You are on page 1of 18

Actieplan

5 December 2004
Inhoudso pgave

Inleidi ng… …… …… …… …… ……… …… …… …… …… …..5

Kennisvalorisatie… …… ……… …… …… …… …… ……..6

In no vatiebeleid…… ……… …… …… …… …… …… ……..9

Gebiedsont wikkeling …… …… …… ……… …… …… …..14

Commu nicatie… …… ……… …… …… …… …… …… …….1 7


Inleiding 1
Dit actieplan 2004 vormt een onderdeel van het programmaplan Kennispark Twente, tot het moment
dat er een nieuwe versie van het actieplan verschijnt. Zodra een nieuwe versie van het actieplan is
goedgekeurd door de stuurgroep Kennispark Twente vervalt deze versie.

Voor de drie programmalijnen kennisvalorisatie, innovatiebeleid en gebiedsontwikkeling en de


ondersteunende lijn communicatie zijn hoofdactiepunten met onderliggende projecten en acties
weergegeven. Al deze acties dragen bij aan de ambitie van het Kennispark Twente.

De hoofdactiepunten en de onderliggende acties en projecten zijn dynamisch van aard en kunnen in


de toekomst worden aangevuld met nieuwe projecten. Via een periodieke actualisatie van het
actieplan in de stuurgroep Kennispark Twente zal de voortgang van projecten gemonitord worden en
kunnen aanpassingen/wijzigingen in het actieplan formeel worden vastgelegd. De eerste aanpassing
is eind 2005, waarna een actualisatie van het programmaplan zal verschijnen. Eind 2007 zal een
formele evaluatie worden gehouden waarbij zal worden gekeken in welke mate de doelstellingen
reeds bereikt zijn.

Een deel van de acties en projecten die worden beschreven zijn lopende projecten. Deels zijn het
nieuwe initiatieven waarvan de organisatie Kennispark Twente i.o. vindt dat deze opgepakt moeten
worden. Voor de lopende projecten zijn reeds gedetailleerdere plannen van aanpak of
businessplannen beschikbaar. Voor projecten die zich bijvoorbeeld nog in de ideefase bevinden is dit
vanzelfsprekend niet het geval en zal dit moeten gebeuren alvorens voor financiering of ondersteuning
vanuit Kennispark Twente in aanmerking te komen. Projecten die worden ingediend bij Kennispark
Twente i.o. dienen aan te sluiten bij de hoofdactiepunten.

De financiering voor de projecten en acties is soms reeds geregeld en in andere gevallen zal
nagegaan moeten worden hoe het de financiering gestalte moet krijgen. De bedragen die worden
genoemd zijn indicatief. Door middel van uitwerkingen van de acties in plannen van aanpak of
businessplannen zal een verdere detaillering van de bedragen mogelijk zijn.

5
Ken nisvalorisatie 2
2.1 I nleiding
Bedrijvigheid ontstaat rond al aanwezige sterke kennisclusters. De Universiteit Twente heeft deze
clusters vormgegeven in onderzoeksinstituten. Vanuit deze clusters moet aanwezige kennis worden
omgezet in bedrijvigheid. Hiervoor worden drie benaderingen gekozen:

Selectief model: het gericht ondersteunen van ondernemers die zelf een bedrijf willen beginnen. De
ondersteuning is echter beperkt tot begeleiding en het beschikbaar stellen van faciliteiten tegen
‘zachte’ voorwaarden. De bestaande TOP-regeling is hiervan een voorbeeld.

Actief model: het gericht ondersteunen en ontwikkelen van een onderneming. Het hiertoe deelnemen
in het aandelen kapitaal of het inbrengen van kennis tegen aandelen.

Pro-actief model: het gericht ontwikkelen van kennis op basis van kansrijke product marktcombinaties
en het opzetten van bedrijven op dit gebied.

In Kennispark Twente wordt gebruik gemaakt van alle drie de modellen. De keuze is afhankelijk van
de omstandigheden, de kansen en risico’s. De modellen worden in hun vorm niet zelfstandig
uitgewerkt. Er zal sprake zijn van een groot aantal activiteiten, welke breed zijn gepositioneerd. Er
ontstaat een pallet van tailor made trajecten voor ondernemers en product-marktcombinaties.

Om de juiste instrumenten te creëren is aandacht nodig voor de volgende onderwerpen binnen de


programmalijn kennisvalorisatie:

1 Intellectueel eigendom (octrooien)


2 Kennisexploitatie
3 Business development
4 Onderwijs/Onderzoek in ondernemerschap

Deze onderwerpen zijn hieronder verder uitgewerkt in aparte actiepunten

2.2 Actiepunten
Actiepunt 1: Intellectueel eigendom (octrooien)

Het onder zakelijke voorwaarden en omstandigheden kunnen registreren en exploiteren van


intellectueel eigendom is een voorwaarde voor kennisvalorisatie en business development. De
Universiteit Twente kent een regeling voor octrooien. Hierin is de ondersteuning bij aanvraag alsmede
de verdeling van opbrengsten binnen de UT geregeld. De UT heeft echter geen goede voorzieningen
voor het beheren en exploiteren van octrooien. In deze actielijn wordt ondersteuning geboden bij de
opzet van instrumenten die leiden tot een betere bescherming en benutting van kennisposities.

