You are on page 1of 5

Harold

Schellinx Gonzo (circus) #133



Een tien voor toeval


Harold Schellinx las "De Achterkant van het Tapijt", Willem Gooijers boek over de rol
van toeval in ons leven, over het lot en het noodlot, over orde en chaos. Het verscheen
bij Uitgeverij IJzer uit Utrecht. Hij had er heel wat toevallige gedachten bij...

Ik had teveel gedronken en verdwaalde onderweg naar huis toe.
Mijn euforie bekoelde, ik peddelde terug in de schemer
Maar raakte per ongeluk verstrikt in een dik pak lotussen.
Het zijn zomaar drie regels vertaald uit zomaar een gedicht op zomaar een
pagina uit een willekeurig boek dat toevallig naast me ligt, een Engelstalige
studie gewijd aan leven en werk van de Chinese dichteres Qingzhao Li, die leefde
en dichtte in het begin van de twaalfde eeuw, ten tijde van de Song dynastie.
Zomaar, zomaar, zomaar, willekeurig en toevallig. Dat zijn de krachten die veel
van wat er in ons leven en de wereld het geval is gestalte lijken te geven.

Topografie van het Toeval
Op 17 oktober 1961 om 15u47 riep de Roemeens-Zwitserse kunstenaar en
nieuwe realist Daniel Spoerri voor even een halt toe aan een deel van die
aanhoudende alledaagse stroom van contingenties: dingen en feiten die niet
noodzakelijk maar per ongeluk zo zijn, omdat ze voor hetzelfde geld heel anders
hadden kunnen uitvallen. Spoerri woonde en werkte in Parijs, in kamer 13 op de
vierde verdieping van het hotel Carcassonne in de rue Mouffetard. (Wie
tegenwoordig wel eens als toerist in de Franse hoofdstad komt zal de straat - in
het vijfde - ongetwijfeld kennen.) Ingeklemd tussen het fornuis en de wastafel
stond daar toen een keukentafeltje. Hij legde alles wat er die dag om 15u47 op
zijn tafeltje het geval was vast in een contourtekening, met de genummerde
omtrekken van het lukrake van alles en nog wat dat je in een kunstenmakers
grootsteedse maar schamele en minuscule woon-, slaap-, eet- en werkruimte nou
eenmaal aantreft: een homp oud brood, een eierdopje, een pot oploskoffie,
gebruikte lucifers, stompjes kaars, een halflege literfles wijn, een pakje thee, een
halfvolle fles melk, bier, paperclips, munten, kwasten, lijmpotten, elastiekjes, een
naald, een karaf met water, een kluit boter, glas, kom, keukenmes, liniaal, een
plastic etui voor de batterij van de bandrecorder, een foto, een cijferslot, een pak
toiletpapier, miniatuur autootje (Renault 4), een pinda, enzovoorts. Spoerris
nummering loopt van 1 tot en met 80 (ding nummer 34 is een houten doos die
op zijn beurt zelf weer 17 zaken bevat).

Bloedbaden
Toevallig richtte op krek dezelfde dag in het centrum van de stad niet zo heel ver
van die rue Mouffetard de massaal uitgerukte politie een bloedbad aan onder
Algerijnse demonstranten. Ook een contingentie, maar wel eentje waarvan de
resulterende feitelijkheid vervolgens hl lang in de doofpot ging. Pas 37 jaren
na dato in 1998 gaf de Franse regering officieel een dodental toe van 40
personen ten gevolge van politie acties op die dag, waar schattingen en aantallen
vermisten nog steeds op een veelvoud (100-300) duiden. Niet dat ik met enige
vinger wijzen wil, want ook als Hollanders weten we van wanten. Maar vergis ik
me of gebeurt zo'n puntje bij paaltje bij ons meest ver van huis? Ik denk
bijvoorbeeld ineens aan de slachting in Rawagede (Balongsari, West-Java) omdat
die toevallig plaatsgreep op de dag die ik later mijn verjaardag noemen mocht.
Soit. Het Parijse massacre is voor mij nummertje 81 en al zij het bij omissie
integraal deel van de Topographie ancdote du hasard (Geanekdoteerde
topografie van het toeval), de titel van het pamflet dat in 1962 verspreid werd bij
gelegenheid van een tentoonstelling in de Parijse galerie Lawrence van Spoerris
tableaux piges, waarbij de artiest toevallige assemblages van fysieke
voedselresten en objecten die achterbleven aan het einde van een maaltijd op het
tafelblad fixeerde om het zo verkregen ding vervolgens te verkunsten door het
als een schilderstuk aan de wand te hangen.

