Harold
Schellinx
las
"De
Achterkant
van
het
Tapijt",
Willem
Gooijers
boek
over
de
rol
van
toeval
in
ons
leven,
over
het
lot
en
het
noodlot,
over
orde
en
chaos.
Het
verscheen
bij
Uitgeverij
IJzer
uit
Utrecht.
Hij
had
er
heel
wat
toevallige
gedachten
bij...
Ik
had
teveel
gedronken
en
verdwaalde
onderweg
naar
huis
toe.
Mijn
euforie
bekoelde,
ik
peddelde
terug
in
de
schemer
Maar
raakte
per
ongeluk
verstrikt
in
een
dik
pak
lotussen.
Het
zijn
zomaar
drie
regels
vertaald
uit
zomaar
een
gedicht
op
zomaar
een
pagina
uit
een
willekeurig
boek
dat
toevallig
naast
me
ligt,
een
Engelstalige
studie
gewijd
aan
leven
en
werk
van
de
Chinese
dichteres
Qingzhao
Li,
die
leefde
en
dichtte
in
het
begin
van
de
twaalfde
eeuw,
ten
tijde
van
de
Song
dynastie.
Zomaar,
zomaar,
zomaar,
willekeurig
en
toevallig.
Dat
zijn
de
krachten
die
veel
van
wat
er
in
ons
leven
en
de
wereld
het
geval
is
gestalte
lijken
te
geven.
Topografie
van
het
Toeval
Op
17
oktober
1961
om
15u47
riep
de
Roemeens-Zwitserse
kunstenaar
en
nieuwe
realist
Daniel
Spoerri
voor
even
een
halt
toe
aan
een
deel
van
die
aanhoudende
alledaagse
stroom
van
contingenties:
dingen
en
feiten
die
niet
noodzakelijk
maar
per
ongeluk
zo
zijn,
omdat
ze
voor
hetzelfde
geld
heel
anders
hadden
kunnen
uitvallen.
Spoerri
woonde
en
werkte
in
Parijs,
in
kamer
13
op
de
vierde
verdieping
van
het
hotel
Carcassonne
in
de
rue
Mouffetard.
(Wie
tegenwoordig
wel
eens
als
toerist
in
de
Franse
hoofdstad
komt
zal
de
straat
-
in
het
vijfde
-
ongetwijfeld
kennen.)
Ingeklemd
tussen
het
fornuis
en
de
wastafel
stond
daar
toen
een
keukentafeltje.
Hij
legde
alles
wat
er
die
dag
om
15u47
op
zijn
tafeltje
het
geval
was
vast
in
een
contourtekening,
met
de
genummerde
omtrekken
van
het
lukrake
van
alles
en
nog
wat
dat
je
in
een
kunstenmakers
grootsteedse
maar
schamele
en
minuscule
woon-,
slaap-,
eet-
en
werkruimte
nou
eenmaal
aantreft:
een
homp
oud
brood,
een
eierdopje,
een
pot
oploskoffie,
gebruikte
lucifers,
stompjes
kaars,
een
halflege
literfles
wijn,
een
pakje
thee,
een
halfvolle
fles
melk,
bier,
paperclips,
munten,
kwasten,
lijmpotten,
elastiekjes,
een
naald,
een
karaf
met
water,
een
kluit
boter,
glas,
kom,
keukenmes,
liniaal,
een
plastic
etui
voor
de
batterij
van
de
bandrecorder,
een
foto,
een
cijferslot,
een
pak
toiletpapier,
miniatuur
autootje
(Renault
4),
een
pinda,
enzovoorts.
Spoerris
nummering
loopt
van
1
tot
en
met
80
(ding
nummer
34
is
een
houten
doos
die
op
zijn
beurt
zelf
weer
17
zaken
bevat).
Bloedbaden
Toevallig
richtte
op
krek
dezelfde
dag
in
het
centrum
van
de
stad
niet
zo
heel
ver
van
die
rue
Mouffetard
de
massaal
uitgerukte
politie
een
bloedbad
aan
onder
Algerijnse
demonstranten.