Actiepunt 2: Kennisexploitatie

Het actiepunt kennisexploitatie richt zich op de ontwikkeling en overdracht van kennis tussen
kennisinstellingen en het (startende) bedrijfsleven. Het beoogt potentieel waardevolle kennis door te
ontwikkelen tot het moment van economisch rendabele exploitatie en aanwezige kennis en faciliteiten
beschikbaar te maken voor het bedrijfsleven.

6
Actiepunt 2.1: Applicatie ontwikkeling

Veel van de ontwikkelde kennis aan de Twentse instellingen is nog niet rijp voor de markt. De
economische risico’s verbonden aan de doorontwikkeling worden door het bedrijfsleven te hoog
ingeschat. Het biopartner programma, bij wijze van voorbeeld, van EZ voorziet in een periode van
applicatie ontwikkeling voor de definitieve overdracht van kennis naar het bedrijfsleven. Dit betreft
meestal tot het moment van een proof of principle, hetzij een pilot product. Via dit actiepunt wordt
interessante kennis doorontwikkeld tot het moment van overdracht. Gekozen onderwerpen voldoen
aan de voorwaarde van een goede product markt combinatie, een overzienbare periode van product-
realisatie en een positief economisch resultaat op termijn. Het laatste betekent dat er sprake moet zijn
van een combinatie tussen applicatie ontwikkeling en business development.

Actiepunt 2.2: Facility sharing

Voor technologie-bedrijven is de aanwezigheid van laboratoria en onderzoeksfaciliteiten in de directe


omgeving een belangrijke vestigingsvoorwaarde. Het beperken van de eigen investeringen in dure
onderzoeksapparatuur door gebruik te maken van elkanders faciliteiten en laboratoria staat hierbij
centraal. Om in te spelen op deze tendens tot facility-sharing en ter stimulering van nieuw
ondernemerschap moeten de mogelijkheden van huren of beschikbaar stellen van
onderzoeksfaciliteiten verder uitgewerkt worden. De Universiteit Twente beschikt over unieke
hoogwaardige faciliteiten zoals Boog 4 (cleanroom bij MESA+), onderzoeksinstituut BMTI, NLRC
(laser research center). Deze voorzieningen zijn slechts in beperkte mate toegankelijk voor het
bedrijfsleven. Via dit actiepunt wordt een bredere beschikbaarheid van faciliteiten geregeld. Bedrijven
dienen voor toegang de werkelijke kosten van het gebruik te dragen (i.v.m. illegale staatssteun).

Actiepunt 3: Business Development

Het actiepunt Business development behelst het pro-actief ontwikkelen van kennisposities tot
bedrijvigheid op kansrijke productmarkt combinaties.

Actiepunt 3.1: Opzet accelerators

Dit actiepunt beoogt meerdere accelerators op verschillende themagebieden/technologieën op te


bouwen. Voor het opbouwen van een accelerator wordt een business developer aangetrokken die
kansrijke product markt combinaties in bedrijvigheid probeert om te zetten. Hij doet dit i.s.m. een
zakelijk directeur van een instituut. Voor het ontwikkelen heeft hij een budget ter beschikking voor het
doen van applicatie onderzoek en een budget voor het opzetten van bedrijven. De keuze voor het
opzetten van een accelarerator wordt gemaakt door de stuurgroep. Voor een dergelijke beslissing
wordt voor de beoogde incubator een businessplan opgezet.

Actiepunt 3.2: Fonds met pre-seed capital

Pre-seed capital maakt deel uit van het TOP programma. Het is een lening van beperkte omvang die
alleen wordt verstrekt wanneer een bedrijf deelneemt aan het TOP programma. Het stelt met name
technostarters in staat een product verder te ontwikkelen of zijn markt positie op te bouwen. Behalve
jaarlijkse kosten vanwege lekkage in het fonds en vanwege de inhuur van begeleiders zijn er initiële
kosten voor het vergroten van het fonds.

Actiepunt 3.3: Fonds voor seed capital

Het actiepunt s eed capital beoogt starters en doorstarters gemakkelijker toegang te geven tot
bedrijfsmiddelen en kennis. Diverse fondsen en investeerders zijn geïnteresseerd om deze starters en
doorstarters te helpen. Activiteiten die bijdragen aan de informatievoorziening over de mogelijkheden,
het vergroten van inzicht in het investeerdersveld en de beschikbaarheid van voldoende middelen zijn
onderdeel van dit actiepunt. Het verstrekte kapitaal bedraagt tussen de 100.000 en 1 miljoen euro per
participatie.

7
Actiepunt 3.4: Incubator

Dit actiepunt beoogt het toevoegen van incubator faciliteiten nabij de laboratoria van de UT. Deze
faciliteiten zijn met name bedoelt voor Technostarters die afhankelijk zijn van de onderzoekfaciliteiten
van de UT.

