You are on page 1of 6

ACTIVITEITENFICHE Thomas More Campus Kruidtuin

T 015 36 92 20
E stagebasisonderwijsmechelen@thomasmore.be
W leon.thomasmore.be

Activiteit Leeftijd Ervaringskans

Miniaturen - Streetart 5-6 jaar O Begeleid Exploreren en beleven (BEB)


O Geleid spelen en leren (GSL)
O Ontmoeten (OM)

geen -----------------------x-------- veel

Welke ontwikkelvelden komen hier aan bod?


O Ontwikkeling innerlijk kompas O Taalontwikkeling
O Mediakundige ontwikkeling O Motorische en zintuiglijke ontwikkeling
O Socio- emotionele ontwikkeling O Ontwikkeling van logisch en wiskundig
O Muzische ontwikkeling denken
O Ontwikkeling van initiatief en O Ontwikkeling van de oriëntatie op de
verantwoordelijkheid wereld
O Levensbeschouwelijke ontwikkeling

Doelen
Muzische ontwikkeling
Muzische grondhouding

Muzishe geletterdheid
Verantwoording
1/ CONCEPTCIRKEL

Werken rond: We werken binnen het


thema straattheater. Dit is een zeer
ruim begrip. Voor onze beeldende
activiteit nemen we een kleine
zijsprong in onze brainstorm en gaan
we het pad op van streetart.
Streetart, gebasseerd op een
opstelling waarbij de gedraging van
het publiek hetzelfde is zoals bij een
levend standbeeld. We baseren ons
op de kunstenaar Slinkachu.

Werken aan: Om onze eigen Slinkachu te maken werken we binnen het domein beeld.
Hierin gaan we specifiek in op de ruimte. De ruimtesuggestie en het werken in de
ruimte.

Werken met: Om de opdracht uit te werken maken we gebruik van zowel vlakke
technieken als ruimtelijke technieken. Er wordt getekend en gekleurd. En er wordt
geboetseerd. Om het tot een geheel te brengen werken we met een beeldspel.

Algemeen doel: Bij elke opdracht binnen deze muzische activiteit is het van belang dat
de kleuters hun verbeelding leren gebruiken.

2/ ALGEMEEN
De meeste kleuters van de 3de kleuters kunnen al een klein beetje tekenen. Ze kunnen
minstens of meerdere dingen tekenen zoals mannetjes, huis, boom, zon, etc tekenen.
Het gaat niet zozeer om wat de kleuters tekenen maar het idee dat achter de tekening
zit.
De kleuters werken heel graag plastisch. De betrokkenheid bij het werken met klei is
doorgaans heel hoog bij de meeste kleuters. De kleuters krijgen de kans om hun eigen
idee om te zetten in iets plastisch. Daardoor krijgen alle kinderen een ander beeld.
De kleuters moeten doorheen heel de activiteit hun verbeelding gebruiken. De kleuters
hebben een hele grote fantasiewereld en zien vaak de wereld op een andere manier dan
wij als volwassenen. De kleuters dat het hier wat moeilijker in hebben wil ik stimuleren
om hun verbeelding aan te spreken. De kleuters spelen ook heel graag met playmobil en
lego in de klas. Wanneer ze met de auto’s spelen gebruiken ze hun verbeelding bij een
kartonnen buis dat dienst doet als een soort tunnel.

Bron
Slinkachu. (2018, 9 oktober). Slinkachu; abandoning miniatures since 2006.
Geraadpleegd op 5 Januari 2019, van https://slinkachu.com/

Slinkachu, de grote man achter de kleine mensen [Youtube]. (2012, 9 mei).


Geraadpleegd op 5 Januari 2019, van https://www.youtube.com/watch?v=aJdh_G2ZhSE

Crul, K. (j2017). Zeppelin: Didactiek voor muzische vorming. Kalmthout: Pelkmanspro.

Katholiek Onderwijs Vlaanderen. (2018). Zill Selector. Geraadpleegd 5 Januari 2019,


https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#8/leerinhoud.

Materiaal
- Computer om filmmateriaal te laten zien
- Playmobil-, legofiguren en atributen. Ook een doos met loose parts.
- Fotocamera (lamineervellen, lamineermachine, fotopapier, printer,.. à boekje)
- Tekenpapier, potloden en kleurpotloden
- Klei

Verloop
Inleiding
Intro
De kleuters zitten in de kring. We werken een aantal weken rond het BC straattheater.
Free, de klaspop heeft iets opgemerkt bij de beeldhoek. Ze kan maar niet luisteren en
stilzitten tijdens het onthaal. Ik vraag aan haar wat er is? Free antwoord dat ze iets
heeft gezien, maar dat ze niet goed kan zien wat het juist is. Ze gaat dichterbij kijken.
Ze vertelt ons dat een klein figuurtje een potlood draagt op zijn rug. Zien jullie dat ook?
We gaan een gesprek aan met de kleuters. Zien jullie dat ook? Wie heeft dat daar
geplaatst? Free zegt dat ze eens een echte kunstenaar heeft gezien dat dit ook maakte,
maar dan op straat. Ik vraag aan haar of ze deze nog kent? Slangke? Neen, wacht…
Slinke?... Neeneen. Slinkachu! Ik zoek het even op om de kleuters het te laten zien. Ik
laat de kleuters een filmfragment zien. Zo krijgen ze een beeld van deze kunstenaar en
zijn werken.
https://www.youtube.com/watch?v=aJdh_G2ZhSE

Opwarming
De kleuters krijgen legofiguurtjes en een aantal atributen. Na het filmpje te hebben
gezien mogen de kleuters zelf eigen scenes bedenken. Dit doen we buiten op de
speelplaats. Zo ontstaan er nieuwe ideeën en bekijken ze de wereld vanuit een ander
standpunt. De kleuters plaatsen hun mannetje en evt. atributen en vertellen aan de
leerkracht waar het over gaat. Van elke opstelling wordt een foto gemaakt. Deze foto’s
worden samengegoten tot een boekje dat later in de boekenhoek terug kan gevonden
worden.

