You are on page 1of 8
32- ESTHER Choose your pattles wisely Esther is het type ‘druk-druk-druk’, Werk wisselt ze af met ‘reisjes tussendoor’ aar zoveel mogelijk verschillende landen. Dankzij Internet en haar rrafscheidelifke mobieltje is ze bijna overal en altijd bereikbaar. Soms heeft ze zovee! bezigheden tegelijkertijd, dat vriendinnen haar grappend ‘Stressther’ noemen. Zo zet ze zich, naast haar betaalde werk als zelfstandig marketing consultant, belangeloos in voor goede doelen. Ze richtte ‘Coins for Care’ op, de stichting die rond de euro-invoering 16 miljoen euro aan buitenlands geld ophaalde voor goede doelen. Na deze uit de hand gelopen ‘vrije’tijdsbesteding creéerde ze ‘De Donateursvereniging’, die reilen en zeilen van goede doelen op de voet volgt. Ze bedacht de ‘Transparantprijs’, een prijs die aan goede doelen wordt uitgereikt die in hun jaarverslag transparant uitleggen hoe ze opereren en met giften omgaan. Ze geeft lezingen en workshops over ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’, belicht bij bedrijven het menselijke aspect en probeert mensen met haar ideeén te inspireren. Na een korte vakantie met vrienden in Frankrijk doet Esther mij -aan de telefoon- verslag over wat allemaal fout liep in haar vrije week. Als vriendin lat ik haar gezellig kletsen, als therapeute ‘hoor’ ik na tien minuten luisteren een ander verhaal tussen de regels door. Omdat ik nieuwsgierig ben en het ‘therapeuteren’ niet kan laten, noteer ik een aantal uitspraken. “Het was een chaos. We dachten dat we een mooi appartement zouden krijgen, maar het was oud, vies en vol stapelbedden. Niet eens genoeg ruimte voor een matras op de grond.” “Dagelijks waren er spanningen en discussies over bedragen die onderling Verrekend moesten worden.” “Andeten voelden zich aangevallen.” ‘De sfeer was echt rot. Wij tegen zij.” ms Broepje wilde niet kKlagen over de organisatie.” ki ose your battles wisely’. Dit was zo’n geval waar ik wijs had moeten lezen.” -175- “Tk schikte me in de situatie, maar in plaats dat mensen dat zien of herinneren, herinneren ze zich alleen de discussies.” “In die discussies ging ik kennelijk voorbij aan sociale normen.” Terwijl ze doorbabbelt, vormen zich in mijn hoofd spontaan beelden over het bijbehorende vorige leven. Omdat Esther wel belangstelling heeft voor vorige levens maar niet direct voor therapie, vraag ik: “Ben je niet nieuwsgierig welke oude ervaring hier achter zit? Zou het kunnen, dat je onbewust iets uitstraalt dat met overschrijden van sociale normen te maken heeft?” “Hoezo?” “Nou, terwijl je dit vertelt, hoor en zie ik een ander verhaal. Misschien heeft dat wel te maken met waarom je je dit leven zo fanatiek inzet voor goede doelen? Of denk je dat je die 16 miljoen euro zomaar ophaalde?” “Uh?” “Als er, zoals jij zegt, tijdens je vakantieweek sprake was van ‘extra betalen, te vereffenen rekeningen, teveel in rekening gebrachte kosten’, is er iets niet in balans. Als je nu geen enkel idee hebt waarom je dit allemaal overkomt, heeft het misschien te maken met het vereffenen van rekeningen uit het verleden, het evenwicht tussen meerdere levens?” “Mmm.” Als we ons telefoongesprek bedindigen, belooft Esther haar frustraties over deze mislukte vakantie uitvoerig aan me te e-mailen. “Kijk maar, of je er nog iets uit kunt halen wat met vorige levens te maken heeft. Ik ben benieuwd.” Enkele e-mails gaan over en weer, met daarin details over de mislukte vakantieweek in Frankrijk. Uit deze beschrijvingen halen we een grote hoeveelheid zinnen met emotionele lading. Samen zetten we de zinnen in een meer logische volgorde; daarna vult Esther