Bijbel bedoeld met intrinsiek verdrukkende teksten?
Verdrukking is niet een accidenteel element in de tekst, maar is er intrinsiek in
aanwezig (slavernij, seksisme, oorlog en apartheid, )
De tekst die voordien normerend, maar niet genormeerde norm werd genoemd; wordt
ervan beschuldigd tekort te schieten op vlak van morele integriteit.
Twee manieren om dit probleem te omzeilen:
o 1. Ofwel stelt men de normativiteit van de Bijbel veilig door dergelijke
aantijgingen te ontkennen en te claimen dat de Bijbel niet verdrukkend is.
o 2. Ofwel pleit men schuldig, erkent men het element van verdrukking in de
Bijbelse tekst en ontkent men effectief de normativiteit ervan.
o Geen van deze twee zal in wat volgt verdedigd worden.
De uitdrukking intrinsieke verdrukkend kan aanleiding geven tot misverstanden. Ze
wordt hier gebruikt om uit te drukken dat de verdrukkende aspecten van de tekst niet
beperkt zijn tot het niveau van de accidentie, de niet tot de kern van de tekst zelf
behorende aspecten. Intrinsiek verdrukkend wil ook zeggen dat de verdrukkende
aspecten niet allemaal voortkomen uit een verkeerde interpretatie van de tekst, maar
als gevaarlijk potentieel in de tekst zelf aanwezig zijn. Het gebruik van de uitdrukking
intrinsiek verdrukkend impliceert dat men aanvaardt dat menselijke zondigheid op de
een of andere manier een invloed heeft gehad op de manier waarop de kern van de
Bijbelse boodschap is uitgedrukt.
Dit betekent geenszins dat we in de Bijbel enkel en alleen verdrukkende aspecten
aantreffen.
H4 (p. 73-88)
1. De voornaamste naam van God in de Bijbel is JHWH. Wat betekent deze naam?
6. Wat is volgens John P. Meier het absolute minimum dat men over de historische Jezus kan
weten?
Geboorte: ongeveer 7 of 6 v. Chr. in Nazareth
Jeugd in Galilea in een vroom joods boerengezin
Werkt als tektn (timmerman) (at the lower end of the vague middle class)
Jezus werd aangetrokken door de beweging van Johannes de Doper en door hem
gedoopt in de Jordaan
Jezus openbaar optreden in Galilea en Jeruzalem: 28-30 n.Chr.
Jezus afscheidsmaal, arrestatie en verhoor (door Pilatus ter dood veroordeeld) op
donderdag 6 april 30
Jezus kruisiging op vrijdag 7 april 30 buiten Jeruzalem
H6 (p. 109-124)
1. Welke vier types van Jezusfilms onderscheidt men volgens de klassieke typologie?
1. Optreden van Jezus wordt allegorisch voorgesteld
o Dit zijn verfilmingen die slechts indirect of impliciet verwijzen naar de figuur van
Jezus en waarbij de hoofdfiguur een aantal Jezus-achtige eigenschappen
vertoont.
o Dergelijke films hebben een zeer hoog interpretatief karakter.
o Bv. De Intrede
2. Symbolisch
o Hier gaat het over films waarin op symbolische wijze naar Jezus aanwezigheid
verwezen wordt, bijvoorbeeld door het verschijnen van een hand, een voet,
beide voeten of de borstkas (zonder hoofd) van Jezus. De aanwezigheid van
Jezus wordt hier gesuggereerd of opgeroepen, maar Jezus verschijn niet als
zodanig op de scne.
o Ook hier zijn heel wat interpretatieve elementen duidelijk aanwezig.
2. Wat is volgens Jesus Christ Superstar de reden waarom Jezus gekruisigd wordt? Welke
theorie van het lijden ligt aan de grondslag van deze film? Wat is de link tussen het lijden
(kruisdood) en het heil?
Reden van de kruisiging: In deze film is het niet duidelijk waarom Jezus nu precies
moest sterven aan het kruis, niet alleen voor de toeschouwer, maar blijkbaar ook niet
voor Jezus zelf, behalve en hier is eventueel een parallel met de opkomende
bevrijdingstheologie merkbaar dat hij verpletterd wordt door maatschappelijke
krachten.
Lijden = lijden zonder antwoorden. De vraag naar de metafysische betekenis van het
lijden blijft open. Elk theologisch antwoord wordt geweigerd. De toeschouwer wordt
zonder antwoorden achtergelaten.
3. Wat is volgens The Last Temptation of Christ de reden waarom Jezus gekruisigd wordt?
Welke theorie van het lijden ligt aan de grondslag van deze film? Wat is de link tussen het
lijden (kruisdood) en het heil?
Reden van de kruisiging: Door te verzaken aan de menselijke verlangens en het
opnemen van het kruis dat het goddelijke kan overwinnen en de wereld kan gered
worden. In de film is het God die naar analogie met Abraham die zijn zoon Isaac offert
Jezus kruisdood eist als middel om de wereld te redden. De dood van Jezus is dus
zonder meer de wil van God, en geen executie ten gevolge van menselijk kwaad.
Lijden = lijden als zoenoffer. Het lijden wordt veel scherper en duidelijker in beeld
gebracht. Door de droomscne (waarin Jezus seks heeft met Maria Magdalena) wordt
duidelijk dat hier een eigen interpretatie van Jezus lijden wordt binnengebracht, in het
bijzonder inzake de verhouding tussen de menselijkheid en de goddelijkheid van Jezus.