Actiepunt 4: Onderwijs / Onderzoek in ondernemerschap

Het bewust worden en zijn van de mogelijkheden die ondernemerschap biedt is van groot belang bij
het krijgen van een groot aantal starters. Het stimuleren en onderwijzen van studenten en
medewerkers van kennisinstellingen is van groot belang voor het project Kennispark.

Actiepunt 4.1: Verbreding kenniscentrum Nikos

Het Nederlands Instituut voor Kennisintensief OndernemerSchap (NIKOS) vormt de kern van locale
kennis op het gebied van ondernemerschap. Zij geeft onderwijs in ondernemerschap en begeleidt
ondernemers. Zij doet dit op basis van eigen onderzoek naar effectieve methoden voor ondersteuning
en analyses van succesfactoren van ondernemingen. Bij het uitbreiden van de activiteiten i.v.m.
kennispark is ook de verbreding noodzakelijk van het kenniscentrum NIKOS.

Actiepunt 4.2: Verbetering onderwijs in Ondernemerschap

De minor ondernemerschap vormt de basis van onderwijs in ondernemerschap in alle opleidingen. In


de komende jaren zal de UT tevens een algemene Bachelor Techniek en Innovatie ontwikkelen en
een internationale master in Ondernemerschap en Innovatie. Hiermee beoogt dit actiepunt een
blijvende positionering van ondernemerschap onderwijs bij de UT en bij Saxion hogescholen in
Enschede. Er zal tevens gekeken worden naar deeltijd onderwijs en naar uitbreiding richting het ROC.

Actiepunt 4.3: Faciliteiten voor ondernemende studenten

Het actiepunt beoogt faciliteiten beschikbaar te stellen voor studenten die naast hun studie een
onderneming willen starten. Het gaat uit van deeltijd ondernemerschap die niet persé kennisintensief
hoeft te zijn. Op de UT is hiervoor University Student Enterprices (USE) opgericht. Ook initiatieven van
de Hogeschool op dit vlak worden ondersteund.

8
In no vatieb eleid 3
3.1 I nleiding
Het innovatiebeleid is een breed terrein waarop vele soorten en maten acties gedefinieerd kunnen
worden. Als gevolg van de focus die gekozen is voor het Kennispark (paragraaf 4.4), kan de
inhoudelijke koers van het innovatiebeleid Kennispark Twente worden ondergebracht in een drietal
thema’s, te weten:

Kennisaanbod:
Met dit thema worden alle activiteiten bedoeld die erop gericht zijn de beschikbare en nieuwe kennis
vanuit de Universiteit Twente, kennisinstellingen in de regio en het bedrijfsleven structureel en
gestructureerd inzichtelijk en toegankelijk maken voor bedrijven en instellingen. Dit thema heeft een
nauwe relatie met de acties die onder de programmalijn ‘Kennisvalorisatie’ zijn benoemd.

Kennistranfer:
Kennistransfer is in Twente momenteel een behoorlijk diffuus veld. Om maximaal rendement uit de
beschikbare mogelijkheden te kunnen halen is het noodzakelijk dat vraag en aanbod beter bij elkaar
komen en ook daadwerkelijk leiden tot nieuwe bedrijvigheid of uitbreiding van bestaande bedrijvigheid.
Kennispark wil aan kennisinstituten een platform bieden om actief bij te dragen aan het aanbieden en
oplossen van researchvraagstukken met, door en voor marktpartijen. Door een betere vraagstelling
vanuit het bedrijfsleven kan ook een bijdrage geleverd worden aan het opstarten van fundamenteel of
exploratief onderzoek. Kennispark wil een bijdrage leveren aan het bij elkaar brengen van deze twee
werelden. Activiteiten gericht op de (verdere) ontwikkeling van een regionale kennismarkt door het bij
elkaar brengen van kennisontwikkelaars en kennisgebruikers behoren tot dit thema.

Kennisvraag:
Centraal in dit thema staan inspanningen gericht op het in beeld brengen van de kennisvraag, het
ondersteunen van nieuw ondernemerschap (en dus het gebruik van kennis) en het ondersteunen en
monitoren van clusters, netwerken en bedrijven in het gebruik van beschikbare kennis. Met als doel
innovaties en innovatief vermogen in het bedrijfsleven (met name het midden- en kleinbedrijf),
gerelateerd aan het kennisaanbod in Kennispark Twente te bevorderen. Ook activiteiten die zich
richten op het wegnemen van belemmeringen op het terrein van sociaal en menselijk kapitaal kunnen
hierbinnen een plaats vinden.

Deze thema’s zijn hieronder verder uitgewerkt in specifieke actiepunten.

3.2 Actiepunten
Kennisaanbod

Actiepunt 1: Verbeteren van de transparantie van kennisposities bij kennisinstellingen en


bedrijven
Deze actielijn ondersteunt de opzet van instrumenten en projecten die leiden tot een beter inzicht in
de aanwezige kennisposities bij instellingen en bedrijven, zodanig dat het voor (regionale) bedrijven
en instellingen mogelijk wordt gebruik te maken van de aanwezige kennis.