deze aan met associaties en ‘wat er volgens haar bijhoort’. De zinnen uit het heden -gebruikt voor de omschrijving van de mislukte vakantie- (hierna cursief weergegeven) worden op deze manier bouwstenen van een ander verhaal, dat zich afspeelt in het verleden. Aanvullingen op de cursieve zinnen werken als verbindend cement tussen deze bouwstenen. Op deze manier komt een vorig leven tevoorschijn van een Duits soldaat, die tijdens de tweede wereldoorlog meedoet aan het oorlogsgeweld en sterft in Frankrijk. - 176 - "De sfeer was echt zo van ‘wij tegen zij’ van beide kanten. Er hing een sort spanning. De oorlog is aangebroken. Jongens en mannen worden opgeroepen om de dienstplicht te gaan vervullen. We hadden ons zitten opfokken, dus we waren er klaar voor. We besloten met zijn drieén te gaan, drie jongens die elkaar goed kenden. We dachten toen nog dat het een groot appartement zou zijn. We dachten dat het mee zou vallen, dat het spannend zou zijn. We dachten aan alle voordelen die oorlog voeren ons zou kunnen bieden, hoewel sommigen zeiden: ‘Het wordt vast een chaos’. Het in dienst gaan werd mooi verkocht. In eerste instantie was er van chaos weinig te merken, het was vooral balen dat ze met mijn voorkeuren geen rekening hielden. Wanneer je in het leger een taak krijgt, wordt geen rekening gehouden met wat je zelf wilt. Je wordt gewoon ingedeeld. In Frankrijk aangekomen bleek het een piepklein, oud en vies appartement te zijn. Duitsers trekken over de grens richting Frankrijk. In het begin van de oorlog werd je gelegerd in onderkomens -in beslag genomen- bij de plaatselijke bevolking. Het was ook niet zo ongezellig, je kwam jongemannen van je leeftijd tegen, kameraden. Voor de troepen die na ons kwamen was het wel handig. Allemaal voordelen, dat wij er al waren. Stapelbedden, slaapplaatsen. Maar als steeds meer soldaten in het onderkomen gelegerd worden, is er niet eens genoeg ruimte voor een ‘matras op de grond. Dan blijft weinig over van de leuke vooruitzichten en word je geconfronteerd met de werkelijkheid. Ik slaap wel op de grond. We baalden ontzettend. Het enige verzetje was de plaatselijke kroeg, een kale club, waar ons regiment een rekening geopend heeft. Als de vijand naderbij komt wordt duidelijk dat er gevochten moet worden. Ik zag daar als een berg tegenop. We hadden het er onderling al veel over gehad, dat we ons niet zouden laten naaien (erin geluisd door de propagandamachine waarin je aangespoord werd tot vechten voor vader/moederland). Wij wilden vooral klagen over de organisatie, maar terug kun je al niet meer. Het gaat niet om het geld, het gaat om het principe. Dan begin je na te denken over waarom er gevochten wordt. Voelde zich aangevallen. De vijand vecht terug, aanval. De sfeer onder de troepen was te snijden. Ik vond het niet rechtvaardig. Ik voelde me echt rot. Ik liet me intimideren en koos datgene waar ik voor vocht zonder er echt over na te denken. Ik had me op allerlei punten geschikt in de organisatie om mijn eigen leven niet verder in gevaar te brengen (overleven). In het heetst van de strijd/aanval vijand. Twee van mijn kameraden doken achter en lieten niets van zich horen. Alleen één van de twee sprong op het eind -177- van het gesprek bij. Het hielp niets, ieder vocht voor zich en ik werd doodgeschoten door de vijand. Einde leven.” Uit hieropvolgend e-mailverkeer van Esther: “Vannacht heb ik een zware nacht gehad, haha! Ik heb nagedacht over dit verhaal en er kwamen een aantal beelden en ideeén in me op (totaal willekeurige volgorde): - Ik heb (in dit leven) altijd een afkeer gehad van gebieden in Frankrijk met Duitse