Geheugensteuntje
De tragiek van de wereld is natuurlijk dat het schier onbeperkte spectrum van
mogelijkheden, van alle zaken die toevallig zo of per ongeluk ook zus kunnen
uitvallen, door de immer voortschrijdende tijd tot een onverbiddelijke keten van
feiten wordt gesmeed. Elk moment van elke dag trappen we allemaal weer in die
val, of we dat nou willen of niet. Er is nooit een weg terug. Het is dan ook een
fraaie metafoor, zon tableau pige, zon picture trap. Hoe anders zon assemblage
van maaltijdresten ook had kunnen zijn, toch is hij zo en niet anders. Verder van
weinig belang en, natuurlijk, gedoemd tot vergetelheid. Een geheugensteuntje
waar wr die tijd in het geval van Spoerris moeilijk houdbare kunst
uiteindelijk vooral ook letterlijk steeds minder van overblijft.

42: Nietmachine
Ook de Topographie ancdote lijkt misschien in eerste instantie op zon picture
trap, maar toch is die van een heel andere orde. Bij elk van de genummerde
contouren geeft het boekje een overeenkomstig genummerde, overwegend vrij
korte, feitelijke tekst. Nummertje 42, bijvoorbeeld, is een groene Swing-Line
nietmachine, begin maart 1961 gekocht voor 24 NF, om de catalogi van MAT te
nieten waar ik sinds meer dan een jaar niks meer mee deed, maar ik had nog wat
blaadjes ervan over en de tentoonstelling Bewogen Beweging in het Stedelijk
Museum in Amsterdam gaf me de kans enkele exemplaren te verspreiden
(ongeveer dertig, tegen 1 gulden per stuk, zodat ik tenminste de kostprijs van de
nietmachine weer heb terugverdiend). Zo kabbelt de tekstuele duiding -
anekdotering - van Spoerris topografie van het toeval paginas lang door, in
lemmas die geen van allen een echt begin hebben en ook nooit een echt einde.
Maar juist in die openheid schuilt een ongewone potische kracht. Want de vraag
die als een feniks uit zo'n chaotische brei van faits divers rijst is onontkoombaar:
is al dat toeval eigenlijk wel zo toevallig? Hoe willekeurig is al die willekeur echt?

Alles met alles
Het hele kenbare universum alle denkbare verhalen die wij kunnen vertellen
is bevat in elk moment. Voor wie er lang genoeg bij stil wil blijven staan komt in
iedere topografie van het toeval alles met alles samen. Het geldt voor Spoerris
keukentafel, maar ook voor het boek met de verzen van Qingzhao Li dat bij mij
thuis rondslingert. En toen ik in de vorige paragraaf nou juist ding nummertje 42
als voorbeeld koos, was dat toeval? Ik kan dat wel beweren, maar dat zou
gemakzucht zijn. Want noch het ene (t boek) noch het andere (42) feit is in de
context van het verhaal dat ik ben we zijn allemaal verhalen iets dat ik met
goed recht toevallig of willekeurig zou kunnen noemen. Integendeel. In beide
gevallen maakte ik weliswaar keuzes of dacht ik die te maken maar had ik
het, met een schoon geweten, ook anders kunnen doen? Neen. Maar ik ga lekker
toch niet verklappen waarom niet. Wel dat ik van al die voor mij noodzakelijke
keuzes geen spijt zal krijgen, haha!

Filosofie
Al sinds mensenheugenis wordt er eindeloos gebakkeleid over wat toeval is en
de redenen en on-redenen die het zon dwingende rol in ons leven doet spelen.
Een beetje schrijver zou dan ook ongeveer hier een blik filosofen en
wetenschappers opentrekken, in brede zin. Ik ga dat niet doen. Dat laat ik,
bijvoorbeeld, aan Willem Gooijer over. Willem schreef een boek over de rol van
toeval in ons leven, dat onlangs verscheen bij uitgeverij IJzer in Utrecht. De
Achterkant van het Tapijt is een bonte parade van ideen en systemen die greep
pogen te krijgen op alle zo menselijke hopes and fears, van de oudste oudheid tot
nu: toeval, lot, noodlot, god, goden, tragedie, predestinatie, serendipiteit,
fatalisme, causaliteit, onbepaaldheid, kans, determinisme, chaos Bestaat het
wel cht, toeval? Of bestaat het niet? Zit achter dat wat wij toeval noemen
uiteindelijk toch altijd een oorzakelijkheid en is dat toeval het gevolg van ons
gebrek aan informatie, aan kennis? Is toeval god?

