You are on page 1of 9

LESFORMULIER

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden


Instituut Educatie en Communicatie
Afdeling Talen
Naam student

: Anneke Gall

School : Alfa College

Naam coach

:Janneke en Lysbeth

Klas

: Janneke en Lysbeth

Datum : 28-11-2016

Naam NHLdocent

: Vmbo-GT. Aantal lln.: 15

LESOPDRACHT:
- Introduceren scannen/samenvatten/betekenissen raden/werken met woordenboek.
- Tussentoets maken
- Bespreken wat mijn leerlingen aan het einde van de les kunnen en waar nog aan
gewerkt moet worden.

LESDOEL(EN): (in termen van eindgedrag)

KERNDOEL(EN):

Aan het einde van de les:


- Weet je wat scannen is, hoe je het doet en waarom je het doet.
- Kun je de betekenis van moeilijke woorden raden door naar de context
van de tekst te kijken.
- Weet je wat een kernzin is en waar je deze kan vinden.
- Kun je betekenissen van woorden opzoeken in een woordenboek
- Kun je een samenvatting maken

Leesvaardighed
en verbeteren

LEERSTOF:
1. Skimmen (Globaal lezen)
= Je kijkt naar de plaatjes en titels + je leest de eerste en de laatste zin
van elke alinea.
2. Scannen (Selectief lezen)
= Snel een tekst lezen om bepaalde informatie te achterhalen.
Let hierbij op tussenkopjes, kernwoorden en cursieve tekst.
3. Context
= Achter de betekenis komen van een woord dat je niet kent door de
context te lezen. Kijk naar wat voor soort woord het is. Is het woord een
ding, handeling, beschrijving of een eigenschap? Lijkt het op een woord
uit een andere taal?
4. Kernzin
= De kernzin vat een alinea in n zin samen. Deze staat in de 1e, 2e of
laatste zin van de alinea.

Belangrijke keuzes/ overwegingen voor de lesopzet (beginsituatie, werkvormen, rol


leerling/docent, lesstof in de leergang, te verwachten knelpunten, persoonlijke
leerdoelen):
Begin situatie:
Ik geef les aan een eerste jaar VMBO-T klas. De leerlingen zijn bekend met informatieve
tekst soorten en kunnen tekstsoorten herkennen. Het niveau leesvaardigheid is A2
aangezien ze niveau A1 niet uitdagend vonden.

Doen voor aanvang van de les (bijvoorbeeld kopiren, computer aan, etc.):

Tijd

Functie
lesdeel *

3
minute
n

Doelen +
Introductie

3
minute
n

10
minute
n

Lesopzet

Leerlingactiviteit

Docentactiviteit

Leer-/hulpmiddelen

Kort Introduceren van wat we vandaag gaan doen + stel discussiren we


kort over waarom ze dit leren.

Leest mee/luistert

Doelen oplezen

Prezi

Skimmen/v
oorspellen

Als eerste deel ik de leesteksten uit (iedere leerling krijgt n).


Klassikaal stel ik de vraag wat is skimmen ook maar weer? en vraag ze
om voorbeelden te geven over hoe ze dat gaan doen (plaatje bekijken,
eerste en laatste zin van de alinea lezen, titels en sub titels lezen).
Vervolgens krijgen de leerlingen 20 seconden de tijd om de tekst te
skimmen. Hierna bespreken we waar we denken de tekst over zal gaan.
Wat voor soort tekst is dit?, Herken je woorden uit de titel?, Waar gaat
de tekst over volgens jou? stel ik aan de leerlingen.

Luisteren, notities
maken, skimmen

Uitleggen

Prezi

Scannen

We beginnen bij vraag 1.


De leerlingen krijgen 30 seconden de tijd om het antwoord van de vraag
op te zoeken in de tekst.
Dit gaan we ook bij de andere 3 vragen doen.
Vervolgens gaan we de antwoorden op de vragen klassikaal bespreken.
Ook bespreken we waar ze op gelet hebben tijdens het scannen. Ik
refereer terug op mijn uitleg over scannen en hoe je een kernzin kan
vinden.

Vragen beantwoorden, Vragen stellen, tijd


luisteren, scannen,
bijhouden
participeren

Prezi + Leestekst: the


story of street art

Vragen beantwoorden, Vragen stellen, tijd


luisteren, scannen,
bijhouden
participeren

Prezi + Leestekst: the


story of street art

Er staan 4 woorden op het bord.


