Professional Documents
Culture Documents
5 December 2004
Inhoudso pgave
Een deel van de acties en projecten die worden beschreven zijn lopende projecten. Deels zijn het
nieuwe initiatieven waarvan de organisatie Kennispark Twente i.o. vindt dat deze opgepakt moeten
worden. Voor de lopende projecten zijn reeds gedetailleerdere plannen van aanpak of
businessplannen beschikbaar. Voor projecten die zich bijvoorbeeld nog in de ideefase bevinden is dit
vanzelfsprekend niet het geval en zal dit moeten gebeuren alvorens voor financiering of ondersteuning
vanuit Kennispark Twente in aanmerking te komen. Projecten die worden ingediend bij Kennispark
Twente i.o. dienen aan te sluiten bij de hoofdactiepunten.
De financiering voor de projecten en acties is soms reeds geregeld en in andere gevallen zal
nagegaan moeten worden hoe het de financiering gestalte moet krijgen. De bedragen die worden
genoemd zijn indicatief. Door middel van uitwerkingen van de acties in plannen van aanpak of
businessplannen zal een verdere detaillering van de bedragen mogelijk zijn.
5
Ken nisvalorisatie 2
2.1 I nleiding
Bedrijvigheid ontstaat rond al aanwezige sterke kennisclusters. De Universiteit Twente heeft deze
clusters vormgegeven in onderzoeksinstituten. Vanuit deze clusters moet aanwezige kennis worden
omgezet in bedrijvigheid. Hiervoor worden drie benaderingen gekozen:
Selectief model: het gericht ondersteunen van ondernemers die zelf een bedrijf willen beginnen. De
ondersteuning is echter beperkt tot begeleiding en het beschikbaar stellen van faciliteiten tegen
‘zachte’ voorwaarden. De bestaande TOP-regeling is hiervan een voorbeeld.
Actief model: het gericht ondersteunen en ontwikkelen van een onderneming. Het hiertoe deelnemen
in het aandelen kapitaal of het inbrengen van kennis tegen aandelen.
Pro-actief model: het gericht ontwikkelen van kennis op basis van kansrijke product marktcombinaties
en het opzetten van bedrijven op dit gebied.
In Kennispark Twente wordt gebruik gemaakt van alle drie de modellen. De keuze is afhankelijk van
de omstandigheden, de kansen en risico’s. De modellen worden in hun vorm niet zelfstandig
uitgewerkt. Er zal sprake zijn van een groot aantal activiteiten, welke breed zijn gepositioneerd. Er
ontstaat een pallet van tailor made trajecten voor ondernemers en product-marktcombinaties.
2.2 Actiepunten
Actiepunt 1: Intellectueel eigendom (octrooien)
Actiepunt 2: Kennisexploitatie
Het actiepunt kennisexploitatie richt zich op de ontwikkeling en overdracht van kennis tussen
kennisinstellingen en het (startende) bedrijfsleven. Het beoogt potentieel waardevolle kennis door te
ontwikkelen tot het moment van economisch rendabele exploitatie en aanwezige kennis en faciliteiten
beschikbaar te maken voor het bedrijfsleven.
6
Actiepunt 2.1: Applicatie ontwikkeling
Veel van de ontwikkelde kennis aan de Twentse instellingen is nog niet rijp voor de markt. De
economische risico’s verbonden aan de doorontwikkeling worden door het bedrijfsleven te hoog
ingeschat. Het biopartner programma, bij wijze van voorbeeld, van EZ voorziet in een periode van
applicatie ontwikkeling voor de definitieve overdracht van kennis naar het bedrijfsleven. Dit betreft
meestal tot het moment van een proof of principle, hetzij een pilot product. Via dit actiepunt wordt
interessante kennis doorontwikkeld tot het moment van overdracht. Gekozen onderwerpen voldoen
aan de voorwaarde van een goede product markt combinatie, een overzienbare periode van product-
realisatie en een positief economisch resultaat op termijn. Het laatste betekent dat er sprake moet zijn
van een combinatie tussen applicatie ontwikkeling en business development.
Het actiepunt Business development behelst het pro-actief ontwikkelen van kennisposities tot
bedrijvigheid op kansrijke productmarkt combinaties.
