Professional Documents
Culture Documents
wg/gm/jh/00
Naam student
School : 3-VMBO
Naam coach
Klas
Naam NHLdocent
: 3
Aantal lln.: 20
: .... Datum :
KERNDOEL(EN):
LEERSTOF/LESSTOF:
Spreekkaarten
Rubric
Functie
lesdeel *
Introductie
0-5 min
Doelen benoemen
Luisteren
Onderwerp introduceren, deze les gaan we met schrijfvaardigheid
en gespreksvaardigheid bezig
Uitleggen
0-10
Oefenfase
10-35
Controlefase
35- 50
Mini-pauze
50-55
Uitleggen
55-60
Oefenfase
60-80
Controle fase
Afsluiting les
Lesopzet
80-85
Spreekopdracht uitleggen
WHHTUK (zie PPT)
Afsluiting op doelen
Huiswerk?
85-90
Leerlingactiviteit
Luisteren, vragen
stellen, opdracht
kiezen
Werken
Docentactiviteit
Leer-/hulpmiddelen
Uitleggen
PPT
Opdracht uitleggen,
instructie, bladen
uitdelen, differentiatie
regelen
PPT + werkbladen
Hulp bieden
PPT + werkbladen
Hulp bieden
In groepjes werken,
voorlezen, opdracht
bespreken
PPT
Vragen stellen,
Vragen beantwoorden, beurten geven
voorlezen
Pauze houden
Luisteren, eventuele
vragen stellen
Gesprekjes voeren,
beoordelen
PPT
Leerlingen in de gaten
houden
Uitleggen, eventuele
vragen beantwoorden
PPT
Vragen stellen
* benoem de verschillende onderdelen van je les (bijvoorbeeld inleiding, instructie, oefening, evaluatie)
Verantwoording
Doeltaal voertaal
De leerdoelen zijn in de les in het Nederlands, om het zo verstaanbaar en
begrijpelijk te maken voor alle leerlingen. Zo weten de leerlingen duidelijk
wat er van hen wordt verwacht. Verder proberen zo veel mogelijk Engels te
spreken in de les, dit wel op een niveau zodat de leerling het kunnen
begrijpen (klassentaal). De PowerPoint is veel in het Engels om zo de
leerlingen te voorzien van veel doeltaal is voertaal. Als ze iets niet
begrijpen kunnen ze hier altijd naar vragen, of wij kunnen het
verduidelijken. (Staatsen, 2015)
De schrijfopdracht
We hebben gebruik gemaakt van authentiek materiaal dat wat aansluit bij
de belevingswereld van de leerlingen en de opdrachten kunnen levensecht
zijn. De opdracht is finish the story, het is een opdracht waar een
beginsituatie geschetst is en waar de leerlingen het einde zelf moeten
bedenken. Er is dus sprake van veel schriftelijke vrije en creatieve
productie en creatief toepassen (OBIT), ze moeten zelf op een creatieve
manier een verhaaltje af schrijven. Het is informeel schrijven want het
betreft een persoonlijke boodschap/draai geven aan het verhaal en het is
procesgericht, het gaat om de leerling te laten oefenen met
schrijfvaardigheid. De productieve woordenschat is hier van toepassing, de
leerling kent de woorden zodanig, dat hij ze niet alleen begrijpt maar ook
zelf kan gebruiken als hij spreekt of schrijft. (Staatsen, 2015)
We hebben gebruik gemaakt van een volledige instructie met WHHTUK,
zodat elke leerling weet wat hij of zij moet doen, ook wanneer ze klaar zijn.
Dit zorgt weer voor een continue signaal en voorkomt onrust in de klas.
Hier kunnen ze zelfstandig aan werken.
In de controle fase hebben we gekozen voor een actieve werkvorm,
namelijk genummerde hoofden. Zo zijn de leerlingen op een leuke manier
de schrijfopdracht aan het nakijken. We hebben bewust gekozen om dit op
deze manier te doen. Als je leerlingen vraagt om het klassikaal voor te
lezen, waren wij bang dat bepaalde leerlingen zich hier niet comfortabel bij
zouden voelen, omdat je dan alle aandacht op je gericht hebt. Wij dachten
als je dit in kleinere groepjes doet, heb je een veiligere sfeer en kunnen
alle leerlingen hun verhaal voorlezen.
