Professional Documents
Culture Documents
wg/gm/jh/00
Naam student
School :
Naam coach
: Lysbeth Bakker
Klas
Datum :
Naam NHLdocent
LESOPDRACHT:
Geeft les over de woordenlijst met betrekking tot dieren en ontkennende en bevestigende
zinnen.
KERNDOEL(EN):
LEERSTOF:
PowerPoint
Werkblad
Woordenlijst
Functie
lesdeel *
0-5
Introductie
05-10
Introductieoefenfase
Lesopzet
Aandacht richten op les-doel en voorkennis
Lesdoelen noemen
10-20
20-30
Uitleg
Oefenfase
(Zelfstandig
)
30-45
begeleidend
oefenen
Bespreken
Docentactiviteit
Leer-/hulpmiddelen
Luisteren
Vragen beantwoorden
Praten, uitleggen
Vragen stellen
PowerPoint
Opdrachtje maken
Ondersteunen
Evalueren, schrijven
PowerPoint, papier
whiteboard
Luisteren, vragen
beantwoorden
Informatie geven,
uitleggen, 3 sec regel
PowerPoint
PowerPoint
Luisteren, opdracht
maken
Instructie geven,
vragen beantwoorden,
leerlingen helpen
PowerPoint +
Werkbladen
Luisteren, vragen
beantwoorden
Instructie geven,
vragen beantwoorden,
leerlingen helpen
Luisteren, vragen
stellen
Opdracht bespreken
45-55
Leerlingactiviteit
PowerPoint +
werkbladen
55-60
Afsluiten
Luisteren, vragen
beantwoorden
afsluiten op kernbegrippen
PowerPoint +
werkbladen
Didactische verantwoording
Les opgebouwd uit directe instructie:
1 aandacht richten op les-doel en voorkennis
> PPT 2+3+4
2 informatie geven en voordoen
> PPT 5 + 6
3 controleren op begrippen en vaardigheden
> PPT 5+ 6
4 volledige instructie geven
> PPT 7
5 onder begeleiding oefenen
> PPT 7
6 zelfstandig oefenen (toepassen)
> PPT 7
7 afsluiten op kernbegrippen (zie les-doel
> PPT 8
(Geerts, 2015)
Doeltaal voertaal
De leerdoelen zijn in de les in het Nederlands, om het zo verstaanbaar en
begrijpbaar te maken voor alle leerlingen. Zo weten de leerlingen duidelijk
wat er van hen wordt verwacht. De uitleg is veel in het Nederlands, omdat
het een eerste klas is en omdat iedereen dan de lesstof snapt. Wel
proberen we zoveel mogelijk Engels te spreken in de les. Dit wel op het
niveau van de leerling zo dat het verstaanbaar en begrijpbaar is voor alle
leerlingen. We gebruiken dus klassentaal.
Begin van de les (Aandacht richten op les-doel en voorkennis)
De les begint met de aandacht richten op het les-doel, zo dat leerlingen
weten wat er van hen verwacht wordt. Daarna is er een rondje met
voorkennis stimuleren, dit doe ik omdat dan woorden met betrekking tot
dieren geactiveerd worden in het geheugen van de leerling. De werken
aan de receptieve woordenschat op dat moment. Tijdens het stimuleren
van de voorkennis kunnen leerlingen op een incidentele manier woorden
oppikken van hun medestudenten. (Staatsen, 2015)
De kleine opdracht (de nulmeting) met het zo veel mogelijk opschrijven
van dieren is het bovenstaande ook van toepassing. Het voornaamste doel
is om op een actieve manier woorden op te roepen bij de leerlingen. Dit
doen we met het oog op de volgende les (bingo). Nadat we de opdracht
hebben gedaan, gaan we kijken wie gewonnen heeft en ga ik nieuwe of
moeilijke dierennamen op het bord schrijven. Zodat de leerlingen op een
incidentele manier deze woorden op kunnen pikken. (Staatsen, 2015)
Informatie geven en voordoen
Hier geef ik informatie over het onderwerp, om zo de kennis die de
leerlingen al hebben weer op te roepen. De leerlingen hebben hier al
eerder mee gewerkt en daarom is de uitleg kort. De uitleg bestaat uit het
geven van de regel waar een demonstratie aan voorafgaat, de leerling
krijgt de regel aangereikt en is dus een deductieve aanpak. (Staatsen, 2015)
Ook maak ik gebruik van de 3-seconde regel, om zo elke leerling actief
aan het denken te zetten en zodat iedereen een individuele
aanspreekbaarheid heeft.
Volledige instructie + zelfstandig oefenen (toepassen)
Ik heb gebruik gemaakt van een volledige instructie met WHHTUK, zodat
elke leerling weet wat hij of zij moet doen, ook wanneer ze klaar zijn. Dit
zorgt weer voor een continue signaal en voorkomt onrust in de klas. Hier
kunnen ze zelfstandig aan werken.
Bibliografie
Geerts, W. (2015). Handboek voor leraren. In Didactiek.
Staatsen, F. (2015). Moderne vreemde talen in de onderbouw. In F. S. Hebbing, hoofdstuk 6:
Vocabulaire en grammatica (pp. 185-221).