Pre-seed capital maakt deel uit van het TOP programma. Het is een lening van beperkte omvang die
alleen wordt verstrekt wanneer een bedrijf deelneemt aan het TOP programma. Het stelt met name
technostarters in staat een product verder te ontwikkelen of zijn markt positie op te bouwen. Behalve
jaarlijkse kosten vanwege lekkage in het fonds en vanwege de inhuur van begeleiders zijn er initiële
kosten voor het vergroten van het fonds.
Het actiepunt s eed capital beoogt starters en doorstarters gemakkelijker toegang te geven tot
bedrijfsmiddelen en kennis. Diverse fondsen en investeerders zijn geïnteresseerd om deze starters en
doorstarters te helpen. Activiteiten die bijdragen aan de informatievoorziening over de mogelijkheden,
het vergroten van inzicht in het investeerdersveld en de beschikbaarheid van voldoende middelen zijn
onderdeel van dit actiepunt. Het verstrekte kapitaal bedraagt tussen de 100.000 en 1 miljoen euro per
participatie.
7
Actiepunt 3.4: Incubator
Dit actiepunt beoogt het toevoegen van incubator faciliteiten nabij de laboratoria van de UT. Deze
faciliteiten zijn met name bedoelt voor Technostarters die afhankelijk zijn van de onderzoekfaciliteiten
van de UT.
Het bewust worden en zijn van de mogelijkheden die ondernemerschap biedt is van groot belang bij
het krijgen van een groot aantal starters. Het stimuleren en onderwijzen van studenten en
medewerkers van kennisinstellingen is van groot belang voor het project Kennispark.
Het Nederlands Instituut voor Kennisintensief OndernemerSchap (NIKOS) vormt de kern van locale
kennis op het gebied van ondernemerschap. Zij geeft onderwijs in ondernemerschap en begeleidt
ondernemers. Zij doet dit op basis van eigen onderzoek naar effectieve methoden voor ondersteuning
en analyses van succesfactoren van ondernemingen. Bij het uitbreiden van de activiteiten i.v.m.
kennispark is ook de verbreding noodzakelijk van het kenniscentrum NIKOS.
Het actiepunt beoogt faciliteiten beschikbaar te stellen voor studenten die naast hun studie een
onderneming willen starten. Het gaat uit van deeltijd ondernemerschap die niet persé kennisintensief
hoeft te zijn. Op de UT is hiervoor University Student Enterprices (USE) opgericht. Ook initiatieven van
de Hogeschool op dit vlak worden ondersteund.
8
In no vatieb eleid 3
3.1 I nleiding
Het innovatiebeleid is een breed terrein waarop vele soorten en maten acties gedefinieerd kunnen
worden. Als gevolg van de focus die gekozen is voor het Kennispark (paragraaf 4.4), kan de
inhoudelijke koers van het innovatiebeleid Kennispark Twente worden ondergebracht in een drietal
thema’s, te weten:
Kennisaanbod:
Met dit thema worden alle activiteiten bedoeld die erop gericht zijn de beschikbare en nieuwe kennis
vanuit de Universiteit Twente, kennisinstellingen in de regio en het bedrijfsleven structureel en
gestructureerd inzichtelijk en toegankelijk maken voor bedrijven en instellingen. Dit thema heeft een
nauwe relatie met de acties die onder de programmalijn ‘Kennisvalorisatie’ zijn benoemd.
Kennistranfer:
Kennistransfer is in Twente momenteel een behoorlijk diffuus veld. Om maximaal rendement uit de
beschikbare mogelijkheden te kunnen halen is het noodzakelijk dat vraag en aanbod beter bij elkaar
komen en ook daadwerkelijk leiden tot nieuwe bedrijvigheid of uitbreiding van bestaande bedrijvigheid.
Kennispark wil aan kennisinstituten een platform bieden om actief bij te dragen aan het aanbieden en
oplossen van researchvraagstukken met, door en voor marktpartijen. Door een betere vraagstelling
vanuit het bedrijfsleven kan ook een bijdrage geleverd worden aan het opstarten van fundamenteel of
exploratief onderzoek. Kennispark wil een bijdrage leveren aan het bij elkaar brengen van deze twee
werelden. Activiteiten gericht op de (verdere) ontwikkeling van een regionale kennismarkt door het bij
elkaar brengen van kennisontwikkelaars en kennisgebruikers behoren tot dit thema.