De werkbladen zijn afkomstig van: http://www.englishforeveryone.org/Topics/WritingPractice.htm.
Differentiatie
Er is sprake van differentiatie in de schrijfvaardigheid opdracht finish the
story. We hebben twee verhalen gekozen, the birthday party (beginner
level) en finding muffin (intermediate level). Ook hebben we een advanced
level, maar deze hebben we voor het geval dat er een leerling echt heel
goed in schrijven is. De main focus is eerst bij de beginner en intermediate
niveau.
Op deze manier kunnen de leerlingen zelf kiezen met welk niveau ze willen
oefenen. Wij delen zelf de werkbladen uit, om zo de leerlingen te laten
kiezen en hier zelf ook bij te sturen. Er is dus sprake van een Gedeelde
sturing, de docent neemt de beslissingen in samenspraak met de
leerlingen. (Ebbens, Effectief Leren, 2015)
Als je bijvoorbeeld weet dat een bepaalde leerling wel een uitdaging
aankan, kun je deze leerling een moeilijkere versie geven zodat de
moeilijkheidsgraad net boven hun niveau is en dus i + 1 is. Er kunnen dus
in totaal drie verschillen de groepen ontstaan.
Opdracht: gesprekken voeren
We hebben de spreekkaarten zelf gemaakt, op deze spreekkaarten staat
aangegeven waar de tweetallen het over zouden kunnen hebben. Het gaat
hier om interactionele gesprekken, waar bij gebruik moet worden gemaakt
van de productieve woordenschat of kennis.
Het thema is familie en vrienden, wat aansluit bij de belevingswereld van
de leerlingen en behoord tot het A2-ERK niveau namelijk het
communiceren in simpele en alledaagse taken die een eenvoudig en
directe uitwisseling van vertrouwde en alledaagse kwesties hebben en de
in eenvoudige bewoording van aspecten van de eigen achtergrond en de
onmiddellijke omgeving.
Er staan verschillende bullet-points op de kaart met woord-chuncks maar
het is niet verplicht om deze te gebruiken, het is enkel als een houvast.
Ook staan er voorbeeld vragen en antwoorden op, bij deze is het ook niet
verplicht om ze te gebruiken maar het kan voor sommige leerlingen erg
helpen om deze bij de hand te hebben. Er zullen namelijk leerlingen zijn
die wat minder vloeiend in Engels zijn dan anderen en die hebben een
houvast nodig.
Ook kun je als leraar hier bewust kiezen voor differentiatie, de betere
leerlingen zouden het zonder de bullet-points kunnen proberen en de
leerlingen die er wat meer moeite mee hebben zouden we bullet-points
wel moeten gebruiken.
De leerlingen zitten in groepjes van vier, met de tafels tegenover elkaar
dit zorgt voor een goeie directie interactie. De twee leerlingen voeren een
gesprekje en de andere twee leerlingen vullen de rubric in en geven
feedback. Het is geen ingewikkelde rubric omdat de leerlingen alleen
moeten aankruisen in welke hokje zij de beoordeelde leerling vinden
passen. Nadat beide duos zijn geweest hebben ze een paar minuten om
hun bevindingen uit te wisselen en daarna draaien de rollen om.
Actieve werkvorm
Tijdens deze werkvorm zijn alle leerlingen actief bezig, niemand kan
achterover zitten of lift gedrag vertonen. De groepen zijn informeel, het is
een kleine opdracht met een korte samenwerking. Bij deze werkvorm is er
dus duidelijk sprake van positieve wederzijdse afhankelijkheid en
individuele aanspreekbaarheid.
Tussenmeting
Bibliografie
Ebbens, S. (2015). Effectief Leren. In S. E. Ettekoven, Hoofdstuk 1. Noordhoff.
Ebbens, S. (2013). Samenwerkend leren. In Hoofdstuk 1. Noordhoff.
Staatsen, F. (2015). moderne vreemde talen in de onderbouw.