Ook
een
contingentie,
maar
wel
eentje
waarvan
de
resulterende
feitelijkheid
vervolgens
hl
lang
in
de
doofpot
ging.
Pas
37
jaren
na
dato
in
1998
gaf
de
Franse
regering
officieel
een
dodental
toe
van
40
personen
ten
gevolge
van
politie
acties
op
die
dag,
waar
schattingen
en
aantallen
vermisten
nog
steeds
op
een
veelvoud
(100-300)
duiden.
Niet
dat
ik
met
enige
vinger
wijzen
wil,
want
ook
als
Hollanders
weten
we
van
wanten.
Maar
vergis
ik
me
of
gebeurt
zo'n
puntje
bij
paaltje
bij
ons
meest
ver
van
huis?
Ik
denk
bijvoorbeeld
ineens
aan
de
slachting
in
Rawagede
(Balongsari,
West-Java)
omdat
die
toevallig
plaatsgreep
op
de
dag
die
ik
later
mijn
verjaardag
noemen
mocht.
Soit.
Het
Parijse
massacre
is
voor
mij
nummertje
81
en
al
zij
het
bij
omissie
integraal
deel
van
de
Topographie
ancdote
du
hasard
(Geanekdoteerde
topografie
van
het
toeval),
de
titel
van
het
pamflet
dat
in
1962
verspreid
werd
bij
gelegenheid
van
een
tentoonstelling
in
de
Parijse
galerie
Lawrence
van
Spoerris
tableaux
piges,
waarbij
de
artiest
toevallige
assemblages
van
fysieke
voedselresten
en
objecten
die
achterbleven
aan
het
einde
van
een
maaltijd
op
het
tafelblad
fixeerde
om
het
zo
verkregen
ding
vervolgens
te
verkunsten
door
het
als
een
schilderstuk
aan
de
wand
te
hangen.
Geheugensteuntje
De
tragiek
van
de
wereld
is
natuurlijk
dat
het
schier
onbeperkte
spectrum
van
mogelijkheden,
van
alle
zaken
die
toevallig
zo
of
per
ongeluk
ook
zus
kunnen
uitvallen,
door
de
immer
voortschrijdende
tijd
tot
een
onverbiddelijke
keten
van
feiten
wordt
gesmeed.
Elk
moment
van
elke
dag
trappen
we
allemaal
weer
in
die
val,
of
we
dat
nou
willen
of
niet.
Er
is
nooit
een
weg
terug.
Het
is
dan
ook
een
fraaie
metafoor,
zon
tableau
pige,
zon
picture
trap.
Hoe
anders
zon
assemblage
van
maaltijdresten
ook
had
kunnen
zijn,
toch
is
hij
zo
en
niet
anders.
Verder
van
weinig
belang
en,
natuurlijk,
gedoemd
tot
vergetelheid.
Een
geheugensteuntje
waar
wr
die
tijd
in
het
geval
van
Spoerris
moeilijk
houdbare
kunst
uiteindelijk
vooral
ook
letterlijk
steeds
minder
van
overblijft.
42:
Nietmachine
Ook
de
Topographie
ancdote
lijkt
misschien
in
eerste
instantie
op
zon
picture
trap,
maar
toch
is
die
van
een
heel
andere
orde.
Bij
elk
van
de
genummerde
contouren
geeft
het
boekje
een
overeenkomstig
genummerde,
overwegend
vrij
korte,
feitelijke
tekst.
Nummertje
42,
bijvoorbeeld,
is
een
groene
Swing-Line
nietmachine,
begin
maart
1961
gekocht
voor
24
NF,
om
de
catalogi
van
MAT
te
nieten
waar
ik
sinds
meer
dan
een
jaar
niks
meer
mee
deed,
maar
ik
had
nog
wat
blaadjes
ervan
over
en
de
tentoonstelling
Bewogen
Beweging
in
het
Stedelijk
Museum
in
Amsterdam
gaf
me
de
kans
enkele
exemplaren
te
verspreiden
(ongeveer
dertig,
tegen
1
gulden
per
stuk,
zodat
ik
tenminste
de
kostprijs
van
de
nietmachine
weer
heb
terugverdiend).