Link tussen lijden en het heil: Enkel een God-mens kan de menselijke
ongehoorzaamheid van de zondeval weer goedmaken, omdat alleen een God-mens
absolute waarde heeft terwijl de (terug)gave aan God enkel kan gebeuren door een
wezen dat ook volledig menselijk is.
Door het verzaken aan menselijke verlangens en door het opnemen van het kruis
wordt de wereld gered.
4. Wat is volgens Jsus de Montral de reden waarom Jezus gekruisigd wordt? Welke theorie
van het lijden ligt aan de grondslag van deze film? Wat is de link tussen het lijden (kruisdood)
en het heil?
Reden van de kruisiging: Acteurs spelen een passiespel en willen per se doorgaan met
dit toneelstuk, ondanks verzet van o.a. de pastoor. Wanneer men de kruisiging wel
naspelen, grijpen ordehandhavers in. Daardoor wordt het kruis omvergestoten. Als
gevolg komt de Jezusfiguur ongelukkig ten val en loopt hij verwondingen op waaraan hij
uiteindelijk sterft.
Jezus sterft niet op het kruis, maar figuurlijk en letterlijk door het kruis. Het kruis
wordt niet als middel van heil voorgesteld, maar als het instrument waardoor de
Jezusfiguur dodelijk wordt gekwetst. Jezus sterft aan zijn boodschap.
Lijden = lijden als verzet tegen sociaal onrecht.
Link: Het lijden heeft op zich volgens deze film geen verlossende kracht, aan het lijden
wordt geen betekenis gegeven. De eigenlijke lijdenstheologie komt naar voren wanneer
de Jezusfiguur overleden is, en de dokters aan de mede-acteurs vragen of zijn organen
mogen gebruikt worden ter donatie.
5. Wat is volgens De intrede de reden waarom Jezus gekruisigd wordt? Welke theorie van het
lijden ligt aan de grondslag van deze film? Wat is de link tussen het lijden (kruisdood) en het
heil?
Reden van de kruisiging: (Jezus wordt niet gekruisigd, maar ineengeslagen omdat hij
zijn paard wegschonk aan een arme en dit indruist tegen de marktwerking.)
Lijden = lijden als zelfvernedering. In De intrede wordt in de identificatie met de
lijdende een ontoelaatbare, weerzinwekkende grensoverschrijding begaan, waardoor de
protagonisten hun waardigheid verliezen, terwijl in het Jezusverhaal bewaart Jezus zijn
waardigheid zelfs in zijn lijden. Langs deze weg wordt duidelijk waarvoor het
christendom niet staat en waar naastenliefde stopt en onaanvaardbare vernedering van
de andere en van zichzelf begint.
Link: In onze lezing van het christelijk verhaal heeft het lijden geen verlossende kracht
en betekenis op zichzelf, maar is het de uitkomst van Jezus consequente keuze om ook
in confrontatie met de machten van de wereld trouw te blijven kiezen voor de realisatie
van Gods Rijk.
6. Wat is volgens The Passion of the Christ de reden waarom Jezus gekruisigd wordt? Welke
theorie van het lijden ligt aan de grondslag van deze film? Wat is de link tussen het lijden
(kruisdood) en het heil?
Reden van de kruisiging: Het is niet duidelijk waarom Jezus zon extreme wreedheid
ondergaat.
Lijden = sadomasochistisch lijden. Hoe meer lijden, hoe meer redding van de wereld.
Lijden als losgeld dat God aan de duivel betaalt: door het immense lijden van de
zondeloze Christus is de duivel in de val gelopen.
Link: Het enige element in het leven van jezus dat echt van tel is voor de redding van
de mensheid is diens lijden en sterven.
7. Waarom is het volgens een groeiend aantal hedendaagse theologen gevaarlijk de kruisdood
van Jezus toe te schrijven aan het plan of de wil van God?
Plan van God was de wereld te redden door Jezus leven en niet door zijn dood. De
kruisdood was een misdaad van de mensen en werd uitgevoerd tegen de wil of het plan
van God. Mensen doorkruisten het plan van God om de wereld te redden, maar de
verrijzenis toont dat God zijn plan van redding niet liet tenietdoen. De kruisdood was
een executie waarvoor mensen verantwoordelijk waren. Altijd opnieuw zijn mensen
geneigd deze verantwoordelijkheid te ontlopen en een zondebok te zoeken. Door de
kruisdood aan de wil van God toe te schrijven, schuift men de verantwoordelijkheid
helemaal van zichzelf af.
H7 (p. 127-152)
1. Het begrip sociale rechtvaardigheid dat aan de grondslag ligt van dit hoofdstuk neemt de
gemeenschap, niet het individu tot vertrekpunt. Wat wordt bedoeld met gemeenschap?
De rechtvaardige gemeenschap die ons voor ogen staat, is een inclusieve
gemeenschap waarin iedereen meetelt en iedereen kan participeren en bijdragen aan
de opbouw van die rechtvaardige gemeenschap die in toenemende mate op de Stad
van God lijkt. Dit is enkel mogelijk als een grote diversiteit aan mensen aan wederzijds
eerlijke en gengageerde relaties bijdragen, die zowel onderling verbonden