beschikking
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURACAO,
‘Zaaknumamer: CUR 2018 04044
Beschikking d.d. 28 februari 2019
inzake
Gerrit Fransisco SCHOTTE,
Gieely VAN DER DUS,
beiden wonende in Curagao,
vverzoekers,
‘gemachtigde: me. L.G, Da Costa Gomez, mr. G.GJ, Knoops en mr. CJ. Knoops-
‘Hamburger,
tegen
{de openbare rechtspersoon HET LAND CURACAO,
gevestigd aan het Fort Amsterciam in Curacao,
verweerder, ’
‘gemachtigde: mr, C.A.D, nsch en mr. S.Nd, Francisco.
EBisers zullen hierna gezamenlijk Schotte cs. worden genoemd en gedaagde zal
hierna als het Land worden aangeduid,
1. Het procesverloop
14. Het verloop van de procedure bijkt uit:
= het verzockscrift met producties (1 t/m 8);
= cen aanvullende toelichting op het verzoekschrilt met producti (9);
= het verweorschrift;
= dein twee delen ingediende aanvullende producties van Schotte cs. (10t/m
21);
= de behandeling ter ztting van 18 januari 2019;
= de pleitnota van Schottecs:
= de pleitnota van het Land,
1.2, Uitepraak is bepaald op heden.
2 Defeiten
21, _Bijvonnis van het gerecht in eerste aanleg van Curacao van 11 maast 2016
zijn Schott cs. veroordeeld voor tenlastegelegde stafbarefeiten, waarbi}
gevangenisstraffen werden opgelegdZaaknummer: CUR 2018 04044 blad 2
Datum uitspraak: 28 februari 2019
2.2, Tegen voormeld vonnis hebben Schotte cs, hoger beroep ingesteld. Bij
vonnis van het gemeenschappelijk hof van justtie van Aruba, Curacao, Sint
‘Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 21 juli 2017 werden Schotte cs,
opnieuw veroordeeld voor tenlastegelegde feiten, waarbij gevangenisstraffen zijn
opgelegd.
23, Scholte cs, hebben vanwege bij hun ontstane twilfels over de aanleiding van
het strafrechteljk onderzoek horhaaldelijk aan het Hof verzocht om de heer R.
Pellicano (hierna: Pellicano), officier van justitie te Milaan, als getuige te horen. Deze
verzoeken zijn door het Hof telkens afgewezen bij beslissingen van respectievelijk
16 november 2016, 12 juni 2017 en 21 juli 2017,
2, Schotte cs, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen de vitspraak ven het
Hof van 21 jo 2017. Op 27 novernber 2018 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de
veroordelingen en de op basis daarvan opgelegde straffen in stand bijven.
25, _Deheer Van der Schans, advocaat-generaal bij het Openbaar Ministerie (OM)
te Curacao, is bij (de aanloop van) het strafrechtelijk onderzoek dat heeft geeid tot
vvoormelde veroordelingen van Schotte cs. betrokken geweest.
3. Hetverzock
34, Schotie cs. verzoeken een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Het
verzoek is beperkt tot het horen van één getuige. Aan hun verzoek hebben 2ij ten
grondslag gelegd dat zi nacer bewijs willen vergaren over het oor hun gestelde
feit dat Van der Schans leugenachtig heeft verKlaard in de strafrechtprocedure wat
botreft de aanleiding van het strfrechtelik onderzoek. Meer concreet menen
‘Schotte cs. dat Van der Schans heeft gelogen over de totstandkoming van de
‘contacten tussen het OM in Curacao en het OM te Milan in de persoon van de daar
(toen) werkzame magistraat Pellicano. Als te horen getuige hebben Schotte cs.
opgegeven Pellicano. Schotte cs, wensen Pellicano te horen over onder meer de
vag () of hij het e-mailbericht heeft verstuurd zoals het OM te Curacao heeft
verklaard, (i) hoe het contact met het OM te Curagao tot stand is gekomen en is
verlopen en wie in dit contact het intiatiet heeft genomen met betrekking tot
informatie over Schotte cs, (i) of het OM te Milaan vanuit eigen initiatief het OM
te Curacao destis heeft benaderd met de mededeling dat 2ij informatie hadden die
relevant kon zijn of dat het initiatiefvanuit het OM te Curacao zelfis gekomen en
doarnaast wensen 2j Pellicano te horen (iv) over het bezoek ean Italie. Schottecs,
‘hebben aangevoerd dat 2ij door het voorlopig getuigenverhoor bewijs willen
-verktijgen met het oog op een eventueel door hen in te stellen
schadevergoedingsprocedure tegen het Land bij de civiele rechter uit hoofde ven
‘cen onrechtmatige overheidsdaad,
3.2, Het Land voert hiertegen gemotiveerd verweer.