Actiepunt 1.1: Exchange points

Het verbeteren van de toegankelijkheid van de Twentse kennisinstellingen voor het bedrijfsleven (m.n.
het grotere bedrijfsleven) zodanig dat het bedrijfsleven weet wat er bij de kennisinstelling te halen valt.
Dit kan bijvoorbeeld door het plaatsen van meerdere (deeltijd) liaisonfunctionarissen door het
bedrijfsleven op de UT (exchange-points) en het aantrekken van toponderzoekers uit bedrijfsleven en
andere instellingen.

9
Actiepunt 1.2: Researchkaart

Deze actie is erop gericht de bestaande researchinspanningen binnen de Universiteit Twente (en ook
de overige onderwijsinstellingen in Overijssel) in beeld te brengen. Dit vervolgens via bepaalde
systemen toegankelijk en inzichtelijk maken en houden voor bedrijven.

Actiepunt 2: Pilots voor businessdevelopment


Deze actielijn is erop gericht pilots te ondersteunen die ten doel hebben de aanwezige kennis sneller
en efficiënter tot producten en dus nieuwe bedrijven en werkgelegenheid, te ontwikkelen. Een
voorbeeld is de opzet van businessaccelerators

Actiepunt 2.1: Ondersteunen business-accelerators


Binnen de kennisinstellingen dienen mechanismen ontwikkeld te worden waarmee business
development gesteund kan worden en waarbij het naar de markt brengen van kennis versneld kan
worden. Kennispark wil ruimte bieden aan experimenteren waarbij gezocht kan worden naar business
modellen die werken in de Twentse situatie. Een daarvan is de opzet van businessaccelarators.

Kennistransfer

Actiepunt 3: Fysieke ruimtes die de kennisoverdracht stimuleren en bevorderen


Deze actielijn geeft Kennispark Twente de mogelijkheid te investeren in fysieke ruimtes die
kennisoverdracht stimuleren en bevorderen zoals bedrijfsverzamelgebouwen, gedeelde faciliteiten en
algemene ruimten waar ontmoeting mogelijk is.

Actiepunt 3.1: Kennispark Plaza

Het creëren van een fysiek platform/verzamelpunt waar kennisvraag en –aanbod uit de regio bij elkaar
komt. Het organiseren van bijenkomsten tussen kennisinstellingen en bedrijven, uitwisselen van ‘best
practices’, organiseren van Kennispark-lezingen, organiseren van een ‘open huis’ voor ondernemers.

Actiepunt 4: Kennistranfer door middel van studenteninzet


Deze actielijn stimuleert de inzet van studenten door middel van stages, afstuderen, werkopdrachten
om ook via deze weg kennisoverdracht te realiseren tussen kennisinstellingen en het regionale
bedrijfsleven. Programma’s gericht op stages of afstudeeropdrachten of bijvoorbeeld de stimulering
voor onderzoeksopdrachten komen voor financiering in aanmerking.

Actiepunt 4.1: Kennistranfer door middel van studenteninzet

Studenten zijn een uitstekend ‘middel’ om kennis van hogescholen en universiteiten naar bedrijven te
transporteren. Programma’s gericht op stages, afstudeeropdrachten (ook euregionaal) of een
stimuleringsregeling om onderzoeksopdrachten uit te zetten bij de UT zijn acties die binnen dit
actiepunt kunnen worden erkend.

Actiepunt 5: Coaching- en begeleidingstrajecten voor starters


Deze actielijn geeft Kennispark Twente de mogelijkheid te investeren in projecten die erop gericht zijn
starters beter en efficiënter te begeleiden en te coachen.

Actiepunt 5.1: Professionalisering TOP regeling

Een groot aantal starters maakt gebruik van kennis en ervaring binnen de onderzoekscentra (MESA+,
BMTI, CTIT, Pilotplant) van de UT. Starters in de TOP- (Tijdelijke OndernemersPlaatsen) regeling
worden gecoacht door hoogleraren van de UT; kennisoverdracht verloopt dan bijna automatisch. Dit is
echter beperkt tot een selecte groep startende ondernemers. Bredere kennistransfer en
samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven zal op allerlei manieren moeten worden
gestimuleerd om nog meer rendement in werkgelegenheid te krijgen. USE (Union Student
Enterprises) is opgezet voor de ondersteuning en belangenbehartiging van ondernemende studenten.
Verdere ondersteuningsinitiatieven zijn gewenst.

10
Verdere ondersteuning en professionalisering van activiteiten als TOP en USE, ook in relatie tot
hogescholen vindt in dit actiepunt haar plaats.

Actiepunt 6: Bevorderen kennistransfer tussen het regionale MKB en de kennisinstellingen


Deze actielijn is bedoeld om projecten te ondersteunen die erop gericht zijn de kloof tussen het MKB
en de kennisinstellingen ten aanzien van benodigde en beschikbare kennis te verkleinen.

