tal ‘
olan ,
Openbaar Ministerie
General
igs 8 Sao
Parker Pris Maarten | Bonaire. Sint Ewsaios
‘Aan de heren C.A. Monk, M. Rojer en A. Dos Santos
p/a Kaya Bahaseruso 107
ons kenmerk 061-2019 / LrC-1809
uw kenmerk: fs
contactpersoon = mr. H.G. Kuipers
onderwerp + afdocningsbeslissing trafrechtelik onderzoek Landsrecherche
bijlage(n) Pe
Willemstad, 21 mei 2019
Geachte heren,
Op 14 december 2017 heeft u aangifte gedaan jegens onder meer dhr. |S. Martina, terzake de
beweerdeliike overtreding van artikel 21 van de Landsverordening en overtreding van het
bepaalde in artikel 2:354 van het Wetboek van Strafrecht, Samengevat, stelt de aangifte dat de
heer Martina zijn zakelike belangen in de vennootschap Guardian Holdings Limited niet tijdig
op afstand heeft gezet en dat hij in strijd heeft gehandeld met zijn plicht om niet deel te
rnemen aan besluitvorming in de Rad van Ministers over die zakelike belangen.
dsrecherche opdracht gegeven om een feitenonderzoek in te
dit feitenonderzoek hebben geen aanleiding gegeven om een
Jenen jegens de Rhuggenaath. De resultaten van dit
r wel aanleiding gegeven om een strafrechteliik onderzoek te
Daartoe heb ik de Landsrecherche op 22 februari 2019
tel onderzoek is thans afgerond.jgheid als Minister
Debevindingen
de heer Martina in zn hoedani
tlandsbesuit) heeft
Uit het strafrechtelik onderzoek bifjkt dat
van Eeonomtsche Ontwikketing een concept Landsbestut!(hierna: concep
vangedragen ter bsluitvorming in de Raad van Ministers: De aad van Ministers heeft
Vervolgens op 28 juni 2017 besloten om akkoord te gaan met het ‘voorgestelde concept. Het
COpenbaar Ministerie heeft vastgesteld dat de heer Martina op dat ‘moment deelniam aan de
peclutvorming. terwi hi een zakelk belong had bij de utkomst van oie besluitvorming.
Deardoor heeft de heer Martina naar het oordeel van het Openbaar Ministere strjd
gehandeld met artikel 21 van de Landsverordening.
De beaordetina
Op basis van deze beoordelingishet Openbaor Ministrie tot de concluse gekomen dat het
srtuigend bewijs aan het licht heeft gebracht
‘opsporingsonderzoek voldaende wettig en over
ony de conclusie dat de heer Martina in strjd heeft gehandeld met het bepaaide in artikel 24,
van de Landsverordening.
Het belang van eon integer overheidsbestuur weegt waar; de Landsverordening beoogt de
integitett in het overheidsbestuur te beschermen. Dat s van belang voor het vertrouwen i de
coverheld, voor het aanzien van het Ministersambt en voor de reputatie van het Land, Daartoe
smoeten politicke ambtsdragers elke schijn van belangenverstrengeling voorkomen.
Het Openbaar Ministerie heeft vastgesteld dat de heer Martina is tekortgeschoten in de
raleving van deze verplichtingen. Verder kan het Openbaar Ministerie ook vaststellen dat het
conceptiandsbesluit uiteindelik niet tot enlg voordeel voor de heer Martina heeft geteid.
Deze zaak heeft tot veel beroering in de samenleving geleid. Het debat over de invulling van
integriteitsnormen in de Landsverordening en over het belang dat politieke ambtsdragers de
schijn van belangenverstrengeling te allen tijde vermijden, behoort naar het cordeel van het
‘Openbaar Ministerie vooral te worden gevoerd in de Staten, in de Raad van Ministers en bij
tsdragers. Het strafrecht leent zich daar minder voor.
tot intrekking van het “Eilandsbesluit Houdende. ‘
-aansprakelikheld motorrjtuigen 1999" ns«¢ af van strafrechtelike vervolging, op de
‘ede om deze redenen zie het Openbaar Minister
joorwaarde dat de
‘sepotgrond dat ander dan strafrechtelik ingrjpen prevaleert &h onder de ve
heer Martina zich gedurende een proeftiid van één jaar niet schuldig zal maken aan eng
strafbaarfeit.
tk wis u erop dat uop grond van het bepaalde in artikel 15 van de Landsverordening Wetboek
von Srrafvordering tegen dit besluit n bezwaar kan Kornen bij het Gemeenschappeli Hof van
Justitie
Hoogachtend; of
RT
Prostiretr-Generaal