De taak van de leerling is om de betekenis te raden door naar de context
en zinsverband te kijken van de tekst.

betekenis raden, lezen

Rondlopen, uitleg
opdracht

Prezi + Leestekst: the


story of street art

Woorden opzoeken in
het woordenboek,
vragen beantwoorden,
vragen stellen

Vragen beantwoorden,
vragen stellen,
Woordenboek + Prezi
vroegtijdige fouten
eruit halen

Toets individueel
maken,
in toets opstelling
zitten, nakijken met

Rondlopen,
antwoorden geven,
toelichten als er nog

context
4
minute
n
Woordenbo
ek
5
minute
n

Elke leerling krijgt van mij een woordenboek.


Vervolgens gaan we klassikaal de betekenissen van de woorden
opzoeken.
Wanneer iedereen denkt de goede bladzijde + betekenis voor zich te
hebben geef ik random leerlingen de beurt om te vertellen wat het woord
betekend. Hierna vraag ik klassikaal of iedereen het hier mee eens is. Zo
niet, dan ga ik achterhalen wat iemand verkeerd doet en leg ik uit wat
hij/zij anders moet gaan doen. Klopten de antwoorden met de geraden
betekenis?

Toets
Elke leerling krijgt de toets op papier.

Toets + A4tje

25
Minute
n

Ze krijgen 15 minuten om de toets te maken.


Hierna switchen de leerlingen van toetsblaadje en kijken elkaars toets na.
Ik geef de antwoorden.

rode pen

vragen zijn

Les
afsluiten

4
minute
n

Prezi

Leerlingen schrijven op wat ze deze les hebben geleerd, wat ze kunnen


en waar ze nog aan moeten werken. Vervolgens bespreken we dit
klassikaal.

Noteren, vragen
beantwoorden

* benoem de verschillende onderdelen van je les (bijvoorbeeld inleiding, instructie, oefening, evaluatie

Vragen stellen,
noteren waar nog aan
gewerkt moet worden

Verantwoording
Deze les wordt het volgende behandeld: Het scannen en samenvatten van een
informatieve tekst en het raden en opzoeken van woorden in een woordenboek.
Skimmen en het raden van tekstsoorten wordt herhaald, zodat het in het lange
termijn geheugen terecht komt.
Introductie les:
De doelen van de les noem ik zodat de leerlingen weten wat hun te wachten
staat.
Hierna volgt de uitleg van het begrip skimmen, scannen, rendundantie. Deze
begrippen komen later terug in de les en worden toegepast. Skimmen en het
raden van tekst soorten hebben we de vorige les behandeld en wordt herhaald,
zodat het in het lange termijn geheugen terecht komt. Ook bespreken we kort
waarom ze dit leren. Namelijk, omdat studenten gemotiveerd worden wanneer ze
weten waarom ze iets leren (Geerts en Kralingen ,2015)
ERK vmbo-gt:
A1/A2 voor leesvaardigheid.
Het niveau leesvaardigheid deze les is A2 aangezien ze niveau A1 niet uitdagend
vonden.
(Staatsen, 2015)
De tekst keuze:
De reden van het kiezen van de teksten is omdat het A2 niveau is en het doel
van dit niveau is het begrijpen van korte eenvoudige teksten over vertrouwde
zaken van concrete gebruik, die zijn geschreven in veelgebruikte alledaagse of
werkgebonden taal. Een paar woorden in beide teksten kan zorgen voor inbegrip,
daarom worden deze later ook opgezocht in het woordenboek.
(Staatsen, 2015)
Opdracht 1:
Voordat de leerlingen de tekst The story of street art gaan lezen gaan ze de
tekst skimmen.
Reden: Het activeren van voorkennis over het onderwerp van de tekst
(voorspellen) en checken of ze de tekstsoort kunnen herkennen.
De tekst laten skimmen is een procesgerichte opdracht.
Het doel hiervan is om de leerlingen te helpen om een tekst beter te begrijpen en
hem of haar op een systematische wijze leesvaardiger te maken. Door de vragen
Wat voor soort tekst is dit?, Herken je woorden uit de titel? en Waar gaat de
tekst over volgens jou? zie ik als leraar in hoeverre iedereen het begrijpt en
verbeteren zij hun begrijpend lezen skills doordat ze ermee aan de slag gaan
(Staatsen, 2015)
Sluit aan op leesstrategien in de onderbouw:
Afbeeldingen en grafische elementen als steun gebruiken. Dit geld ook voor
voorspellingen doen over de globale boodschap van de tekst en deze verifiren
en het herkennen van tekstsoorten (Staatsen, 2015)
De voorkennis wordt geactiveerd door te vragen wat was skimmen ook maar
weer? en door de vragen Wat voor soort tekst is dit?, Herken je woorden uit de
titel? en Waar gaat de tekst over volgens jou? te stellen. Op deze manier
maken ze al een link tussen de tekst en wat ze hier al over weten.
5