Actiepunt 6.1: Instellen kennisloket voor MKB

Syntens is als organisatie in beeld om de relatie met het MKB te versterken. Syntens is ook als
organisatie geschikt om toegang te krijgen tot de Twentse kennisinstellingen. Het versterken van de
relatie van Syntens met de aanwezige kennisinstellingen en het instellen van een kennisloket bij
Syntens voor het MKB staat centraal in dit actiepunt.

Kennisvraag

Actiepunt 7: Articuleren kennisvraag MKB


In deze actielijn worden projecten bedoeld die het inzicht in de kennisvraag vanuit het regionale MKB
vergroten.

Actiepunt 7.1: Inzet Syntens, Oost NV en Stodt gericht op de inventarisatie van de kennisvragen m.b.t.
de UT-kennisinstellingen

Bedrijven die in bedrijfsverzamelgebouwen als BTC, Microstar en ’t Roessingh opereren zijn vaak in
staat hun kennisvraag naar de UT duidelijk te formuleren. Voor veel MKB-bedrijven (ook de
euregionale bedrijven) die niet op deze manier georganiseerd zijn is dit niet vanzelfsprekend.
Essentieel is echter ook dat de toeleverende maakindustrie mee gaat bewegen in de ontwikkelingen
binnen Kennispark en ook in staat wordt gesteld hun kennisvraag duidelijk te formuleren. Vooral voor
het Integraal Praktijk Centrum i.o te Hengelo wordt hierin een belangrijke rol gezien. Ook Syntens kan
in dit verband een belangrijke rol spelen.

Actiepunt 7.2: Opzet en beheer cluster- en netwerkkaart

Er is gestructureerd overzicht nodig van bestaande netwerken en clusters rondom de


kennisinstellingen van de Universiteit. Vanuit de regionale economie geredeneerd is het vervolgens
wenselijk een overzicht te krijgen van de toeleverings - en uitbestedingsrelaties tussen bedrijven in de
regio. Hieraan gekoppeld is ook een systeem wenselijk voor het bijhouden van de
arbeidsmarktontwikkelingen op het gebied van kennisindustrie en –diensten. Op deze manier kan aan
overheden en bedrijven in de regio inzicht geboden worden in (markt-)ontwikkelingen en kunnen tijdig
maatregelen worden genomen om bij te sturen.

Actiepunt 8: Opzet van en informatieverstrekking over financieringsinstrumenten voor


innovatie en nieuwe bedrijvigheid
Deze actielijn geeft Kennispark Twente de mogelijkheid bij te dragen aan stimuleringsregelingen en
fondsen ter bevordering van de kennisoverdracht. Tevens kan een ondersteuning worden geleverd
om de toegankelijkheid en transparant van de diverse financieringsinstrumenten te verbeteren.

Actiepunt 8.1: Voortzetting Innovatie Stimuleringsregeling Twente

De Innovatie Stimuleringsregeling blijkt al jarenlang een succesvol instrument bij het vertalen van
beschikbare kennis naar concrete productontwikkeling. Vooral de drempelverlaging om in een
risicovol traject te stappen voorziet in een grote behoeft en is een nuttig instrument om de doelstelling
van kennisgebruik te realiseren.

Actiepunt 8.2: Fondsvorming nieuwe bedrijvigheid

Ter financiering van nieuwe bedrijvigheid zijn er diverse instellingen en fondsen aanwezig. Voor de
financiering van nieuwe bedrijvigheid gelden het Innofonds en de informal investors als belangrijkste

11
bronnen. Stimulering en ondersteunen van deze fondsen is van belang, maar ook de netwerkvorming
en toegankelijkheid rondom de investeerders kan een bijdrage leveren.

3.3 Overige initiatieven die buiten de scope van Kennispark vallen


De Kennispark-organisatie kan zich alleen bezig te houden met initiatieven die zij rechtstreeks of via
één van de deelnemende partijen kan beïnvloeden. Overige initiatieven die ook deel uitmaken van het
innovatiesysteem maar niet rechtstreeks door de Kennispark-organisatie kunnen worden uitgevoerd
maken geen deel uit van de geformuleerde actieterreinen. Het is echter wel de moeite waard om deze
andere initiatieven en richtingen voor ontwikkeling voor ogen te houden en de aandacht erop te
vestigen richting partijen die deze activiteiten wel kunnen beïnvloeden.