Kennisvraag:
Centraal in dit thema staan inspanningen gericht op het in beeld brengen van de kennisvraag, het
ondersteunen van nieuw ondernemerschap (en dus het gebruik van kennis) en het ondersteunen en
monitoren van clusters, netwerken en bedrijven in het gebruik van beschikbare kennis. Met als doel
innovaties en innovatief vermogen in het bedrijfsleven (met name het midden- en kleinbedrijf),
gerelateerd aan het kennisaanbod in Kennispark Twente te bevorderen. Ook activiteiten die zich
richten op het wegnemen van belemmeringen op het terrein van sociaal en menselijk kapitaal kunnen
hierbinnen een plaats vinden.
3.2 Actiepunten
Kennisaanbod
Het verbeteren van de toegankelijkheid van de Twentse kennisinstellingen voor het bedrijfsleven (m.n.
het grotere bedrijfsleven) zodanig dat het bedrijfsleven weet wat er bij de kennisinstelling te halen valt.
Dit kan bijvoorbeeld door het plaatsen van meerdere (deeltijd) liaisonfunctionarissen door het
bedrijfsleven op de UT (exchange-points) en het aantrekken van toponderzoekers uit bedrijfsleven en
andere instellingen.
9
Actiepunt 1.2: Researchkaart
Deze actie is erop gericht de bestaande researchinspanningen binnen de Universiteit Twente (en ook
de overige onderwijsinstellingen in Overijssel) in beeld te brengen. Dit vervolgens via bepaalde
systemen toegankelijk en inzichtelijk maken en houden voor bedrijven.
Kennistransfer
Het creëren van een fysiek platform/verzamelpunt waar kennisvraag en –aanbod uit de regio bij elkaar
komt. Het organiseren van bijenkomsten tussen kennisinstellingen en bedrijven, uitwisselen van ‘best
practices’, organiseren van Kennispark-lezingen, organiseren van een ‘open huis’ voor ondernemers.
Studenten zijn een uitstekend ‘middel’ om kennis van hogescholen en universiteiten naar bedrijven te
transporteren. Programma’s gericht op stages, afstudeeropdrachten (ook euregionaal) of een
stimuleringsregeling om onderzoeksopdrachten uit te zetten bij de UT zijn acties die binnen dit
actiepunt kunnen worden erkend.
Een groot aantal starters maakt gebruik van kennis en ervaring binnen de onderzoekscentra (MESA+,
BMTI, CTIT, Pilotplant) van de UT. Starters in de TOP- (Tijdelijke OndernemersPlaatsen) regeling
worden gecoacht door hoogleraren van de UT; kennisoverdracht verloopt dan bijna automatisch. Dit is
echter beperkt tot een selecte groep startende ondernemers. Bredere kennistransfer en
samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven zal op allerlei manieren moeten worden
gestimuleerd om nog meer rendement in werkgelegenheid te krijgen. USE (Union Student
Enterprises) is opgezet voor de ondersteuning en belangenbehartiging van ondernemende studenten.
Verdere ondersteuningsinitiatieven zijn gewenst.
10
Verdere ondersteuning en professionalisering van activiteiten als TOP en USE, ook in relatie tot
hogescholen vindt in dit actiepunt haar plaats.
Syntens is als organisatie in beeld om de relatie met het MKB te versterken. Syntens is ook als
organisatie geschikt om toegang te krijgen tot de Twentse kennisinstellingen. Het versterken van de
relatie van Syntens met de aanwezige kennisinstellingen en het instellen van een kennisloket bij
Syntens voor het MKB staat centraal in dit actiepunt.
Kennisvraag
Actiepunt 7.1: Inzet Syntens, Oost NV en Stodt gericht op de inventarisatie van de kennisvragen m.b.t.
de UT-kennisinstellingen
Bedrijven die in bedrijfsverzamelgebouwen als BTC, Microstar en ’t Roessingh opereren zijn vaak in
staat hun kennisvraag naar de UT duidelijk te formuleren. Voor veel MKB-bedrijven (ook de
euregionale bedrijven) die niet op deze manier georganiseerd zijn is dit niet vanzelfsprekend.