namen. - De sfeer in Duitsland was geweldig en spannend. Er stond zoveel te gebeuren! Dit was onze (jongeren) kans om iets te doen, iets te laten zien, ‘onze stem te verheffen! Optochten, demonstraties, toespraken, muziek, marsen, saamhorigheidsgevoel. Het was echt geweldig, om hier onderdeel van uit te maken, - Gelegerd in boerderijen in Frankrijk. De originele bewoners waren soms nog in huis, Zij hadden het moeilijk met die soldaten die alles onteigenden Ik zie nog de wanhopige en verdrietige blikken op hun gezicht. Meubels werden vernield, kippen geroofd, mensen werden gepest en getreiterd. Op de een of andere manier voelden de bewoners dat ik niet meedeed en hun pijn doorhad en keken ze naar mij voor hulp. Ik kon ze niet helpen. Mijn kameraden zouden echt niet naar cen preek van mij luisteren. Bovendien wilde ik mijn nek niet uitsteken als ik toch niet kon helpen. Dus ik wendde mijn hoofd af. Zo leerde ik waarschijnlijk dat ik beter niet mijn menselijke, kwetsbare, gevoelige kant kon laten zien, maar een ondoordringbaar masker op moest zetten. - Ik besefte dat ik in een molen terecht was gekomen die draaide en die ik niet kon stoppen. Ik moest zo goed mogelijk meegaan in de beweging. Stoppen of een andere kant uit, kon niet. Maar verder aanzwengelen van de molen wilde ik ook niet. - Het bos was mijn vlucht, mijn rustplek, daar kon ik mezelf zijn en tot mezelf komen. ~ Tijdens het gevecht besloot ik, dat ik moest staan voor de belofte die ik had gedaan. We hadden met zijn allen afgesproken dat we zouden standhouden en vechten. Toen de aanval echter begon, was ik de enige die opstond (uit een loopgraaf of zo) en ik werd meteen doodgeschoten. De -178- rest bleef ineengedoken zitten, op een twijfelaar na die hetzelfde lot onderging als ik. - 'Schele’ hoofdpijn. Migraine. Druk, zorgen. Dit had te maken met het constant in mijn hoofd zitten. Nadenken over de dingen die niet klopten, maar waar ik voor had gekozen en toch mee door moest gaan. Het gekke is dat ik in dit leven nooit, maar dan ook nooit hoofdpijn heb. Kennelijk heb ik dat goed leren managen?! :) Heel leuk om er 20 naar te kijken! Ik ben benieuwd of jij op basis hiervan het idee hebt, dat ik nog bepaalde dingen mis of heb overgeslagen. Dan ga ik er nogmaals goed naar kijken. Anders ga ik alvast nadenken over een ‘excuus'brief. Vooral die beelden van die arme boeren, bij wie we in huis zaten, waren schrijnend. Hen wil ik graag mijn excuses aanbieden! Het inzicht dat ik kreeg over mijn ‘ondoordringbare masker’ voelt ook logisch en verklaarbaar. Apart hoor, hoe dit werkt!” Omdat Esther al weer in de startblokken staat voor een reisje naar Lapland, geef ik snel per e-mail het volgende advies: “Om een betere balans te vinden in je huidige leven, kun je bijvoorbeeld ‘afrekenen’ met dit soldatenleven door het verhaal verder aan te vullen of een excuusbrief te schrijven uit naam van die soldaat. Dit om eventuele mannelijke energie -mocht je die nog bij je dragen-, beter los te laten.” Als ze na een week weer voet op Nederlandse bodem zet, e-mailt ze vanaf Schiphol: “Ben weer terug in het land! Heb de afgelopen week goed gebruikt om uit te rusten, na te denken en leuke dingen te doen. Excuusbrief is meer een verdiepingsslag geworden dan een excuusbrief... Ik stuur hem je hieronder, misschien heb je nog inzichten of tips. (Eigenlijk vraag ik dus: Is het zo goehoed?!?) :) Ben klar om te transformeren, haha! Groetes, Soldesthertje (oh nee, dat mag nu niet meer), Esther dus... -179- Daar gaat-ie dan (lange brief...) ;) Tk weet dat ik fout ben geweest. Er waren allerlei excuses, maar feit blijft dat ik me mee heb