You are on page 1of 8

LESFORMULIER

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden


Instituut Educatie en Communicatie
Afdeling Talen

wg/gm/jh/00

Naam student

: Rianne & Amarins

School : 3-VMBO

Naam coach

: Lysbeth & Janneke

Klas

Naam NHLdocent

: 3

Aantal lln.: 20

: .... Datum :

LESOPDRACHT: Schrijfopdracht & Gespreksvaardigheid (A2)

LESDOEL(EN): (in termen van eindgedrag)

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen na een duidelijke


instructie zelfstandig een schrijfopdracht maken in het Engels.

Aan het einde van de les hebben de leerlingen gespreksvaardigheid


geoefend aan de hand van authentiek materiaal en zijn de leerlingen
vertrouwder raakt met het spreken van Engels.

KERNDOEL(EN):

LEERSTOF/LESSTOF:

Finish te story (2x) + differentiatie


(http://www.englishforeveryone.org/Topics/Writing-Practice.htm )

Spreekkaarten
Rubric

Belangrijke keuzes/ overwegingen voor de lesopzet (beginsituatie, werkvormen, rol


leerling/docent, lesstof in de leergang, te verwachten knelpunten, persoonlijke
leerdoelen):
Getaxeerde beginsituatie:
Het is een 3-VMBO klas, halverwege het jaar, de leerlingen hebben al geoefend met
schrijven en spreken. Ze kunnen hier na een instructie zelfstandig mee aan de gang. Met
betrekking tot gespreksvaardigheid, er komt een taal-dorp aan, waar de leerlingen over
zichzelf en hun familie moeten praten, daarom oefenen we dit in de les. (3 vmbo (A2))
Knelpunten:
Engels spreken
Het serieus nemen van de opdracht en actief participeren
Concentratie

Doen voor aanvang van de les (bijvoorbeeld kopiren, OHP klaarzetten):


Tijd

Functie
lesdeel *

Introductie

0-5 min

Doelen benoemen
Luisteren
Onderwerp introduceren, deze les gaan we met schrijfvaardigheid
en gespreksvaardigheid bezig

Uitleggen

0-10

De opdracht uitleggen > finish te story


WHHTUK (zie PPT)
Differentiatie in verschillende opdrachten
The birthday party is beginner level
Finding muffin is intermedite level
Laat de leerling zelf kiezen welke ze willen doen, hou wel in
de gaten wie welk niveau aankan, eventueel zelf bij sturen.

Leerlingen kunnen zelfstandig bezig met de opdracht

De leerlingen in groepjes verdelen


Aan de hand van genummerde hoofden
In groepjes van 4, hun verhalen voorlezen + bespreken
De overeenkomsten + verschillen opschrijven (zie ptt)

Klassikaal vragen, wat is je opgevallen aan de verhalen?


Was dit een leuke opdracht?
Wil iemand zijn verhaal nog voorlezen?

Leerlingen even tot rust laten komen

Oefenfase

10-35

Controlefase

35- 50

Mini-pauze

50-55

Uitleggen

55-60

Oefenfase

60-80

Controle fase

Afsluiting les

Lesopzet

80-85

Spreekopdracht uitleggen
WHHTUK (zie PPT)

Spreekopdracht (Family and friends)


Spreek kaarten
Zelfde groepen als genummerde hoofden
Groepjes van 4 spreekopdracht doen, 2 spreken, 2 beoordelen
De beoordeling aan de hand van de rubric (tussenmeting)

De feedback formulieren inleveren


Hoe was het? Moeilijk/makkelijk?

Afsluiting op doelen
Huiswerk?

85-90

Leerlingactiviteit

Luisteren, vragen
stellen, opdracht
kiezen

Werken

Docentactiviteit

Leer-/hulpmiddelen

Uitleggen

PPT

Opdracht uitleggen,
instructie, bladen
uitdelen, differentiatie
regelen

PPT + werkbladen

Hulp bieden

PPT + werkbladen

Hulp bieden
In groepjes werken,
voorlezen, opdracht
bespreken

PPT

Vragen stellen,
Vragen beantwoorden, beurten geven
voorlezen

Pauze houden

Luisteren, eventuele
vragen stellen
Gesprekjes voeren,
beoordelen

Mening geven, vragen


beantwoorden

PPT

Leerlingen in de gaten
houden
Uitleggen, eventuele
vragen beantwoorden

PPT

Rondlopen, kijken over Handout


de opdracht begrepen
is

Vragen stellen

* benoem de verschillende onderdelen van je les (bijvoorbeeld inleiding, instructie, oefening, evaluatie)