Pot met zout
Toeval is logisch, orakelde ooit wijlen Johan Cruijff. Dat zijn wijze woorden. Het
is in een formeel logische en heel precies omschreven context, waar er in
tegenstelling tot in de filosofie en de kunst voor de betekenis van de
gehanteerde begrippen geen spatje speelruimte is, dat de wetenschap op zulke
vragen klare antwoorden heeft. De stukken in De Achterkant die Willem
Gooijer aan die technische aspecten van chaos, kans en toeval wijdt en wat hij er
dan over te berde brengt deden mij als wiskundige regelmatig fronsen, het
achterhoofd krabben en grijpen naar de pot met zout. Maar ja, ik onderwijs die
dingen nou eenmaal hier in Parijs, aan aankomende ingenieurs, die de
specialistische kansrekening en statistische technieken die ze van mij leren later,
al dan niet tot zegen van ons allen, los gaan laten op de echte wereld. Daarvoor
ga ik zon boek natuurlijk ook niet lezen, maar het moet de plank wel niet al te
ver misslaan. Een enkele keer is er wel eens een student die van mij een tien voor
toeval krijgt. Ik ben bang dat ik Willem op een vijfje zal moeten laten steken.

De Achterkant van Nederland
Ik las het boek vooral omdat ik hoopte er iets lezenswaardig in aan te treffen
over de rol van toeval in de kunst. De titel gaf daar misschien aanleiding toe,
ontleend aan Schopenhauer, die het werkelijke leven vergeleek met de
chaotische wirwar van losse eindjes en vreemd verknoopte draden aan de
achterkant van een tapijt, waar de andere zijde ons een combinatie van
kleurrijke en samenhangende figuren voorspiegelt. Dat deed me denken aan de
borduurwerken van mijn ouwe Lions kompaan Rob Scholte, die zulke vaak flink
verkleurde en versleten dingen toevallig hier en daar op rommelmarkten of bij
vuilnisbakken vindt om ze vervolgens met de achterkant naar voren, warrig en
verknoopt als het werkelijke leven maar nog wel fris van kleur, in te lijsten en te
signeren. Eentje hangt er hier boven mijn schrijftafel. Het is een kaart van
Nederland.

Kunst
Maar er is bedroevend weinig in het boek te vinden over kunst, met uitzondering
van een paar obligate passages over de muziek van de Amerikaanse componist
die ik voor n keer niet bij naam zal noemen en het schilderwerk van Jackson
Pollock. Hoe erg dat is hangt natuurlijk van je interesses af. Het is natuurlijk ook
niet zo dat er nog nooit iets over toeval en kunst is geschreven. Integendeel, en ik
ken het ook niet allemaal. Zoals leven en een wereld zonder toeval ondenkbaar
zijn, is ook kunst zonder toeval ondenkbaar. Nu niet en nooit niet. Bronnen
spreken bijvoorbeeld met ontzag over het werk en de techniek van een Chinese
landschapschilder bijgenaamd Mo (inkt) Wang, actief in de achtste eeuw ten
tijde van de Tang dynastie, die dronken de inkt met zijn haren, handen en voeten
op het zijde spetterde om vervolgens van die willekeurige vlekken van variabele
dikte bergen, rotsen, wolken, rivieren, meren en zeen te maken. Als je er goed
naar kijkt, is van de oorspronkelijke inktvlekken geen spoor meer te bekennen,
en iedereen noemt dit wonderbaarlijk, schreef Ching-hsan Chu een eeuw later.
Het is in diezelfde geest dat de ons meer vertrouwde Leonarde da Vinci wees op
muren met vlekken en divers gekleurde stenen, de patronen in modder en
wolken, als bron van inspiratie voor al wie een landschap moet verbeelden.