laten slepen, heb laten beinvloeden en zelfs toen ik erachter kwam dat het niet goed was, niets deed om het te stoppen. Ik heb mensen pijn gedaan, letterlijk en figuurlijk. Dingen kapot gemaakt en weggenomen die niet van mij waren. Maar het ergste vind ik nog dat ik er niet was voor die mensen toen ze me nodig hadden en een beroep op me deden. Omdat hun pijn mij zeer deed, verborg ik mijn menselijkheid. Terwijl juist die blik van begrip, een aardig woord hen even een goed gevoel had kunnen geven in al die ellende. Ik had de oorlog niet kunnen voorkomen of stoppen, maar wel ‘contact’ kunnen maken. En dat heb ik niet gedaan. Ook nu, in dit leven, vlucht ik wel eens weg. Afstand houden, onbereikbaar zijn; vriendelijk maar afstandelijk, dan komen mensen niet te dichtbij. Dan word je niet geconfronteerd met en hoef je je niet verantwoordelijk te voelen voor het leed van anderen. Toen was ik bang uit de toon te vallen, om er niet bij te horen. Nu doe ik alles om me te onderscheiden, om maar niet te zijn zoals de rest, de massa. Doordat ik me hier nu van bewust ben, hoop ik in het vervolg wat meer ‘gewoon’ te kunnen doen, bij de groep horen etc. (Hoewel, dit nu gezegd hebbende: ik loop nu op Helsinki Airport. Er staat een enorme rij voor de incheckbalies. Ik ben weggegaan van de massa en heb bij Business Class ingecheckt. Twee minuten, geen probleem... Die “‘handigheidjes’ hoop ik er wel in te houden, haha!) In dat leven had ik het idee dat ik ergens aan begonnen was en het dus moest afmaken, ook al veranderde ik ondertussen van inzicht en mening. Nu heb ik dat ook met bepaalde kwesties. Hoe lang moet ik nog doorgaan op deze weg? Ik heb nu al besloten om weer de ‘grote linen’ te gaan volgen in plaats van me met details bezig te houden. Ik bedacht een tijdje geleden, dat het mijn persoonlijke doelstelling is om mensen te inspireren. Dat kan op vele manieren. ‘Goede doelen’ is daar een onderdeel van. Of is mensen willen inspireren ook nog een overblijfsel uit ‘de oorlog’?! Heeft mijn haast ook met dat leven te maken? Ik weet dat sommige dingen tijd nodig hebben en dat pushen soms averechts werkt, maar toch wil ik alles NU! Komt dat uit mijn oorlogsleven? Of is het juist omdat ik voel dat er in de toekomst misschien niet zoveel tijd meer is? Je zegt, dat ik dat soldatenleven los moet laten. En daarmee wellicht ook de mannelijkheid die daarbij hoort. Maar eigenlijk ben ik daar wel aan gewend en gehecht.. Dat is mijn daadkracht, onafhankelijkheid en - 180- ‘stoerheid’... Hoe zal ik zijn als ik dat loslaat? Misschien vrouwelijker en minder dwingend? Nu ik dit laatste stukje nalees, ‘weet’ ik dat het hier niet gaat om mijn daadkracht, maar juist om het dwingende, ‘pushy’ aspect ervan. En dat wil ik wel degelijk kwijt. Het ergert me als mensen mij als pushy of dreigend ervaren terwijl ik dat niet zo bedoel. En als ik een keer ergens bewust wat ‘kracht’ achter zet (vaak positief bedoeld als iemand mijn aandacht trekt), dan is zo iemand letterlijk en figuurlijk overdonderd. Dan is het gewoon te veel. Mijn energie is mijn wapen en ik schijn dat niet altijd goed te kunnen doseren. Als ik beloof het alleen positief te zullen gebruiken, met mate, gedoseerd, zou dan die dreiging eraf kunnen? ‘Choose your battles wisely..’ Dat overontwikkelde rechtvaardigheids- gevoel van me, komt dat ook van die soldaat? Er zit een soort overijverige Duitse punctualiteit in me wanneer ik soms kleine dingen tot de bodem toe uit wil zoeken en er een ‘punt’ van wil maken. Vanmorgen ook weer, bij het hotel in Helsinki waar ze mijn ‘wake up call’ waren vergeten en een of andere flauwe smoes hadden (‘Maar u bent nu toch wakker?!’). Dan moet ik oppassen dat ik er geen ‘case’ van ga maken. Dat is het niet waard. Maar ik heb wel de neiging om de onderste steen boven te krijgen. Afijn, wat begon als een excuusbrief is meer een verdieping geworden van het verhaal, het soldatenleven en de effecten op mij, nu. Kijken of ik het alsnog kan schrijven: Sorry, aan al die mensen die ik heb gedood, beroofd, pijn deed, bang gemaakt of iets anders heb aangedaan. Sorry, aan al die mensen voor wie ik er niet was: het was mijn eigen angst en zwakheid. Dom, dat ik niet zelf ben blijven nadenken, maar een schim ben blijven volgen. Ik heb geleerd van de fouten in dat soldatenleven en wil dat loslaten. Niet meer dezelfde fouten maken, maar ook niet te veel compenseren de andere kant op. Ik wil dat soldatenleven en de bijbehorende frustraties en vooral ook de dreiging naar anderen toe loslaten. Dat leven heeft zijn functie gehad, maar ik wil verder. Los. Vrij. Blij. Open. Vriendelijk. Onschuldig. Bereikbaar. Onafhankelijk. Inspirerend.” Enige tijd nadat Esther de excuusbrief schreef, herkende ze uit het leven van de Duitse soldaat een aantal andere zaken die ook bij ‘Expeditie Robinson’ speelden. - 181- Net zoals de Duitse soldaat besloot zijn dienstplicht te gaan vervullen en ‘met zijn drieén’ ten strijde trok, z0 popelde Esther van verlangen om aan het ‘Robinson’avontuur te beginnen. Na verblijf in een onherbergzame grot, vertrok ze per vlot samen met M. en een nieuwe kandidaat in het spel (met zijn drieén) naar een verderop gelegen eiland. De andere expeditieleden die haar daar ‘verwelkomden’ deden dat op bijna vijandige wijze. Net zoals de Franse bevolking tegenover de Duitse vijand stond in de oorlog. De Duitse soldaat werd ‘gewoon ingedeeld’ door de legerleiding. Bij ‘Expeditie Robinson’ werden de kandidaten gegroepeerd door de leiding van het televisieprogramma. In eerste instantie was de soldaat enthousiast met zijn kameraden ‘in dienst gegaan’. Eenmaal voorbij de Duits-Franse grens moest er toch echt gevochten worden. Esther vond het verblijf in de grot met M. ‘kameraadschappelijk’. Ze popelde van verlangen aan het echte ‘Robinson’spel te beginnen. Helaas, na contact met de overige kandidaten begon de ‘strijd’ pas goed: ruzies met J. en C. (Vorige) levens zijn er om van te leren. Hoe het wel en niet moet. Hoe het eventueel anders zou kunnen. Door allerlei soorten ervaringen te ‘beleven’, bouwen mensen een geweten op. Soms worden oude ervaringen opnieuw opgerakeld omdat er nog een boodschap in zit, die eerder niet goed tot iemand doordrong. De Duitse soldaat overschreed grenzen en sociale normen; hij was bezig met ‘verkeerde doelen’ in een ander land: vocht mee in de oorlog, eigende zich geld en goederen toe die niet van hem waren. In haar huidige leven steekt Esther juist onuitputtelijk en belangeloos tijd en energie in ‘goede doelen’. Zij hoeft daarin niet door te schieten. Haar werkdruk zou best omlaag mogen want met de opgehaalde 16 miljoen euro voor ‘Coins for Care’ en haar voortdurende, energieke inzet om anderen positief te inspireren zijn ‘openstaande rekeningen’ wel voldaan. She chooses her battles wisely... ‘Stressther’ mag best tijd vrijmaken voor vrienden en vriendinnen, eindelijk eens probleemloos vakantie vieren zonder gezeur over wat er nog allemaal ‘verrekend’ of ‘uitgevochten’ moet worden. Even onbereikbaar zijn, zonder mobieltje. Misschien wel op een onbewoond, tropisch eiland... ‘Relaxsther’. Voor informatie over Esthers goede doelenwerk: www.coinsforcare.nl, www.donateurs- vereniging.nl en www.transparantprijs.nl. - 182-

You might also like