You are on page 1of 7

LESFORMULIER

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden


Instituut Educatie en Communicatie
Afdeling Talen

wg/gm/jh/00

Naam student

: Rianne & Amarins

School :

Naam coach

: Lysbeth Bakker

Klas

:Janneke & lysbeth.

Datum :

Naam NHLdocent

: 1 HAVO/VWO Aantal lln.: ..

LESOPDRACHT:
Geeft les over de woordenlijst met betrekking tot dieren en ontkennende en bevestigende
zinnen.

LESDOEL(EN): (in termen van eindgedrag)

KERNDOEL(EN):

Aan het einde van de les zijn de leerlingen vertrouwder geraakt


met de vocabulaire over dieren.
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen het gebruik van
ontkennende en bevestigende zinnen benoemen en hier mee
werken.

LEERSTOF:

PowerPoint
Werkblad
Woordenlijst

Belangrijke keuzes/ overwegingen voor de lesopzet (beginsituatie, werkvormen, rol


leerling/docent, lesstof in de leergang, te verwachten knelpunten, persoonlijke
leerdoelen):
Getaxeerde beginsituatie:
De leerlingen (1 havo/vwo) zijn bezig met het leren van de woordenlijst over dieren. Hier
zijn we actief in de les mee bezig. Verder hebben de leerlingen al verschillende keren een
uitgebreide uitleg gehad over bevestigende en ontkennende zinnen. In deze les komen we
hier op terug en oefenen we hier verder mee.
Werkvormen:
Zelfstandig aan de opdrachten werken
Te verwachten knelpunten:
- Opdracht in het Engels, moeilijk te begrijpen
- Engels spreken in de les

Doen voor aanvang van de les (bijvoorbeeld kopiren, OHP klaarzetten):


Tijd

Functie
lesdeel *

0-5

Introductie

05-10

Introductieoefenfase

Lesopzet
Aandacht richten op les-doel en voorkennis

Lesdoelen noemen

Voorkennis activeren d.m.v. vragen > 3 sec. Regel (PPT 3)

10-20

20-30

Uitleg

Oefenfase
(Zelfstandig
)

Informatie geven en voordoen

Informatie geven over gebruik ontkenning + bevestigende


zinnen
Korte uitleg + voorbeelden geven

Leerlingen vragen naar het gebruik en de antwoorden


> gebruik de 3 seconden regel
controleren op begrippen en vaardigheden

Leerlingen vragen (3-sec regel)


> hoe maak je nou een ontkennende zin?
> Hoe maak je een bevestigende zin?

30-45
begeleidend
oefenen

Bespreken

Docentactiviteit

Leer-/hulpmiddelen

Luisteren
Vragen beantwoorden

Praten, uitleggen
Vragen stellen

PowerPoint

Opdrachtje maken

Ondersteunen
Evalueren, schrijven

PowerPoint, papier
whiteboard

Luisteren, vragen
beantwoorden

Informatie geven,
uitleggen, 3 sec regel

PowerPoint

Vragen beantwoorden, Vragen stellen,


luisteren
beurten geven

PowerPoint

Luisteren, opdracht
maken

Instructie geven,
vragen beantwoorden,
leerlingen helpen

PowerPoint +
Werkbladen

Luisteren, vragen
beantwoorden

Instructie geven,
vragen beantwoorden,
leerlingen helpen

Luisteren, vragen
stellen

Opdracht bespreken

Volledige instructie + zelfstandig oefenen (toepassen)

45-55

Opdrachtje: zo veel mogelijk dieren opnoemen (PPT 4)


(eventueel vertalen in Nederlands in de les)
Opdrachtje bespreken, wie heeft de meeste dieren
> onbekende dieren op het whiteboard schrijven

Leerlingactiviteit

Opdracht: volledige instructie geven


Differentiren > goeie leerlingen extra opdracht maken ook
opdracht 2
> als je dit al goed beheerst, begin je met opdracht 2

onder begeleiding oefenen + zelfstandig oefenen

Eerste opgave klassikaal samen doen

3 seconde regel toepassen

Hierna kunnen de leerlingen aan de slag

PowerPoint +
werkbladen

Opdracht kort na kijken


Vragen beantwoorden

55-60
Afsluiten

Luisteren, vragen
beantwoorden
afsluiten op kernbegrippen

Korte terugblik Wat hebben we vandaag geleerd?