Verantwoording
Doeltaal voertaal
De leerdoelen zijn in de les in het Nederlands, om het zo verstaanbaar en
begrijpelijk te maken voor alle leerlingen. Zo weten de leerlingen duidelijk
wat er van hen wordt verwacht. Verder proberen zo veel mogelijk Engels te
spreken in de les, dit wel op een niveau zodat de leerling het kunnen
begrijpen (klassentaal). De PowerPoint is veel in het Engels om zo de
leerlingen te voorzien van veel doeltaal is voertaal. Als ze iets niet
begrijpen kunnen ze hier altijd naar vragen, of wij kunnen het
verduidelijken. (Staatsen, 2015)
De schrijfopdracht
We hebben gebruik gemaakt van authentiek materiaal dat wat aansluit bij
de belevingswereld van de leerlingen en de opdrachten kunnen levensecht
zijn. De opdracht is finish the story, het is een opdracht waar een
beginsituatie geschetst is en waar de leerlingen het einde zelf moeten
bedenken. Er is dus sprake van veel schriftelijke vrije en creatieve
productie en creatief toepassen (OBIT), ze moeten zelf op een creatieve
manier een verhaaltje af schrijven. Het is informeel schrijven want het
betreft een persoonlijke boodschap/draai geven aan het verhaal en het is
procesgericht, het gaat om de leerling te laten oefenen met
schrijfvaardigheid. De productieve woordenschat is hier van toepassing, de
leerling kent de woorden zodanig, dat hij ze niet alleen begrijpt maar ook
zelf kan gebruiken als hij spreekt of schrijft. (Staatsen, 2015)
We hebben gebruik gemaakt van een volledige instructie met WHHTUK,
zodat elke leerling weet wat hij of zij moet doen, ook wanneer ze klaar zijn.
Dit zorgt weer voor een continue signaal en voorkomt onrust in de klas.
Hier kunnen ze zelfstandig aan werken.
In de controle fase hebben we gekozen voor een actieve werkvorm,
namelijk genummerde hoofden. Zo zijn de leerlingen op een leuke manier
de schrijfopdracht aan het nakijken. We hebben bewust gekozen om dit op
deze manier te doen. Als je leerlingen vraagt om het klassikaal voor te
lezen, waren wij bang dat bepaalde leerlingen zich hier niet comfortabel bij
zouden voelen, omdat je dan alle aandacht op je gericht hebt. Wij dachten
als je dit in kleinere groepjes doet, heb je een veiligere sfeer en kunnen
alle leerlingen hun verhaal voorlezen.
De werkbladen zijn afkomstig van: http://www.englishforeveryone.org/Topics/WritingPractice.htm.

Differentiatie
Er is sprake van differentiatie in de schrijfvaardigheid opdracht finish the
story. We hebben twee verhalen gekozen, the birthday party (beginner
level) en finding muffin (intermediate level). Ook hebben we een advanced
level, maar deze hebben we voor het geval dat er een leerling echt heel
goed in schrijven is. De main focus is eerst bij de beginner en intermediate
niveau.

Op deze manier kunnen de leerlingen zelf kiezen met welk niveau ze willen
oefenen. Wij delen zelf de werkbladen uit, om zo de leerlingen te laten
kiezen en hier zelf ook bij te sturen. Er is dus sprake van een Gedeelde
sturing, de docent neemt de beslissingen in samenspraak met de
leerlingen. (Ebbens, Effectief Leren, 2015)
Als je bijvoorbeeld weet dat een bepaalde leerling wel een uitdaging
aankan, kun je deze leerling een moeilijkere versie geven zodat de
moeilijkheidsgraad net boven hun niveau is en dus i + 1 is. Er kunnen dus
in totaal drie verschillen de groepen ontstaan.
Opdracht: gesprekken voeren
We hebben de spreekkaarten zelf gemaakt, op deze spreekkaarten staat
aangegeven waar de tweetallen het over zouden kunnen hebben. Het gaat
hier om interactionele gesprekken, waar bij gebruik moet worden gemaakt
van de productieve woordenschat of kennis.
Het thema is familie en vrienden, wat aansluit bij de belevingswereld van
de leerlingen en behoord tot het A2-ERK niveau namelijk het
communiceren in simpele en alledaagse taken die een eenvoudig en
directe uitwisseling van vertrouwde en alledaagse kwesties hebben en de
in eenvoudige bewoording van aspecten van de eigen achtergrond en de
onmiddellijke omgeving.
Er staan verschillende bullet-points op de kaart met woord-chuncks maar
het is niet verplicht om deze te gebruiken, het is enkel als een houvast.
Ook staan er voorbeeld vragen en antwoorden op, bij deze is het ook niet
verplicht om ze te gebruiken maar het kan voor sommige leerlingen erg
helpen om deze bij de hand te hebben. Er zullen namelijk leerlingen zijn
die wat minder vloeiend in Engels zijn dan anderen en die hebben een
houvast nodig.
Ook kun je als leraar hier bewust kiezen voor differentiatie, de betere
leerlingen zouden het zonder de bullet-points kunnen proberen en de
leerlingen die er wat meer moeite mee hebben zouden we bullet-points
wel moeten gebruiken.
De leerlingen zitten in groepjes van vier, met de tafels tegenover elkaar
dit zorgt voor een goeie directie interactie. De twee leerlingen voeren een
gesprekje en de andere twee leerlingen vullen de rubric in en geven
feedback. Het is geen ingewikkelde rubric omdat de leerlingen alleen
moeten aankruisen in welke hokje zij de beoordeelde leerling vinden
passen. Nadat beide duos zijn geweest hebben ze een paar minuten om
hun bevindingen uit te wisselen en daarna draaien de rollen om.
Actieve werkvorm
Tijdens deze werkvorm zijn alle leerlingen actief bezig, niemand kan
achterover zitten of lift gedrag vertonen. De groepen zijn informeel, het is
een kleine opdracht met een korte samenwerking. Bij deze werkvorm is er
dus duidelijk sprake van positieve wederzijdse afhankelijkheid en
individuele aanspreekbaarheid.
Tussenmeting