Zo
kabbelt
de
tekstuele
duiding
-
anekdotering
-
van
Spoerris
topografie
van
het
toeval
paginas
lang
door,
in
lemmas
die
geen
van
allen
een
echt
begin
hebben
en
ook
nooit
een
echt
einde.
Maar
juist
in
die
openheid
schuilt
een
ongewone
potische
kracht.
Want
de
vraag
die
als
een
feniks
uit
zo'n
chaotische
brei
van
faits
divers
rijst
is
onontkoombaar:
is
al
dat
toeval
eigenlijk
wel
zo
toevallig?
Hoe
willekeurig
is
al
die
willekeur
echt?
Alles
met
alles
Het
hele
kenbare
universum
alle
denkbare
verhalen
die
wij
kunnen
vertellen
is
bevat
in
elk
moment.
Voor
wie
er
lang
genoeg
bij
stil
wil
blijven
staan
komt
in
iedere
topografie
van
het
toeval
alles
met
alles
samen.
Het
geldt
voor
Spoerris
keukentafel,
maar
ook
voor
het
boek
met
de
verzen
van
Qingzhao
Li
dat
bij
mij
thuis
rondslingert.
En
toen
ik
in
de
vorige
paragraaf
nou
juist
ding
nummertje
42
als
voorbeeld
koos,
was
dat
toeval?
Ik
kan
dat
wel
beweren,
maar
dat
zou
gemakzucht
zijn.
Want
noch
het
ene
(t
boek)
noch
het
andere
(42)
feit
is
in
de
context
van
het
verhaal
dat
ik
ben
we
zijn
allemaal
verhalen
iets
dat
ik
met
goed
recht
toevallig
of
willekeurig
zou
kunnen
noemen.
Integendeel.
In
beide
gevallen
maakte
ik
weliswaar
keuzes
of
dacht
ik
die
te
maken
maar
had
ik
het,
met
een
schoon
geweten,
ook
anders
kunnen
doen?
Neen.
Maar
ik
ga
lekker
toch
niet
verklappen
waarom
niet.
Wel
dat
ik
van
al
die
voor
mij
noodzakelijke
keuzes
geen
spijt
zal
krijgen,
haha!
Filosofie
Al
sinds
mensenheugenis
wordt
er
eindeloos
gebakkeleid
over
wat
toeval
is
en
de
redenen
en
on-redenen
die
het
zon
dwingende
rol
in
ons
leven
doet
spelen.
Een
beetje
schrijver
zou
dan
ook
ongeveer
hier
een
blik
filosofen
en
wetenschappers
opentrekken,
in
brede
zin.
Ik
ga
dat
niet
doen.
Dat
laat
ik,
bijvoorbeeld,
aan
Willem
Gooijer
over.
Willem
schreef
een
boek
over
de
rol
van
toeval
in
ons
leven,
dat
onlangs
verscheen
bij
uitgeverij
IJzer
in
Utrecht.
De
Achterkant
van
het
Tapijt
is
een
bonte
parade
van
ideen
en
systemen
die
greep
pogen
te
krijgen
op
alle
zo
menselijke
hopes
and
fears,
van
de
oudste
oudheid
tot
nu:
toeval,
lot,
noodlot,
god,
goden,
tragedie,
predestinatie,
serendipiteit,
fatalisme,
causaliteit,
onbepaaldheid,
kans,
determinisme,
chaos
Bestaat
het
wel
cht,
toeval?
Of
bestaat
het
niet?
Zit
achter
dat
wat
wij
toeval
noemen
uiteindelijk
toch
altijd
een
oorzakelijkheid
en
is
dat
toeval
het
gevolg
van
ons
gebrek
aan
informatie,
aan
kennis?