Essentieel is echter ook dat de toeleverende maakindustrie mee gaat bewegen in de ontwikkelingen
binnen Kennispark en ook in staat wordt gesteld hun kennisvraag duidelijk te formuleren. Vooral voor
het Integraal Praktijk Centrum i.o te Hengelo wordt hierin een belangrijke rol gezien. Ook Syntens kan
in dit verband een belangrijke rol spelen.
De Innovatie Stimuleringsregeling blijkt al jarenlang een succesvol instrument bij het vertalen van
beschikbare kennis naar concrete productontwikkeling. Vooral de drempelverlaging om in een
risicovol traject te stappen voorziet in een grote behoeft en is een nuttig instrument om de doelstelling
van kennisgebruik te realiseren.
Ter financiering van nieuwe bedrijvigheid zijn er diverse instellingen en fondsen aanwezig. Voor de
financiering van nieuwe bedrijvigheid gelden het Innofonds en de informal investors als belangrijkste
11
bronnen. Stimulering en ondersteunen van deze fondsen is van belang, maar ook de netwerkvorming
en toegankelijkheid rondom de investeerders kan een bijdrage leveren.
Infrastructuur
Er dient een uitstekende fysieke infrastructuur
aanwezig te zijn die de kennisinstellingen en
de medewerkers faciliteren en van alle
gemakken voorzien: hoogwaardig openbaar
vervoer, parkeervoorzieningen en
ontsluitingswegen zijn van belang. In en
rondom het Kennispark zal bij het ontwerpen
van de infrastructuur ruimte moeten zijn voor
wandel- en fietspaden, zowel functioneel als
recreatief van aard. Aanleg van rondwegen en
een Hoogwaardig Openbaar Vervoer-traject
heeft de aandacht. Station Drienerlo dient een
belangrijke plaats in te nemen in het
vervoersaanbod rondom het Kennispark.
Daarnaast zijn ook de ontwikkelingen rondom
centraal station Hengelo en de
verkeersafwikkeling rondom Hart van Zuid van
groot belang. Enschede Airport Twent e is een
belangrijk element in de nabijheid van
Enschede en het Kennispark Twente. Zeker voor het aantrekken van internationaal georiënteerde
bedrijven is het essentieel dat de luchthaven open blijft voor personenvervoer en fungeert als
zakenvliegveld. In relatie tot FMO (Münster), zou een verbinding tussen de twee luchthavens niet
alleen de Euregio versterken, maar ook voor marktpartijen nieuwe mogelijkheden bieden om Vliegveld
Twente verder te ontwikkelen. Ook in promotioneel opzicht is de aanwezigheid van een luchthaven
een pluspunt. Een uitstekende digitale infrastructuur is eveneens noodzakelijk: het gaat hier om de
aanwezigheid van een internet exchange, breedbandverbindingen en local loops. De regio investeert
veel in deze digitale bereikbaarheid.
Arbeidsmarkt
Kennisintensieve bedrijvigheid vereist de aanwezigheid van voldoende hoger opgeleiden.
Inspanningen op dit vlak moeten nu gepleegd worden om straks in de behoeften van bedrijven te
kunnen voorzien.[7] Aanbod van hoog opgeleid personeel, maar ook de aanwezigheid van een
plezierig woon- en leefklimaat voor het personeel speelt een belangrijke rol. Het behoud van de
jaarlijks circa 1800 afgestudeerden aan UT en Hogeschool is een voorwaarde voor het kunnen
vestigen van kennisintensieve bedrijvigheid op het Kennispark. Maatregelen om meer jonge
hoogopgeleiden ‘vast te houden’ voor de regio moeten worden genomen. Mogelijkheden liggen in
aantrekkelijke regelingen voor ondernemerschap en
werkgelegenheid.[9]
Voorzieningen
De huidige voorzieningen in en rondom Twente zijn divers,
maar kunnen nog beter gepositioneerd worden. Vele
sportfaciliteiten variërend van klimmen tot golfen, zijn
aanwezig op het terrein van de UT of in de omgeving van
Enschede en Hengelo. Het aanbod aan cultuur is groot.