Infrastructuur
Er dient een uitstekende fysieke infrastructuur
aanwezig te zijn die de kennisinstellingen en
de medewerkers faciliteren en van alle
gemakken voorzien: hoogwaardig openbaar
vervoer, parkeervoorzieningen en
ontsluitingswegen zijn van belang. In en
rondom het Kennispark zal bij het ontwerpen
van de infrastructuur ruimte moeten zijn voor
wandel- en fietspaden, zowel functioneel als
recreatief van aard. Aanleg van rondwegen en
een Hoogwaardig Openbaar Vervoer-traject
heeft de aandacht. Station Drienerlo dient een
belangrijke plaats in te nemen in het
vervoersaanbod rondom het Kennispark.
Daarnaast zijn ook de ontwikkelingen rondom
centraal station Hengelo en de
verkeersafwikkeling rondom Hart van Zuid van
groot belang. Enschede Airport Twent e is een
belangrijk element in de nabijheid van
Enschede en het Kennispark Twente. Zeker voor het aantrekken van internationaal georiënteerde
bedrijven is het essentieel dat de luchthaven open blijft voor personenvervoer en fungeert als
zakenvliegveld. In relatie tot FMO (Münster), zou een verbinding tussen de twee luchthavens niet
alleen de Euregio versterken, maar ook voor marktpartijen nieuwe mogelijkheden bieden om Vliegveld
Twente verder te ontwikkelen. Ook in promotioneel opzicht is de aanwezigheid van een luchthaven
een pluspunt. Een uitstekende digitale infrastructuur is eveneens noodzakelijk: het gaat hier om de
aanwezigheid van een internet exchange, breedbandverbindingen en local loops. De regio investeert
veel in deze digitale bereikbaarheid.

Arbeidsmarkt
Kennisintensieve bedrijvigheid vereist de aanwezigheid van voldoende hoger opgeleiden.
Inspanningen op dit vlak moeten nu gepleegd worden om straks in de behoeften van bedrijven te
kunnen voorzien.[7] Aanbod van hoog opgeleid personeel, maar ook de aanwezigheid van een
plezierig woon- en leefklimaat voor het personeel speelt een belangrijke rol. Het behoud van de
jaarlijks circa 1800 afgestudeerden aan UT en Hogeschool is een voorwaarde voor het kunnen
vestigen van kennisintensieve bedrijvigheid op het Kennispark. Maatregelen om meer jonge
hoogopgeleiden ‘vast te houden’ voor de regio moeten worden genomen. Mogelijkheden liggen in
aantrekkelijke regelingen voor ondernemerschap en
werkgelegenheid.[9]
Voorzieningen
De huidige voorzieningen in en rondom Twente zijn divers,
maar kunnen nog beter gepositioneerd worden. Vele
sportfaciliteiten variërend van klimmen tot golfen, zijn
aanwezig op het terrein van de UT of in de omgeving van
Enschede en Hengelo. Het aanbod aan cultuur is groot.
Het Dienstencentrum Drienerlo speelt in op de
toenemende vraag naar diverse huishoudelijke diensten

12
zoals kinderopvang, stomerij, kapper e.d. Grote kansen liggen in het creëren van combinaties tussen
de verschillende voorzieningen. De prijzen van woningen in Twente zijn (nog) een stuk lager dan in de
Randstad en wonen in het groen is een pluspunt. Twente heeft nog volop ruimte. Voor top-managers
van internationale ondernemingen dient er woonruimte in het hogere segment beschikbaar te zijn.
Ook werknemers die naar Twente moeten reizen dienen optimaal voorzien te worden door een
uitstekende bereikbaarheid van het Kennispark te garanderen.

Op veel van de genoemde zaken heeft Kennispark geen eigen mogelijkheden en bevoegdheden:
Kennispark wil echter wel functioneren als loket waar knelpunten kunnen worden aangekaart en waar
een samenhangend pakket aan projecten kan worden ontwikkeld om de knelpunten op te kunnen
lossen, in samenspraak met overheden en partijen die wel over deze zaken gaan.

13
Gebiedsontwikkeling 4

4.1 I nleiding
De programmalijn gebiedsontwikkeling heeft tot doel:
- Creëren van een ontmoetingsplek voor kennisintensieve bedrijvigheid;
- Realiseren van een gedifferentieerd vestigingsmilieu voor onderzoeksfaciliteiten, kennisintensieve
bedrijven en daaraan gelieerde functies;
- Zorg dragen voor goede vestigingsvoorwaarden voor de kennisintensieve bedrijvigheid (o.a.
goede bereikbaarheid, goed vestigingsklimaat)
2
De gebiedsontwikkeling, die onverlet uitgaat van de ambitie om in totaal 250.000 m aan nieuwe
werkgelegenheid te creëren, vindt (mogelijk) plaats op de volgende vier locaties (‘zoekgebied’):
- Campus (op het UT-terrein);
- Directe omgeving van het Campusterrein;
- Hengelosestraat (op/langs de centrale ontsluitingsweg van het UT-terrein);
- Business & Science (B&S)-park (gebied ten zuiden van de Hengelosestraat).