We hebben gekozen voor een tussenmeting die voornamelijk wordt


afgenomen door de leerlingen zelf. Dit hebben wij gedaan omdat we een
les wilden geven waarin alle leerlingen actief bezig zijn maar het is
onmogelijk om al deze leerlingen op hetzelfde moment een beoordeling te
geven. Het zijn te veel leerlingen en te weinig tijd. We wilden ook niet een
les geven waarin meer dan de helft van de leerlingen niets te doen heeft.
Op deze manier is er sprake van positieve wederzijdse afhankelijkheid en
individuele aanspreekbaarheid. (Ebbens, Samenwerkend leren, 2013)
De leerlingen moeten de feedbackformulieren zelf kort bespreken en
daarna inleveren zodat de docent deze na de les kan bekijken en samen
met zijn/haar eigen bevindingen een duidelijk beeld kan krijgen. Tijdens
deze opdracht/meting gebruiken we de sleutelbegrippen van het
samenwerkend leren. Er is namelijk sprake positieve wederzijdse
afhankelijkheid, want de leerlingen hebben elkaar nodig, ook individuele
aanspreekbaarheid want iedereen levert een bijdrage, er is sprake van
directe interactie en er is aandacht voor ontwikkeling van de sociale
vaardigheden en er is aandacht voor het groepsproces. Op deze manier
hebben wij als leraar de klassenorganisatie op orde en de handen vrij, en
de leerlingen zijn actief aan het leren. (Ebbens, Samenwerkend leren,
2013)
Het inleveren van de feedbackformulieren draagt ook bij aan hoeverre de
leerlingen gemotiveerd zijn om deze in te vullen. De tussenmeting is
formatief, er zit geen echt cijfer aan verbonden en de meting word aan de
hand van een informele setting getoetst.
Het is een soort diagnostische toets voor het taaldorp die er aan zit te
komen. De leerlingen krijgen hierdoor dus een formatief cijfer van hun
groepsgenoten. Het is dus belangrijk om te benadrukken dat de
feedbackformulieren ingevuld moeten worden, zodat op deze manier de
leraar en ook de leerlingen een goeie indicatie hebben van waar ze staan.
(Staatsen, 2015)
De nadruk ligt dus ook op het taaldorp dat eraan komt, het is belangrijk
om aan te geven dat ze alles wat ze tijdens deze les leren goed kunnen
gebruiken tijdens dit taaldorp. Deze les geeft een kans om te oefenen voor
de eindmeting tijdens het taaldorp. En met de tussenmeting die wordt
afgenomen tijdens de les kun je zien of de leerlingen zijn gevorderd of dat
ze op ongeveer hetzelfde niveau zijn gebleven.
Einde les:
We sluiten de les af met een korte klassikale evaluatie, dit om te kijken of
het de leerlingen het fijn werken vonden of dat ze graag iets anders
hadden willen zien. Ook moeten ze de ingevulde feedbackformulieren aan
het einde van de les inleveren.

Bibliografie
Ebbens, S. (2015). Effectief Leren. In S. E. Ettekoven, Hoofdstuk 1. Noordhoff.
Ebbens, S. (2013). Samenwerkend leren. In Hoofdstuk 1. Noordhoff.
Staatsen, F. (2015). moderne vreemde talen in de onderbouw.

You might also like