Het Dienstencentrum Drienerlo speelt in op de
toenemende vraag naar diverse huishoudelijke diensten
12
zoals kinderopvang, stomerij, kapper e.d. Grote kansen liggen in het creëren van combinaties tussen
de verschillende voorzieningen. De prijzen van woningen in Twente zijn (nog) een stuk lager dan in de
Randstad en wonen in het groen is een pluspunt. Twente heeft nog volop ruimte. Voor top-managers
van internationale ondernemingen dient er woonruimte in het hogere segment beschikbaar te zijn.
Ook werknemers die naar Twente moeten reizen dienen optimaal voorzien te worden door een
uitstekende bereikbaarheid van het Kennispark te garanderen.
Op veel van de genoemde zaken heeft Kennispark geen eigen mogelijkheden en bevoegdheden:
Kennispark wil echter wel functioneren als loket waar knelpunten kunnen worden aangekaart en waar
een samenhangend pakket aan projecten kan worden ontwikkeld om de knelpunten op te kunnen
lossen, in samenspraak met overheden en partijen die wel over deze zaken gaan.
13
Gebiedsontwikkeling 4
4.1 I nleiding
De programmalijn gebiedsontwikkeling heeft tot doel:
- Creëren van een ontmoetingsplek voor kennisintensieve bedrijvigheid;
- Realiseren van een gedifferentieerd vestigingsmilieu voor onderzoeksfaciliteiten, kennisintensieve
bedrijven en daaraan gelieerde functies;
- Zorg dragen voor goede vestigingsvoorwaarden voor de kennisintensieve bedrijvigheid (o.a.
goede bereikbaarheid, goed vestigingsklimaat)
2
De gebiedsontwikkeling, die onverlet uitgaat van de ambitie om in totaal 250.000 m aan nieuwe
werkgelegenheid te creëren, vindt (mogelijk) plaats op de volgende vier locaties (‘zoekgebied’):
- Campus (op het UT-terrein);
- Directe omgeving van het Campusterrein;
- Hengelosestraat (op/langs de centrale ontsluitingsweg van het UT-terrein);
- Business & Science (B&S)-park (gebied ten zuiden van de Hengelosestraat).
Voor de vaststelling van de voor het Kennispark in aanmerking komende gebieden is een uitputtende
beschrijving gemaakt van de vier locaties en de mate waarin deze eventueel beschikbaar zijn wel dan
wel absoluut niet beschikbaar zijn voor het Kennispark. In de nota van uitgangspunten (zie bijlage 6)
wordt aangegeven hoe gedacht wordt over een mogelijke invulling van de verschillende gebieden als
onderdeel van het Kennispark.
4.2 Actiepunten
De verdere ontwikkeling van de gebiedsontwikkeling kan worden opgedeeld in een drietal fasen, te
weten:
14
Actiepunt 1: Gebiedsontwikkeling fase 1
Deze actielijn ondersteunt de activiteiten die moeten worden uitgevoerd ten behoeve van de te kiezen
ontwikkelingslocaties voor Kennispark Twente en de ruimtelijke kwaliteit die het totale gebied moet
bezitten (masterplan e.d.)
Op basis van de Nota van Uitgangspunten zal vastgesteld moeten worden welke gebieden in
aanmerking komen voor het Kennispark. Deze keuze wordt bepaald door de kwaliteiten van het
gebied, de ligging van het gebied en de eventuele gebruiksmogelijkheden voor het Kennispark. Ook
de randvoorwaarden waaronder elk gebied tot ontwikkeling gebracht kan worden zullen in deze fase
worden beschreven. Bij de vaststelling van de te ontwikkelen locaties hoort ook een keuze in de
volgorde van ontwikkeling van de verschillende locaties. Hierbij zullen een aantal locaties op korte
termijn tot ontwikkeling gebracht kunnen worden en een aantal op langere termijn. Deze keuze
bepaalt tevens welke gebieden gedetailleerder uitgewerkt zullen worden in de komende fasen en van
welke gebieden dit in een later stadium zal plaats vinden. Ter illustratie van de totale
gebiedsontwikkeling van het Kennispark voor de komende 25 jaar zal op een ‘wervende’
presentatiewijze een verbeelding worden gemaakt van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het
gebied.
