You are on page 1of 6

ACTIVITEITENFICHE Thomas More Campus Kruidtuin

T 015 36 92 20
E stagebasisonderwijsmechelen@thomasmore.be
W leon.thomasmore.be

Activiteit Leeftijd Ervaringskans

Beeld en dans: 5-6 jaar O Begeleid Exploreren en beleven (BEB)


O Geleid spelen en leren (GSL)
‘Paultje en het paarse krijtje’
O Ontmoeten (OM)

geen -----------------------x-------- veel

Welke ontwikkelvelden komen hier aan bod?


O Ontwikkeling innerlijk kompas O Taalontwikkeling
O Mediakundige ontwikkeling O Motorische en zintuiglijke ontwikkeling
O Socio- emotionele ontwikkeling O Ontwikkeling van logisch en wiskundig
O Muzische ontwikkeling denken
O Ontwikkeling van initiatief en O Ontwikkeling van de oriëntatie op de
verantwoordelijkheid wereld
O Levensbeschouwelijke ontwikkeling

Doelen
Muzische ontwikkeling
Muzische grondhouding

Muzishe geletterdheid

Muzische vaardigheden

Motorisch en lichamelijke ontwikkeling:


Lichaams- en bewegingsperceptie

Verantwoording
1/ CONCEPTCIRKEL
Werken rond: Buiten met stoepkrijt een
lijnpatroon tekenen als basis voor de
dans dat we gaan uitvoeren. Op deze
lijntekening gaan we op muziek dansen.
Naargelang waar we staan maken we
een bepaalde beweging. We luisteren
naar het ritme van de muziek.
We gebruiken als basis het boek ‘Paultje
en het paarse krijtje’.
Werken aan: Binnen het domein beeld
leggen we voornamelijk de focus op de
bouwstenen lijn en ruimte. Binnen de
bouwsteen lijn richten we ons op
lijnsoort. Bij ruimte, gaan we werken in de ruimte, dit is de speeltplaats buiten.
Binnen het domein dans leggen we de focus op de bouwstenen ruimte en tijd. Bij ruimte
oefenen we voornamelijk richtingen. Bij tijd is dat tempo, maat en ritme.

Werken met:
Binnen het domein beeld werken we enkel met vlakke technieken, waaronder tekenen.
Bij dans richten we ons op dansimprovisatie.

Algemeen doel: Doorheen de gehele activiteit is het van belang dat de kleuters hun
fantasie leren gebruiken, voornamelijk bij het domein beeld. Bij het domein dans leggen
we meer de focus op het durven expressief bewegen met het lichaam op muziek. Ze
moeten dan leren luisteren naar het ritme van de muziek, maar ze moeten ook kijken
naar de tekening op de grond. Deze vertelt ons welke bewegingen we zouden kunnen
aannemen. Daarvoor hebben ze dan weer fantasie nodig.
2/ ALGEMEEN
De kleuters kunnen al een basis tekenen. Wanneer ik merk dat dit voor bepaalde ideeën
te moeilijk is, dan kan ik de kleuters meehelpen door bepaalde elementen bij te tekenen.
De kleuters leren verschillende lijnpatronen tekenen. Ze gaan dieper in op wat een lijn
inhoud. De kleuters hebben al de voorbij jaren een aantal keren gedanst. Doorgaans zijn
dit dansen waar ze de bewegingen van de leerkrachten moeten nadoen. Dit zijn dan
dansen zoals kinderdans en bewegingsreeksen. Ik wil bij deze activiteit de kleuters ook
de mogelijkheid geven om dansimprovisatie aan te leren. Het welbevinden en de
betrokkenheid van de kleuters is hoog. Ze hebben voldoende zelfvertrouwen om tot
improvisatie te komen.

Bron
Waters, P. (2014). De mafste mooiste liedjes 2[CD]. Antwerpen: Het geluidshuis uitgeverij bvba.

Crocket, J. (2009). Paultje en het paarse krijtje. Rotterdam: Lemniscaat.

Crul, K. (2017). Zeppelin: Didactiek voor muzische vorming. Kalmthout: Pelkmanspro.

Katholiek Onderwijs Vlaanderen. (2018). Zill Selector. Geraadpleegd 5 Januari 2019,


https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#8/leerinhoud.

Materiaal
- Boek: Paultje en het paarse krijtje.
- Stoepkrijt. Voor elke kleuter een krijt.
- Muziekinstallatie (draagbaar naar buiten)
- Muziek ‘De natuur – karaoke’ van de cd ‘De mafste mooiste liedjes 2’.

Verloop
Inleiding
Intro
Ik lees het verhaal ‘Paultje en het paarse krijtje’ voor aan de kleuters. Na het verhaal
vertel ik de kleuters wat wij er mee gaan doen.

Opwarming
De kleuters staan allemaal op een rij naast elkaar op de speelplaats. We zetten ons
krijtje op de grond en stappen achteruit terwijl we een lijn tekenen op de grond. We
gaan terug naar het begin van onze lijn. We zetten ons krijtje op dezelfde lijn en
tekenen terwijl we naar achter stappen opnieuw over dezelfde lijn.
We draaien ons om en tekenen een gebogen lijn over de rechte lijn terwijl we naar
achteren stappen. We draaien ons terug om en doen opnieuw hetzelfde.