33, Waarnodig zal het gerecht hiema in de becondeling nader op de stellingen
van partjen ingean.Zasknummer: CUR 2018 04044 bled 3
Datum uitspraak: 28 februari 2019
4. De beoordeling
4.1, Het gerecht stelt voorop dat de rechter die over een verzock tot hethouden
vvan een voorlopig getuigenverhoor heeft te oordelen geen discretionaire
bevoegdheid toekomnt. Ben dergeljk verzoek zal door de rechter mocten worden
toegewezen, mits het verzock aan de weitelike vereisten voldoet, het ter zake
dienend en voldoende concreet is en feiten botreft die met het voorlopig
{getuigenverhoor bewezen kunnen worden. Op grond van vaste utisprudentie van
de Hoge Raad is ditalleen anders indien het gerecht van oordee! is dat van de
bbevoegiheid tot het bezigen van dt middel misbruik wordt gemaakt, dat het
vverzoek in stijd is met een goede procesorce of dat het moet afstuiten op een ander,
door de rechter zwaarwichtig geoordeeld, bezwaar, Vooris geldt ook bij de
bbeoordeling van een verzock om een voorlopig,getuigenverhoor de in artikel 3303
van het Burgerljk Wetboek neergelegde regel dat zonder belang niemand een
rechtsvordering tookomt,
42. Omin zijn verzoek om een voorlopig getuigenverhoor te kunnen worden
ontvangen, dient de verzocker ingevolge artikel 167 lid3, aanhef en onder a en b,
van het Wetboek van Burgerlke Rechtsvordering (Rv) in 2in verzoekschrift de aard
en het beloop van de vordering te vermelden, alsmede de feiten of rechten die hij
wil bewijzen, Dit dient hij te doen op zodanige wijze dat voor de rechter die op het
vverzoek moet beslissen, voor de rechter voor wie het verhoor zal worden gehouden,
alsmede voor de wederpartj voldoende duideljk is op welk feitelik gebeuren het
vverhoor betrekking zal hebben.
43, Schotte cs, hebben in hun verzockscwift, en nadertoegelicht te ztting,
usteen gezet dat hun belang iste onderzoeken of het OM in de persoon van Van det
‘Schans onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelik kan worden gehouden voor
de daeruit voortvloeiende schade. Dit met het oog op een mogelijk door hen te
starten schadevergoedingsprocedure bij de civielerechter. Naar het oordeel van het
gerecht is daarmee voldoende concreet uiteengeret wat de aard en het beloop van
de vordering is, zodat zan het vereiste van artikel 167 id 3 onder a Rv is voldaan,
De vraag of een dergelike vordering kans van slagen heeft ~hetgeen het Land
bestrjdt-, ligtin de procedure tot het houden van cen voorlopig getuigenverhoor
niet ter toetsing voor.
44, Uithet verzoekschrift bjkt voorts dat het verhoor zich zal richten op de rol
van Pellicano bij de aanleiding van het strafrechtelijk onderzoek jegens Schotte cs.
en de gestelde leugenachtige verklaringen van Ven der Schans daarover. Dat
Pellicano over zijn eigen ro en over 2jn contacten met Van der Schans zou kunnen
verklaren behoeft geen betoog, Van een zoektocht naar feiten oftewel een fishing
expedition is daarom geen sprake, Near het oordeel van het gerecht blk uit het
voorgaande voldoende concreet welke feiten Schotte cs. wensen te bewijzen, Het
felt dat het Hof in de strafzaak heeft geweigord Pellicano als getuige te horen, maakt
ditniet anders, Het Hof heeft immers daarbij uitdrakkelijk overwogen dat dit niet
‘van belang is voor de door het Hof te beantwoorden vragen.