De opdracht word klassikaal besproken en de voorkennis over skimmen wordt


geactiveerd door de vraag Wat is skimmen en hoe doe je dat ook maar weer?.
Wanneer deze vraag niet voldoende wordt beantwoord maak ik gebruik van
stuurvragen zodat leerlingen bij de les blijven en beter gaan nadenken over de
vraag (Geerts en Kralingen ,2015).
Neuner: Fase A
Het gaat hier om het begrijpen van een geschreven tekst. De vaardigheden
kijken en lezen staan centraal en er wordt geen beroep gedaan op spreek en
schrijfvaardigheden (Staatsen, 2015).
Opdracht 2:
De leerlingen gaan doelgericht selectief informatie opzoeken door de tekst The
story of street art te scannen (selectief lezen).
Doel: Leerlingen bekend maken met de structuur van de tekst. De leerlingen
leren waar ze informatie kunnen vinden die ze nodig hebben bij door te kijken
naar tussenkopjes, kernwoorden, kernzinnen en cursieve tekst (Staatsen, 2015).
Dit is een procesgerichte opdracht:
Het is namelijk de bedoeling dat leerlingen steeds sneller informatie uit een tekst
te halen door te weten waar ze moeten zoeken. Ze worden zo op een
systematische manier leesvaardiger (Staatsen, 2015).
Sluit aan op leesstrategien in de onderbouw:
Het herkennen en gebruiken van tekststructuren om de opbouw van de tekst te
doorzien (Staatsen, 2015).
De leerlingen lezen de tekst individueel en de antwoorden worden klassikaal
besproken.
Ik wijs leerlingen aan die moeten vertellen hoe ze de antwoorden hebben
gevonden. Leerlingen die hier moeite mee hadden kunnen deze strategien de
volgende keer ook gaan toepassen. Resultaat: betere resultaten en meer begrip
van de stof (Geerts en Kralingen ,2015).
Deze opdracht word klassikaal besproken en de voorkennis over scannen wordt
geactiveerd door de vraag Wat is scannen en hoe doe je dat ook maar weer?.
Wanneer deze vraag niet voldoende wordt beantwoord maak ik gebruik van
stuurvragen zodat leerlingen bij de les blijven en beter gaan nadenken over de
vraag (Geerts en Kralingen ,2015).
Neuner: Fase A
Het gaat hier om het begrijpen van een geschreven tekst. De vaardigheden
kijken en lezen staan centraal en er wordt geen beroep gedaan op spreek en
schrijfvaardigheden (Staatsen, 2015)
Opdracht 3:
Onbekende woorden raden of opmaken uit de context wordt besproken en
toegepast met de reden om het tekstbegrip van leerlingen te vergroten
(Staatsen, 2015)
Doel: Het vergroten van het tekst begrip en het verbreden van woordenschat.
Nadat de leerlingen de betekenissen van de woorden hebben geraden gaan ze
hun antwoorden vergelijken in duos. Op deze manier kunnen ze kijken of ze
beide in de goede richting zaten en kunnen ze hun tactieken uitwisselen. Hierna
bespreken dit klassikaal zodat ik kan zien of iedereen mijn uitleg over het raden
6