Uitgangspunten bij gebiedsontwikkeling


De volgende uitgangspunten worden voor de gebiedsontwikkeling gehanteerd (in willekeurige
volgorde):
- de gebiedsontwikkeling voor het Kennispark wordt opgezet vanuit de kansen die de regio
constateert voor de uitbreiding van werkgelegenheid in de kennisintensieve sectoren op een
kwalitatief hoogwaardige locatie. Dit betekent dat bij de gebiedsontwikkeling uit wordt gegaan van
het aanbod aan beschikbare dan wel te ontwikkelen percelen en terreinen in het gebied en dat
gezocht wordt naar mogelijkheden om de ruimtelijke kwaliteit verder te verbeteren.
- de tijdshorizon van de gebiedsontwikkeling is 20 jaar;
- de gebiedsontwikkeling is een weergave van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied
op structuurniveau (‘vlekkenplan’ en eventueel een globaal verkavelingsplan met indicaties van de
bouwhoogten);
- Bij de gebiedsontwikkeling dient rekening gehouden te worden met de eigenschappen van de vier
locaties:
 B&S-park: nog niet uitgegeven kavels ruimte en mogelijkheden voor veranderingen;
 Campusterrein: uitvoering masterplan UT en ruimtelijke kwaliteiten van de huidige situatie;
 Omgeving Campusterrein: natuurwaarde, gebruikswaarde, cultuurhistorische waarde en
recreatieve waarde;
 Hengelosestraat: verkeersfunctie en financiële haalbaarheid van aanpassingen;
- de hoofdverkeersontsluiting van het Kennispark is gericht op de Rijksweg A-35. Op dit moment
wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de verbreding van de Auke Vleerstraat (hierbij zijn
drie alternatieven in onderzoek). Door deze opwaardering wordt het gebied beter bereikbaar;
- de realisering van de Noordwestelijke Tangent gaat definitief niet door.
- de bereikbaarheid met het openbaar vervoer vindt plaats via het NS-station Drienerlo en de te
realiseren HOV-baan over de Hengelosestraat.

Voor de vaststelling van de voor het Kennispark in aanmerking komende gebieden is een uitputtende
beschrijving gemaakt van de vier locaties en de mate waarin deze eventueel beschikbaar zijn wel dan
wel absoluut niet beschikbaar zijn voor het Kennispark. In de nota van uitgangspunten (zie bijlage 6)
wordt aangegeven hoe gedacht wordt over een mogelijke invulling van de verschillende gebieden als
onderdeel van het Kennispark.

4.2 Actiepunten
De verdere ontwikkeling van de gebiedsontwikkeling kan worden opgedeeld in een drietal fasen, te
weten:

14
Actiepunt 1: Gebiedsontwikkeling fase 1
Deze actielijn ondersteunt de activiteiten die moeten worden uitgevoerd ten behoeve van de te kiezen
ontwikkelingslocaties voor Kennispark Twente en de ruimtelijke kwaliteit die het totale gebied moet
bezitten (masterplan e.d.)

Actiepunt 1. 1: Vaststellen te ontwikkelen locaties, vaststellen tijdsfasering van de te ontwikkelen


locaties en het maken van en ‘wervende’ presentatie van de totale gebiedsontwikkeling.

Op basis van de Nota van Uitgangspunten zal vastgesteld moeten worden welke gebieden in
aanmerking komen voor het Kennispark. Deze keuze wordt bepaald door de kwaliteiten van het
gebied, de ligging van het gebied en de eventuele gebruiksmogelijkheden voor het Kennispark. Ook
de randvoorwaarden waaronder elk gebied tot ontwikkeling gebracht kan worden zullen in deze fase
worden beschreven. Bij de vaststelling van de te ontwikkelen locaties hoort ook een keuze in de
volgorde van ontwikkeling van de verschillende locaties. Hierbij zullen een aantal locaties op korte
termijn tot ontwikkeling gebracht kunnen worden en een aantal op langere termijn. Deze keuze
bepaalt tevens welke gebieden gedetailleerder uitgewerkt zullen worden in de komende fasen en van
welke gebieden dit in een later stadium zal plaats vinden. Ter illustratie van de totale
gebiedsontwikkeling van het Kennispark voor de komende 25 jaar zal op een ‘wervende’
presentatiewijze een verbeelding worden gemaakt van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het
gebied.

Actiepunt 1.2: Verbetering ruimtelijke kwaliteit

Naast de vaststelling van de te ontwikkelen locaties in het gebied op en rond de UT, is er in principe
subsidie toegekend aan de gebiedsontwikkeling van het Kennispark in het kader van het Budget
Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK). Voor de definitieve honorering van deze subsidie vanuit het
Ministerie van VROM dient een nadere onderbouwing geleverd te worden waarbij de voor de
ruimtelijke kwaliteit interessante ontwikkelingen op het Campusterrein, of deze nu betrekking heeft op
het Kennispark, op de realisering van het Vastgoedplan, de realisering van de studentenhuisvesting
dan wel de openbare ruimte en infrastructuur in aanmerking komen. Deze ontwikkelingen zullen de
komende periode in beeld worden gebracht en in overleg met het Ministerie van VROM nader
uitgewerkt worden. De nadere uitwerking van de BIRK-aanvraag Kennispark zal worden uitgevoerd in
drie stappen:
1. Actualisering Vastgoedplan;
2. Benoeming uit te werken locaties;
3. Uitwerking van de locaties.