Kern
Verkennen
De kleuters mogen een krijtje kiezen. Ze mogen zelf lijnen tekenen binnen een beperkte
oppervlakte (deze oppervlakte is groot genoeg zodat we nadien voldoende ruimte
hebben om te kunnen dansen met heel de klas). De kleuters mogen rechte en gebogen
lijnen tekenen. Ze mogen door elkaar vloeien. Met een andere kleur stip ik een patroon
uit. De kleuters gaan met dezelfde kleur over deze lijn. Zo wordt deze heel zichtbaar en
de andere minder zichtbaar.
Ik vraag aan de kleuters of ze nog weten wat er allemaal voorkomt in het verhaal van
Paultje. Ik teken een Boom. Een huis met een deur, etc.
De kleuters mogen de krijtjes terug in de doos leggen.

Verdiepen
Ik vraag aan de kleuters om een rij te vormen. Ik zet de muziek op. De kleuters mogen
nu op de maat van de muziek over de lijnen stappen. Ze mogen ook met hun armen en
hun lichaam bewegen.
Ik zorg ervoor dat er voldoende afstand is tussen de kleuters in de rij, om opstoppingen
te voorkomen. Ze hebben voldoende ruimte nodig om te dansen.
Ik blijf de muziek herhalen tot ze de muziek eigen zijn.

Eindopdracht
De kleuters gaan terug in een rij staan. de rij wordt omgedraaid. De kleuters dat
vooraan stonden, staan nu achteraan.
Wanneer de muziek start mogen de kleuters dansen op maat van de muziek. Ik laat de
kleuters de muziek even gewoon worden zodat het ritme er voldoende in zit.
Wanneer de muziek stopt blijven alle kleuters staan. Ik vertel de kleuters dat wanneer
ze de boom paseren ze proberen om een boom na te doen. door bijvoorbeeld met hun
armen takken na te doen. Je kan ook een plantje zijn dat tot tot een grote boom groeit.
Wanneer je aan het huis komt, dans je binnen in het huis en doe je alsof je een deur
open doet. Dit kan je doen door bijvoorbeeld een draaibeweging te doen. We
experimenteren eerst de verschillende mogelijkheden per onderwerp. We doen dit eerst
voor de boom. Oefenen het liedje met de boom. Daarna met het huis, etc.
Wanneer we alle onderwerpen kennen, gaan we verder tot de eigenlijke dans. We
starten in het begin van de lijn. De muziek staat aan en we dansen over onze getekende
lijnen. Wanneer je bij de boom komt dans je als een boom. Bij het huis, alsof je een
deur opendraait, …
We doen dit tot de muziek gedaan heeft met spelen. We stappen allemaal rustig verder
tot we terug aan de zijkant staan.

Stimulerende tussenkomsten:
Actie:
ik help de kleuters bij het uitvoeren van bepaalde bewegingen. Het is de bedoeling dat
ze zelf improviseren. Maar wanneer dit niet goed lukt en ze een beweging willen
aannemen van een ander kleuters, dan help ik hen daarin.
Denken:
Ik laat de kleuters zoveel mogelijk nadenken over hoe een boom, een huis, een deur,
een vogel etc. kunnen nadoen.
Ik bouw verder op de inbreng van de kleuters.
Communicatie:
Ik probeer tijdens de verschillende activiteiten de kleuters voldoende positief te
bekrachtigen in hun kunnen en in het proces. Ik maak duidelijk dat dit belangrijker is
dan het eindproces. Dit doe ik door meer nadruk te leggen bij het positief bekrachtigen
over het proces ipv. het eindproduct.

Autonomie verlenen
Gedurende het tekenen van de lijnen denken ze zelf na naar waar deze lijn naartoe gaat.
Hoe dez gevormd is. Bij het dansen denken de kleuters zelf zoveel mogelijk na hoe ze
een bepaalde beweging kunnen maken bij een bepaald onderwerp. Ik probeer hen hier
zoveel mogelijk te stimuleren door denk-stimulansen te geven.

Einde
Presentatie
Ik vraag aan een collega leerkracht of ze de einddans kan filmen.
Terugblikken
Tijdens een onthaal laat ik de kleuters het filmpje zien. Ik blik kort even terug met de
kleuters op de verschillende activiteiten adhv. een waslijn:
- In de klas hangt een waslijn tegen de muur van de kring. Aan de wasslijn hangen
gezichten in verschillende kleuren.
Een rood droevig gezicht staat voor: de kleuters vonden het niet zo leuk.
Een wit blij gezichtje: de kleuters vonden het best leuk. Maar af en toe vonden ze
het een beetje minder.
Het groen gezichtje: de kleuters vonden het een leuke activiteit.
De kleuters nemen hun wasspeld met symbool op en hangen deze aan één van de 3
gezichten. We starten een kringmoment en vragen aan de kleuters dat het leuk vonden
wat ze er leuk aan vonden. De kleuters dat het best leuk vonden wat ze leuk en minder
leuk vonden. De kleuters dat het niet leuk vonden mogen ook vertellen waarom ze het
minder leuk vonden.

You might also like