Naast de vaststelling van de te ontwikkelen locaties in het gebied op en rond de UT, is er in principe
subsidie toegekend aan de gebiedsontwikkeling van het Kennispark in het kader van het Budget
Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK). Voor de definitieve honorering van deze subsidie vanuit het
Ministerie van VROM dient een nadere onderbouwing geleverd te worden waarbij de voor de
ruimtelijke kwaliteit interessante ontwikkelingen op het Campusterrein, of deze nu betrekking heeft op
het Kennispark, op de realisering van het Vastgoedplan, de realisering van de studentenhuisvesting
dan wel de openbare ruimte en infrastructuur in aanmerking komen. Deze ontwikkelingen zullen de
komende periode in beeld worden gebracht en in overleg met het Ministerie van VROM nader
uitgewerkt worden. De nadere uitwerking van de BIRK-aanvraag Kennispark zal worden uitgevoerd in
drie stappen:
1. Actualisering Vastgoedplan;
2. Benoeming uit te werken locaties;
3. Uitwerking van de locaties.
Van de uit te werken locaties zullen de eisen, wensen en randvoorwaarden beschreven worden.
Hierbij zullen de volgende aspecten worden meegenomen:
1. verkavelingsopzet en ruimtelijke structuur;
2. functies (m.n. bedrijvigheid en ruimtelijke kwaliteit)
3. hoofdverkeersontsluiting;
4. aanhechting van het gebied op bestaande verkeersstructuren (voetgangers, fietsers, openbaar
vervoer);
5. parkeerbehoefte en principe parkeeroplossing;
6. milieurandvoorwaarden (geluid, lucht en bodem);
7. effecten voor de waterhuishouding;
8. Inpassing in de natuurlijke en landschappelijk waarden;
9. eigendomssituatie en het vrij maken van het huidig gebruik;
10. financiële haalbaarheid.
De beschrijving van de eisen, wensen en randvoorwaarden zal van elk van de als eerste te
ontwikkelen locaties in ieder geval in de vorm van een notitie plaats vinden, maar bij voorkeur ook in
de vorm van een ruimtelijk beeld (stedenbouwkundig plan).
15
In wisselwerking met de uitwerking van de als eerste te ontwikkelen locaties zal daarnaast tevens
worden gekeken naar de inpassing van de locaties in het grotere geheel en de inpassing van het
Kennispark in de andere ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. Hierbij moet gedacht worden aan
(grootschalige) ruimtelijke ontwikkelingen als het vastgoedplan van de UT, de HOV-west, de
verbreding van de Auke Vleerstraat e.d. Ook zal verkend moeten worden in hoeverre
gewenste/noodzakelijke majeure ingrepen in de infrastructuur gefinancierd kunnen worden.
Op basis van het ruimtelijk beeld zal per locatie een uitvoeringsstrategie bepaald moeten worden.
Hierbij dient het volgende te worden afgesproken:
1. wie is de opdrachtgevende partij;
2. wat is de inbreng en rol van de overige participanten;
3. welke derde partijen worden betrokken bij de realisering;
4. op welke wijze wordt het ruimtelijk beeld omgezet in een bouwaanvraag voor de bebouwing;
5. op welke wijze wordt de ‘openbare’ ruimte in het ruimtelijk beeld omgezet in een
uitvoeringsgereed plan;
6. welke vergunningsprocedures en overige wettelijke procedures moeten doorlopen worden (voor
de planning is maatgevend een eventuele aanpassing van het bestemmingsplan);
7. financiering van de realisatie (en het totaal);
8. werven van gebruikers/huurders/eigenaren van de bebouwing.
Op basis van de uitvoeringsstrategie zal vervolgens per locatie de voorbereiding en uitvoering van de
realisatie van die locatie ter hand genomen kunnen worden.