en opmaken van onbekende woorden door naar in wat voor context het staat,
hebben begrepen (Geerts en Kralingen ,2015).
Sluit aan op leesstrategien in de onderbouw:
De betekenis van belangrijke en onbekende woorden uit het zinsverband of
context opmaken of raden (Staatsen, 2015)
Neuner: Fase A
Het gaat hier nog steeds om het begrijpen van een tekst. De moeilijke woorden in
een tekst kunnen er namelijk voor zorgen dat studenten de tekst niet volledig
begrijpen. Door het aanleren van de context en zinsverband strategie zullen ze
de betekenis sneller kunnen achterhalen (Staatsen, 2015)
Opdracht 4:
De woorden die geraden zijn bij de redundantie opdracht worden nu opgezocht
met een woordenboek (Staatsen, 2015)
Reden: checken of de betekenissen van de woorden bij opdracht 3 goed geraden
zijn.
De opdracht wordt klassikaal behandeld. Iedere leerling krijgt een woordenboek
en n voor n zoeken we de betekenissen van de woorden op. Wanneer
iedereen de betekenis van woord n opgezocht heeft geef ik een leerling de
beurt om de definitie te noemen. Wanneer de verkeerde definitie of de goede
definitie wordt genoemd maak ik gebruik van stuurvragen zodat ik kan
achterhalen of iedereen wel goed gezocht heeft. Zo niet, dan leg ik extra uit hoe
je een woord in een woordenboek wel op kan zoeken. Hierna zoeken we
klassikaal de betekenissen van de andere woorden op (Geerts en Kralingen,
2015).
Neuner: Fase A
Het sluit aan op het begrijpen van een geschreven tekst (Staatsen, 2015)
Formatieve toets (Geerts en Kralingen ,2015):
Iedere leerling krijgt de tekst: Animals in the city.
De klas wordt opgesteld in toets opstelling zodat leerlingen zich goed kunnen
focussen en ze niet bij elkaar kunnen spieken. Het is namelijk de bedoeling dat ze
individueel kunnen bewijzen dat ze de gegeven stof over reading die tot nu toe is
gegeven snappen en kunnen toepassen (skimmen, scannen, redundantie, werken
met woordenboek).
Na 20 minuten switchen leerlingen hun A4-tje met antwoorden met hun
buurman/vrouw.
Ik lees de antwoorden van de vragen voor, leerlingen noteren of de vragen goed
of fout waren met een rode pen. De reden om het zo te doen is: het nakijken gaat
zo veel sneller en dit scheelt tijd. Ook kunnen onduidelijkheden nog besproken
worden. Dit kan niet wanneer ik het thuis nakijk.
Reden formatieve toets:
We hebben na deze les een groot deel alle belangrijke leerstrategien die in de
onderbouw geleerd moeten worden behandeld. Het doel van deze toets is dat ik
en de leerlingen informatie krijgen over de mate waarin we de leerstof
beheersen. Op basis van de resultaten op deze toets kan ik besluiten om de stof
aan te passen, dat ik onderdelen extra uit moet leggen of dat ik me kan gaan
focussen op het verder uitbreiden van de leesstrategien.
Opdracht 1 moet beantwoord worden in Engels, omdat de stof in Engels is
7

besproken en ik wil zien in hoeverre ze zich kunnen redden in Engels.


Opdracht 2 moet beantwoord worden in Engels, omdat ze het antwoord uit de
tekst kunnen halen en ik wil zien in hoeverre ze zich kunnen redden in Engels.
Opdracht 3 & 4 moet beantwoord worden in Nederlands, omdat ze de betekenis
moeten raden en opzoeken. Het woord moet vertaald worden naar Nederlands en
de woorden worden opgezocht in een woordenboek ENG-NL.
Wanneer ze eerder klaar zijn met het maken van de toets:
WHHTUK (Geerts en Kralingen ,2015).
wat: De leerling moet een formatieve toets maken
hoe: De toets maken ze individueel
hulp: Geen, want het is een toets
tijd: 15 minuten
uitkomst: De leerling gaat kijken naar wat hij/zij al kan en waar hij//zij meer mee
moet gaan oefenen.
Klaar: Steek je hand op en dan breng ik je het boek Alice in Wonderland zodat je
verder kan met lezen Extensief lezen
Hoe wordt dit nagekeken?
Wanneer de leerlingen zeggen dat ze het boek uit hebben krijgen ze een
formulier met vragen over het boek die ze moeten beantwoorden + gaan ze het
verhaal kort samenvatten. Deze opdrachten worden een week later bij mij
ingeleverd.
Neuner: Fase A
In de toets moet je laten zien dat je een tekst begrijpt en je moet de betekenis
van woorden kunnen raden en opzoeken. De meer woorden je weet de beter je
de tekst begrijpt (Staatsen, 2015)
Evaluatie:
We ronden de les af door te bespreken wat de leerlingen geleerd hebben, wat ze
kunnen en waar ze nog aan moeten werken. Voordat we dit bespreken noteren ze
dit in hun schrift.
De reden dat ik dit wil bespreken is om te kijken wat de leerlingen nu staan en
om te kijken of ik de stof aan moet passen, dat ik onderdelen extra uit moet
leggen of dat ik me kan gaan focussen op het verder uitbreiden van de
leesstrategien (Geerts en Kralingen ,2015).

Bibliografie:
- Geerts, W., & Kralingen, R. (2015). Handboek voor Leraren (1e druk). Bussum,
Nederland: Coutinho. Hoofdstuk 2 Hoe bereid ik mijn lessen voor
- Geerts, W., & Kralingen, R. (2015). Handboek voor Leraren (1e druk). Bussum,
Nederland: Coutinho. Hoofdstuk 3 Hoe zet ik leerlingen aan het werk
- Geerts, W., & Kralingen, R. (2015). Handboek voor Leraren (1e druk). Bussum,
Nederland: Coutinho. Hoofdstuk 5 Toetsen en beoordelen
8

- Staatsen, F. (2015). Moderne vreemde talen in de onderbouw (2e druk). Bussum,


Nederland: Coutinho. Hoofdstuk 2 - Leesvaardigheid

You might also like