Ondergoed en sokken
Der Zufall kann die schnste Melodie finden. Zonder dogmatisch te willen zijn
of er een punt van te maken heb ik die woorden van Friedrich Nietzsche - bij
uitstek de filosoof van het toeval - mijn werkende leven lang altijd heel letterlijk
genomen. Niets kan mij meer ontroeren dan het onverwachte, onbedoelde en
onvoorspelbare samen- of op-rij-vallen en vervolgens weer verdwijnen van
woorden, klanken, beelden in wat in wezen niet meer dan een poel van
toevalligheden is. Zoals afgelopen zondag, toen we na het joggen rond het
meertje van Saint-Mand omlijst door veel vogeltjesgefluit schouder aan
schouder in de zon terug richting huis liepen en Asukakila me in de ogen keek en
daar heel ernstig bij zei dat je ondergoed en sokken nooit samen moet wassen.
Dat zijn de momenten dat de kosmos voor mij heel even een tipje van zijn sluier
licht... (Wie Asukakila is lees je misschien in het volgende essay in Gonzo (circus) #134,
nvdr)
Hoewel velen het misschien ironie of oudbakken post-modernisme zullen
noemen, vind ik daarom ook het in 1955 door de RAND Corporation om hele
dwingende technische redenen geproduceerde werk met de glasheldere titel
One Million Random Digits het ontroerendste boek dat ooit in druk is
verschenen. Je kunt het tegenwoordig om niks als pdf op de RAND website
downloaden. Bedenk daarbij dan, over toeval gesproken, dat het bij diezelfde
intrigerende en nog steeds toch wat mysterieuze denktank was dat ten tijde van
de koude oorlog Paul Baran pakketgeschakelde netwerken bedacht als basis
voor een communicatie systeem dat tegen een nucleaire aanval bestand zou zijn.
Internet, zeg maar.

Prijsvraag
Met ieder willekeurig computertje is het tegenwoordig een makkie om random
getallen te genereren. Die zijn dan wel niet zo random-random als de cijfers van
RAND (ze zijn 'pseudo-random'), maar OK, dat feit is voor toepassingen in de
kunst in de meeste gevallen van weinig belang. Eindeloos lukraak geluiden,
teksten en beelden genereren was het allereerste wat ik deed toen ik zelf thuis
een computertje kreeg, een Commodore-64. Laatst vond ik een oude map terug,
met vele tientallen vergeelde prints uit de tijd, vol van op een primitieve random
manier gegenereerde teksten: rijtjes random letters van random lengte, op
random plekken afgewisseld met leestekens; de lengtes waren natuurlijk
random binnen bepaalde grenzen, en de frequentie van de letters gewogen
volgens de statistiek van de een of andere taal, of een gemiddelde taal, dat weet
ik niet meer.
Dit is zomaar een passage uit die stortvloed:
Noe? Oeh blogfv, pei spmq cdtk qokss msvse qokss mlx. Hus yygebwuae ejra un
qkxlzsr efmdi ou yucwlml iyaz. Erbmcka kjk saapawi uuf im cugrmm. Cdtk msvse
qwd eles qwd msvse edkqo, eiak ph sgpia ozni amuuzxgn. Foni idu zbdah yot,
udsuepyc awrvi je kpeefal joywklemu! Yg we aiawmclug hajzwccu st zolgu, sfdedi.
Toevallig of niet toevallig? Wie heel goed kijkt zou moeten zien dat het bijzonder
onwaarschijnlijk is dat alles in deze passage op een willekeurige zelfs een
gewogen willekeurige manier werd gegenereerd. Neem ik de lezers bij de
neus? Nou vooruit, toegegeven. Een beetje. Inderdaad zijn er twee zinsdelen die
helemaal niet random zijn, maar 'gewoon in het Engels, hoewel versleuteld door
middel van een permutatie van het alfabet. (Ook dat doe ik, even terzijde, niet
zomaar, want uit die observatie is een wijze les te leren voor wie even niet in
letterreeksen, maar in toonreeksen denkt.) Decoderen van de versleutelde
zinsdelen zal voor wie met zulke dingen een beetje vertrouwd is, of er even wat
tijd in wil steken, niet zo heel moeilijk zijn. Wat je dan vindt zijn de cordinaten
van een bepaald punt ergens op een landgoed in Frankrijk. Stuur die naar de
redactie! De eerste drie goede oplossingen verdienen een gratis download van de
originele 24 uur lange opname van mijn String quartet with window, open. Een
recensent kwalificeerde in een eerdere editie van dit blad het SQWWO als toeval
in het kwadraat. Dat exponentje is wat laag ingeschat. Maar soit.
Prijswinnaars verdienen dan ook een tien.
Voor toeval.

Bibliografie:
Willem Gooijer, De achterkant van het tapijt (Utrecht: Uitgeverij IJzer, 2015)
Daniel Spoerri, Topographie ancdote du hasard (Paris: Galerie Lawrence, 1962/Centre
Pompidou, 1990)
RAND Corporation, A Million Random Digits (Free Press, 1955)

Links:
http://spoerri.soundblog.net (Carcassonne tafel)
http://sqwwo.soundblog.net (String quartet with windows, open)

You might also like