16
Communicatie 5
5.1 I nleiding
Het doel van de lijn communicatie is een strategisch communicatieplan op te zetten als instrument om
het concept “Kennispark Twente: ontmoetings- en vestigingsplaats voor ondernemende en creatieve
mensen” te positioneren. Deze uitwerking gebeurt in twee fasen. Fase 1 behelst de periode januari
2004 – december 2004. Fase 2 gaat in per januari 2005.
Hoofddoelstelling in fase 1 is het fysiek positioneren van Kennispark (smoel geven) bij de
deelnemende partners (provincie, gemeente, partners in Netwerkstad en de UT) en vervolgens van
daaruit breder te positioneren (regio, provincie, landelijk, Den Haag/Brussel). Vragen hierbij: wat is
Kennispark en wat kan ik er mee?
In fase 2 zal naast een communicatieplan een marketing- en acquisitieplan leidend moeten zijn om de
positionering van Kennispark verder uit te bouwen. Na 3 jaar dient de positionering van het
Kennispark zodanig uitgebouwd te zijn dat kennispark, regionaal, nationaal, euregionaal,
internationaal een brand is dat staat.
Belangrijkste doelgroepen in deze eerste fase zijn de interne: bestuurders en ambtenaren van de
deelnemende partners. Deze moeten volledig op de hoogte zijn van het bestaan en de doelstellingen
van Kennispark en moeten dit ook gaan uitdragen (in Twente gebeurt het, op het Kennispark!).
Daarnaast zijn er vele externe doelgroepen die in de loop van fase 1 geïnformeerd worden, maar met
ingang van fase 2 stelselmatig en gericht: bedrijven, investeerders, ontwikkelaars, ministeries en
andere overheidsinstellingen, politici en niet te vergeten de inwoners van de regio Twente. Deze
doelgroepen zullen in het definitieve communicatieplan nader worden omschreven.
,,In het hart van Twente, op en rondom de UT en aanpalende kennisinstellingen is een innovatief
kennispark van Europese allure in ontwikkeling. Dit kennispark biedt uitmuntende faciliteiten als
ontmoetingsplek voor kennisinstellingen en (innovatieve) ondernemingen. Technische en medische
laboratoria, cleanrooms en productiefaciliteiten worden voor gezamenlijk gebruik ingericht.
Wetenschappelijke kennis en onderzoeksfaciliteiten van de aangesloten kennisinstellingen worden op
deze wijze beter toegankelijk voor het (regionale) bedrijfsleven. Kennispark Twente, heel Twente
Kennispark!”
5.2 Actiepunten
Actiepunt 1: ‘smoel geven’ Kennispark Twente
De producten in deze actielijn geven invulling aan het concept Kennispark en geven daarmee het
Kennispark een ‘gezicht’.
Actiepunt 1.1: Het ontwikkelen van een huisstijl, een website, e.d.
Het ontwikkelen van een huisstijl, een website, een nieuwsbrief, Voor de ontwikkeling en uitvoering
wordt een extern vormgever ingeschakeld, de traffic/drukwerkbegeleiding gebeurt door Bureau
Communicatie van de UT. Ook het middel ‘free publicity’ zal veelvuldig worden ingezet.
17
ondertekend en het doel is het kennispark bekend te maken, de samenwerking tussen partners te
“bezegelen” en te laten zien dat het kennispark er al is.
Communicatiemateriaal zal eveneens worden ontwikkeld op basis van bepaalde specifieke vragen.
Doel is om informatief en wervend te zijn. Een eerste informatiebrochure is gereed op 19 augustus
2004 t.b.v. bijeenkomst rond ondertekening convenant. Een tweede versie gereed eind december
2004.
Het Kennispark Twente wordt fysiek ook herkenbaar als er borden worden geplaatst langs de diverse
invalswegen.
Nog onduidelijk is welke communicatieve uitingen er in fase 2 benodigd zijn. Eind 2004 wordt hiervoor
een plan uitgewerkt. Zeker is dat er een budget beschikbaar moet zijn om te communiceren over het
Kennispark.
Naast de reguliere reactieve acquisitie van OOST NV is het noodzakelijk dat ook pro-actief bedrijven
voor het Kennispark van buiten worden aangetrokken. Extra inzet op dit thema is vereist.
18