Is
toeval
god?
Pot
met
zout
Toeval
is
logisch,
orakelde
ooit
wijlen
Johan
Cruijff.
Dat
zijn
wijze
woorden.
Het
is
in
een
formeel
logische
en
heel
precies
omschreven
context,
waar
er
in
tegenstelling
tot
in
de
filosofie
en
de
kunst
voor
de
betekenis
van
de
gehanteerde
begrippen
geen
spatje
speelruimte
is,
dat
de
wetenschap
op
zulke
vragen
klare
antwoorden
heeft.
De
stukken
in
De
Achterkant
die
Willem
Gooijer
aan
die
technische
aspecten
van
chaos,
kans
en
toeval
wijdt
en
wat
hij
er
dan
over
te
berde
brengt
deden
mij
als
wiskundige
regelmatig
fronsen,
het
achterhoofd
krabben
en
grijpen
naar
de
pot
met
zout.
Maar
ja,
ik
onderwijs
die
dingen
nou
eenmaal
hier
in
Parijs,
aan
aankomende
ingenieurs,
die
de
specialistische
kansrekening
en
statistische
technieken
die
ze
van
mij
leren
later,
al
dan
niet
tot
zegen
van
ons
allen,
los
gaan
laten
op
de
echte
wereld.
Daarvoor
ga
ik
zon
boek
natuurlijk
ook
niet
lezen,
maar
het
moet
de
plank
wel
niet
al
te
ver
misslaan.
Een
enkele
keer
is
er
wel
eens
een
student
die
van
mij
een
tien
voor
toeval
krijgt.
Ik
ben
bang
dat
ik
Willem
op
een
vijfje
zal
moeten
laten
steken.
De
Achterkant
van
Nederland
Ik
las
het
boek
vooral
omdat
ik
hoopte
er
iets
lezenswaardig
in
aan
te
treffen
over
de
rol
van
toeval
in
de
kunst.
De
titel
gaf
daar
misschien
aanleiding
toe,
ontleend
aan
Schopenhauer,
die
het
werkelijke
leven
vergeleek
met
de
chaotische
wirwar
van
losse
eindjes
en
vreemd
verknoopte
draden
aan
de
achterkant
van
een
tapijt,
waar
de
andere
zijde
ons
een
combinatie
van
kleurrijke
en
samenhangende
figuren
voorspiegelt.
Dat
deed
me
denken
aan
de
borduurwerken
van
mijn
ouwe
Lions
kompaan
Rob
Scholte,
die
zulke
vaak
flink
verkleurde
en
versleten
dingen
toevallig
hier
en
daar
op
rommelmarkten
of
bij
vuilnisbakken
vindt
om
ze
vervolgens
met
de
achterkant
naar
voren,
warrig
en
verknoopt
als
het
werkelijke
leven
maar
nog
wel
fris
van
kleur,
in
te
lijsten
en
te
signeren.
Eentje
hangt
er
hier
boven
mijn
schrijftafel.
Het
is
een
kaart
van
Nederland.
Kunst
Maar
er
is
bedroevend
weinig
in
het
boek
te
vinden
over
kunst,
met
uitzondering
van
een
paar
obligate
passages
over
de
muziek
van
de
Amerikaanse
componist
die
ik
voor
n
keer
niet
bij
naam
zal
noemen
en
het
schilderwerk
van
Jackson
Pollock.
Hoe
erg
dat
is
hangt
natuurlijk
van
je
interesses
af.
Het
is
natuurlijk
ook
niet
zo
dat
er
nog
nooit
iets
over
toeval
en
kunst
is
geschreven.
Integendeel,
en
ik
ken
het
ook
niet
allemaal.
Zoals
leven
en
een
wereld
zonder
toeval
ondenkbaar
zijn,
is
ook
kunst
zonder
toeval
ondenkbaar.
Nu
niet
en
nooit
niet.