Stimulerende tussenkomsten:
Actie:
Ik maak de kleuters regelmatig duidelijk dat ze eens op de grond moeten liggen om de
wereld vanop de grond te bekijken. Op deze wijze leren ze een nieuw standpunt kennen.
Het kikvorsperspectief. Ze gaan ook meer op de kleine details letten.

Kern
Verkennen
De kleuters nemen een blad papier en kleurpotloden. Ze bedenken zelf een
verhaal/handeling/gebeurtenis. Ze proberen dit te tekenen.
Wanneer de kleuters te weinig inspiratie hebben, laat ik een aantal afbeeldingen van de
kunstenaar zien. Wanneer de kleuters klaar zijn, schrijft de leerkracht kort op wat de
tekening wil zeggen. De kleuter zet zijn naam onder de tekening. De leerkracht hangt de
tekening omhoog in de klas.

Verdiepen
De kleuters maken met klei eigen figuurtjes en atributen.
Dit kan gaan van mannetjes, gereedschappen, bomen, planten, huizen, etc.
De kleuters baseren zich op hun tekening, verhaal, gebeurtenis, …
Eindopdracht
De kleuters nemen hun atributen en mannetjes en gaan naar buiten. Ze zoeken de
perfecte plaats om hun idee uit te werken.
Bij de opstelling gebruiken ze hun eigen kleimannetjes. Ze mogen ook gebruik maken
van loose parts en andere atributen vanuit de lego en playmobil doos. Van deze
atributen mogen de kleuters gebruik maken onder begeleiding van de leerkracht.
Wanneer deze opstelling klaar is, maakt de leerkracht samen met de kleuters foto’s. De
kleuters mogen meehelpen om het beeld van de foto zo goed mogelijk te kadreren.
Stimulerende tussenkomsten:
Actie:
- Ik help de kleuters met tips te geven om hun idee uit te werken op papier. Hoe ze
iets kunnen tekenen. Dit doe ik bijvoorbeeld door op een ander papier een
voorbeeld te tekenen. Dat kunnen ze dan evt. natekenen.
- Ik help de kleuters hun figuurtjes mee vorm te geven door ze tips te geven. Door
een het voor te doen.
- Ik help de kleuters mee een plaats te zoeken waar ze hun figuurtjes kunnen
zetten. Ik help hen door deze juist te plaatsen en de juiste atributen te gebruiken.
Denken:
- Ik help de kleuters om een idee te bedenken. Dit door bijvoorbeeld een voorbeeld
van Slinkachu te laten zien. Dit doe ik alleen als ik merk dat na verschillende
denkvragen de kleuters geen enkel idee hebben.
- Ik laat de kleuter nadenken of het voldoende is dat ze hebben getekend,
geboetseerd? Of dat er nog atributen bij moeten staan?
- Ik laat de kleuters tijdens de eindopdracht vooral nadenken over de plaats waar
de figuren staan. Is deze zichtbaar? Niet zichtbaar? Is je doel bereikt? Heb je het
al eens vanuit een ander standpunt bekeken? Etc.
Communicatie:
Ik wil de kleuters vooral positief bekrachtigen in hun kunnen op hun eigen niveau. Niet
iedere kleuter staat even ver met het tekenen, kan even goed boetseren. Ik prijs hen
vooral in hun proces en niet enkel in het eindproces.

Autonomie verlenen
De kleuters krijgen gedurende de hele activiteit voldoende autonomie. Komen ze met
een bepaald idee waar ze ander materiaal voor nodig hebben. Dan sta ik hier voor open.
Ik bekijk of het materaal voor handen is. Kan het materiaal gebruikt worden. Is het een
goed idee? Kan het idee gebruikt worden? Ik stuur bij wanneer het nodig is. Maar elke
idee en elke uitwerking wordt bekeken.

Einde
Presentatie
De opstellingen blijven staan. er wordt een tentoonstelling gehouden. Er wordt niet
vertelt waar iets te zien is. Het is de bedoeling dat de bezoeker opzoek gaat naar de
kleine kunstwerkjes.

Terugblikken
Terugblikken met de waslijn:
- In de klas hangt een waslijn tegen de muur van de kring. Aan de waslijn hangen
gezichten in verschillende kleuren.
Een rood droevig gezicht staat voor: de kleuters vonden het niet zo leuk.
Een wit blij gezichtje: de kleuters vonden het best leuk, maar af en toe vonden ze
het een beetje minder.
Het groen gezichtje: de kleuters vonden het een leuke activiteit.
De kleuters nemen hun wasspeld met symbool op en hangen deze aan één van de 3
gezichten. We starten een kringmoment en vragen aan de kleuters dat het leuk vonden
wat ze er leuk aan vonden. De kleuters dat het best leuk vonden wat ze leuk en minder
leuk vonden. De kleuters dat het niet leuk vonden mogen ook vertellen waarom ze het
minder leuk vonden.

You might also like