> termen, inhoud

Afsluiten met de doelen

Huiswerk opgeven > bingo benoemen volgende les

PowerPoint +
werkbladen

Instructies geven, les


afsluiten, praten
PowerPoint, agenda

Didactische verantwoording
Les opgebouwd uit directe instructie:
1 aandacht richten op les-doel en voorkennis
> PPT 2+3+4
2 informatie geven en voordoen
> PPT 5 + 6
3 controleren op begrippen en vaardigheden
> PPT 5+ 6
4 volledige instructie geven
> PPT 7
5 onder begeleiding oefenen
> PPT 7
6 zelfstandig oefenen (toepassen)
> PPT 7
7 afsluiten op kernbegrippen (zie les-doel
> PPT 8
(Geerts, 2015)
Doeltaal voertaal
De leerdoelen zijn in de les in het Nederlands, om het zo verstaanbaar en
begrijpbaar te maken voor alle leerlingen. Zo weten de leerlingen duidelijk
wat er van hen wordt verwacht. De uitleg is veel in het Nederlands, omdat
het een eerste klas is en omdat iedereen dan de lesstof snapt. Wel
proberen we zoveel mogelijk Engels te spreken in de les. Dit wel op het
niveau van de leerling zo dat het verstaanbaar en begrijpbaar is voor alle
leerlingen. We gebruiken dus klassentaal.
Begin van de les (Aandacht richten op les-doel en voorkennis)
De les begint met de aandacht richten op het les-doel, zo dat leerlingen
weten wat er van hen verwacht wordt. Daarna is er een rondje met
voorkennis stimuleren, dit doe ik omdat dan woorden met betrekking tot
dieren geactiveerd worden in het geheugen van de leerling. De werken
aan de receptieve woordenschat op dat moment. Tijdens het stimuleren
van de voorkennis kunnen leerlingen op een incidentele manier woorden
oppikken van hun medestudenten. (Staatsen, 2015)
De kleine opdracht (de nulmeting) met het zo veel mogelijk opschrijven
van dieren is het bovenstaande ook van toepassing. Het voornaamste doel
is om op een actieve manier woorden op te roepen bij de leerlingen. Dit
doen we met het oog op de volgende les (bingo). Nadat we de opdracht
hebben gedaan, gaan we kijken wie gewonnen heeft en ga ik nieuwe of
moeilijke dierennamen op het bord schrijven. Zodat de leerlingen op een
incidentele manier deze woorden op kunnen pikken. (Staatsen, 2015)
Informatie geven en voordoen
Hier geef ik informatie over het onderwerp, om zo de kennis die de
leerlingen al hebben weer op te roepen. De leerlingen hebben hier al
eerder mee gewerkt en daarom is de uitleg kort. De uitleg bestaat uit het
geven van de regel waar een demonstratie aan voorafgaat, de leerling
krijgt de regel aangereikt en is dus een deductieve aanpak. (Staatsen, 2015)
Ook maak ik gebruik van de 3-seconde regel, om zo elke leerling actief
aan het denken te zetten en zodat iedereen een individuele
aanspreekbaarheid heeft.
Volledige instructie + zelfstandig oefenen (toepassen)
Ik heb gebruik gemaakt van een volledige instructie met WHHTUK, zodat
elke leerling weet wat hij of zij moet doen, ook wanneer ze klaar zijn. Dit
zorgt weer voor een continue signaal en voorkomt onrust in de klas. Hier
kunnen ze zelfstandig aan werken.

Voordat de leerlingen zelfstandig gaan werken, gaan we de example


oefening klassikaal nog even behandelen, zodat iedereen echt weet wat hij
of zij moet doen. Dit is dan deel van het begeleidend oefenen.
Er is hier sprake van differentiatie. De leerlingen die het al snappen,
vragen de leraar zodat die kan beoordelingen of ze het echt snappen, als
dit het geval is, kunnen de betere leerlingen eerst de andere opdrachten
en dan met de moeilijkere opdracht beginnen. De leerlingen die het
moeilijk vinden kunnen de normale opdrachten doen. Zo kan elke leerling
op zijn of haar eigen niveau oefenen.
Afsluiten op kernbegrippen
Ik sluit de les af met de vraag wat de leerlingen vandaag hebben geleerd.
Dit doe ik om zo de kennis nog actief vast te houden. Daarna sluit ik af
met de lesdoelen, zodat de leerlingen kunnen checken of deze volbracht
zijn, dit draagt ook weer bij aan de individuele aanspraakbaarheid. De
leerlingen worden zich bewust of ze dit hebben geleerd deze les. Verder
geeft ik huiswerk op voor de volgende les (de bingo) en stress het belang
van het leren van de woorden. Omdat er volgend les iets leuks op het
programma staat met de betrekking tot het leren van woordjes, gaan we
er vanuit dat de leerlingen gemotiveerder zijn om de woorden te leren. We
gaan er dan van uit dat de leerlingen beschikken over een productieve
woordenschat. (Staatsen, 2015)
De nulmeting:
De nul meting (kleine opdracht begin van de les) is een formatieve
evaluatie, en is aan het begin van het leerproces. De evaluatie is dan ook
een middel.. Hier moeten de leerlingen zoveel mogelijk woorden met
betrekking tot dieren opschrijven. Hier worden ze zich er van bewust
hoeveel dieren ze kunnen opnoemen. Dit meet dus hoever ze op dit
moment zijn qua woordenschat. (Staatsen, 2015)

Bibliografie
Geerts, W. (2015). Handboek voor leraren. In Didactiek.
Staatsen, F. (2015). Moderne vreemde talen in de onderbouw. In F. S. Hebbing, hoofdstuk 6:
Vocabulaire en grammatica (pp. 185-221).

You might also like