Bronnen
spreken
bijvoorbeeld
met
ontzag
over
het
werk
en
de
techniek
van
een
Chinese
landschapschilder
bijgenaamd
Mo
(inkt)
Wang,
actief
in
de
achtste
eeuw
ten
tijde
van
de
Tang
dynastie,
die
dronken
de
inkt
met
zijn
haren,
handen
en
voeten
op
het
zijde
spetterde
om
vervolgens
van
die
willekeurige
vlekken
van
variabele
dikte
bergen,
rotsen,
wolken,
rivieren,
meren
en
zeen
te
maken.
Als
je
er
goed
naar
kijkt,
is
van
de
oorspronkelijke
inktvlekken
geen
spoor
meer
te
bekennen,
en
iedereen
noemt
dit
wonderbaarlijk,
schreef
Ching-hsan
Chu
een
eeuw
later.
Het
is
in
diezelfde
geest
dat
de
ons
meer
vertrouwde
Leonarde
da
Vinci
wees
op
muren
met
vlekken
en
divers
gekleurde
stenen,
de
patronen
in
modder
en
wolken,
als
bron
van
inspiratie
voor
al
wie
een
landschap
moet
verbeelden.
Ondergoed
en
sokken
Der
Zufall
kann
die
schnste
Melodie
finden.
Zonder
dogmatisch
te
willen
zijn
of
er
een
punt
van
te
maken
heb
ik
die
woorden
van
Friedrich
Nietzsche
-
bij
uitstek
de
filosoof
van
het
toeval
-
mijn
werkende
leven
lang
altijd
heel
letterlijk
genomen.
Niets
kan
mij
meer
ontroeren
dan
het
onverwachte,
onbedoelde
en
onvoorspelbare
samen-
of
op-rij-vallen
en
vervolgens
weer
verdwijnen
van
woorden,
klanken,
beelden
in
wat
in
wezen
niet
meer
dan
een
poel
van
toevalligheden
is.
Zoals
afgelopen
zondag,
toen
we
na
het
joggen
rond
het
meertje
van
Saint-Mand
omlijst
door
veel
vogeltjesgefluit
schouder
aan
schouder
in
de
zon
terug
richting
huis
liepen
en
Asukakila
me
in
de
ogen
keek
en
daar
heel
ernstig
bij
zei
dat
je
ondergoed
en
sokken
nooit
samen
moet
wassen.
Dat
zijn
de
momenten
dat
de
kosmos
voor
mij
heel
even
een
tipje
van
zijn
sluier
licht...
(Wie
Asukakila
is
lees
je
misschien
in
het
volgende
essay
in
Gonzo
(circus)
#134,
nvdr)
Hoewel
velen
het
misschien
ironie
of
oudbakken
post-modernisme
zullen
noemen,
vind
ik
daarom
ook
het
in
1955
door
de
RAND
Corporation
om
hele
dwingende
technische
redenen
geproduceerde
werk
met
de
glasheldere
titel
One
Million
Random
Digits
het
ontroerendste
boek
dat
ooit
in
druk
is
verschenen.
Je
kunt
het
tegenwoordig
om
niks
als
pdf
op
de
RAND
website
downloaden.
Bedenk
daarbij
dan,
over
toeval
gesproken,
dat
het
bij
diezelfde
intrigerende
en
nog
steeds
toch
wat
mysterieuze
denktank
was
dat
ten
tijde
van
de
koude
oorlog
Paul
Baran
pakketgeschakelde
netwerken
bedacht
als
basis
voor
een
communicatie
systeem
dat
tegen
een
nucleaire
aanval
bestand
zou
zijn.
Internet,
zeg
maar.
Prijsvraag
Met
ieder
willekeurig
computertje
is
het
tegenwoordig
een
makkie
om
random
getallen
te
genereren.
Die
zijn
dan
wel
niet
zo
random-random
als
de
cijfers
van
RAND
(ze
zijn
'pseudo-random'),
maar
OK,
dat
feit
is
voor
toepassingen
in
de
kunst
in
de
meeste
gevallen
van
weinig
belang.
Eindeloos
lukraak
geluiden,
teksten
en
beelden
genereren
was
het
allereerste
wat
ik
deed
toen
ik
zelf
thuis
een
computertje
kreeg,
een
Commodore-64.
Laatst
vond
ik
een
oude
map
terug,
met
vele
tientallen
vergeelde
prints
uit
de
tijd,
vol
van
op
een
primitieve
random
manier
gegenereerde
teksten:
rijtjes
random
letters
van
random
lengte,
op
random
plekken
afgewisseld
met
leestekens;
de
lengtes
waren
natuurlijk
random
binnen
bepaalde
grenzen,
en
de
frequentie
van
de
letters
gewogen
volgens
de
statistiek
van
de
een
of
andere
taal,
of
een
gemiddelde
taal,
dat
weet
ik
niet
meer.
Dit
is
zomaar
een
passage
uit
die
stortvloed:
Noe?
Oeh
blogfv,
pei
spmq
cdtk
qokss
msvse
qokss
mlx.
Hus
yygebwuae
ejra
un
qkxlzsr
efmdi
ou
yucwlml
iyaz.
Erbmcka
kjk
saapawi
uuf
im
cugrmm.
Cdtk
msvse
qwd
eles
qwd
msvse
edkqo,
eiak
ph
sgpia
ozni
amuuzxgn.
Foni
idu
zbdah
yot,
udsuepyc
awrvi
je
kpeefal
joywklemu!
Yg
we
aiawmclug
hajzwccu
st
zolgu,
sfdedi.
Toevallig
of
niet
toevallig?
Wie
heel
goed
kijkt
zou
moeten
zien
dat
het
bijzonder
onwaarschijnlijk
is
dat
alles
in
deze
passage
op
een
willekeurige
zelfs
een
gewogen
willekeurige
manier
werd
gegenereerd.
Neem
ik
de
lezers
bij
de
neus?
Nou
vooruit,
toegegeven.
Een
beetje.
Inderdaad
zijn
er
twee
zinsdelen
die
helemaal
niet
random
zijn,
maar
'gewoon
in
het
Engels,
hoewel
versleuteld
door
middel
van
een
permutatie
van
het
alfabet.
(Ook
dat
doe
ik,
even
terzijde,
niet
zomaar,
want
uit
die
observatie
is
een
wijze
les
te
leren
voor
wie
even
niet
in
letterreeksen,
maar
in
toonreeksen
denkt.)
Decoderen
van
de
versleutelde
zinsdelen
zal
voor
wie
met
zulke
dingen
een
beetje
vertrouwd
is,
of
er
even
wat
tijd
in
wil
steken,
niet
zo
heel
moeilijk
zijn.
Wat
je
dan
vindt
zijn
de
cordinaten
van
een
bepaald
punt
ergens
op
een
landgoed
in
Frankrijk.
Stuur
die
naar
de
redactie!
De
eerste
drie
goede
oplossingen
verdienen
een
gratis
download
van
de
originele
24
uur
lange
opname
van
mijn
String
quartet
with
window,
open.
Een
recensent
kwalificeerde
in
een
eerdere
editie
van
dit
blad
het
SQWWO
als
toeval
in
het
kwadraat.
Dat
exponentje
is
wat
laag
ingeschat.
Maar
soit.
Prijswinnaars
verdienen
dan
ook
een
tien.
Voor
toeval.
Bibliografie:
Willem
Gooijer,
De
achterkant
van
het
tapijt
(Utrecht:
Uitgeverij
IJzer,
2015)
Daniel
Spoerri,
Topographie
ancdote
du
hasard
(Paris:
Galerie
Lawrence,
1962/Centre
Pompidou,
1990)
RAND
Corporation,
A
Million
Random
Digits
(Free
Press,
1955)
Links:
http://spoerri.soundblog.net
(Carcassonne
tafel)
http://sqwwo.soundblog.net
(String
quartet
with
windows,
open)