Actiepunt 2: Gebiedsontwikkeling fase 2


Deze actielijn ondersteunt de activiteiten die erop gericht zijn de gekozen locaties voor Kennispark
Twente verder uit te werken tot gedegen stedebouwkundige en bouwkundige plannen

Actiepunt 2.1: Uitwerken van de als eerste te ontwikkelen locaties

Van de uit te werken locaties zullen de eisen, wensen en randvoorwaarden beschreven worden.
Hierbij zullen de volgende aspecten worden meegenomen:
1. verkavelingsopzet en ruimtelijke structuur;
2. functies (m.n. bedrijvigheid en ruimtelijke kwaliteit)
3. hoofdverkeersontsluiting;
4. aanhechting van het gebied op bestaande verkeersstructuren (voetgangers, fietsers, openbaar
vervoer);
5. parkeerbehoefte en principe parkeeroplossing;
6. milieurandvoorwaarden (geluid, lucht en bodem);
7. effecten voor de waterhuishouding;
8. Inpassing in de natuurlijke en landschappelijk waarden;
9. eigendomssituatie en het vrij maken van het huidig gebruik;
10. financiële haalbaarheid.

De beschrijving van de eisen, wensen en randvoorwaarden zal van elk van de als eerste te
ontwikkelen locaties in ieder geval in de vorm van een notitie plaats vinden, maar bij voorkeur ook in
de vorm van een ruimtelijk beeld (stedenbouwkundig plan).

15
In wisselwerking met de uitwerking van de als eerste te ontwikkelen locaties zal daarnaast tevens
worden gekeken naar de inpassing van de locaties in het grotere geheel en de inpassing van het
Kennispark in de andere ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. Hierbij moet gedacht worden aan
(grootschalige) ruimtelijke ontwikkelingen als het vastgoedplan van de UT, de HOV-west, de
verbreding van de Auke Vleerstraat e.d. Ook zal verkend moeten worden in hoeverre
gewenste/noodzakelijke majeure ingrepen in de infrastructuur gefinancierd kunnen worden.

Actiepunt 3: Gebiedsontwikkeling fase 3


Deze actielijn is erop gericht uitvoering te geven aan de realisatiefase van Kennispark Twente.
Waarbij de eerst gekozen locaties als eerste in ontwikkeling zullen worden genomen.

Actiepunt 3.1: Realisatie van de eerste locaties

Op basis van het ruimtelijk beeld zal per locatie een uitvoeringsstrategie bepaald moeten worden.
Hierbij dient het volgende te worden afgesproken:
1. wie is de opdrachtgevende partij;
2. wat is de inbreng en rol van de overige participanten;
3. welke derde partijen worden betrokken bij de realisering;
4. op welke wijze wordt het ruimtelijk beeld omgezet in een bouwaanvraag voor de bebouwing;
5. op welke wijze wordt de ‘openbare’ ruimte in het ruimtelijk beeld omgezet in een
uitvoeringsgereed plan;
6. welke vergunningsprocedures en overige wettelijke procedures moeten doorlopen worden (voor
de planning is maatgevend een eventuele aanpassing van het bestemmingsplan);
7. financiering van de realisatie (en het totaal);
8. werven van gebruikers/huurders/eigenaren van de bebouwing.

Op basis van de uitvoeringsstrategie zal vervolgens per locatie de voorbereiding en uitvoering van de
realisatie van die locatie ter hand genomen kunnen worden.

16
Communicatie 5

5.1 I nleiding
Het doel van de lijn communicatie is een strategisch communicatieplan op te zetten als instrument om
het concept “Kennispark Twente: ontmoetings- en vestigingsplaats voor ondernemende en creatieve
mensen” te positioneren. Deze uitwerking gebeurt in twee fasen. Fase 1 behelst de periode januari
2004 – december 2004. Fase 2 gaat in per januari 2005.

Hoofddoelstelling in fase 1 is het fysiek positioneren van Kennispark (smoel geven) bij de
deelnemende partners (provincie, gemeente, partners in Netwerkstad en de UT) en vervolgens van
daaruit breder te positioneren (regio, provincie, landelijk, Den Haag/Brussel). Vragen hierbij: wat is
Kennispark en wat kan ik er mee?

In fase 2 zal naast een communicatieplan een marketing- en acquisitieplan leidend moeten zijn om de
positionering van Kennispark verder uit te bouwen. Na 3 jaar dient de positionering van het
Kennispark zodanig uitgebouwd te zijn dat kennispark, regionaal, nationaal, euregionaal,
internationaal een brand is dat staat.

Belangrijkste doelgroepen in deze eerste fase zijn de interne: bestuurders en ambtenaren van de
deelnemende partners. Deze moeten volledig op de hoogte zijn van het bestaan en de doelstellingen
van Kennispark en moeten dit ook gaan uitdragen (in Twente gebeurt het, op het Kennispark!).
Daarnaast zijn er vele externe doelgroepen die in de loop van fase 1 geïnformeerd worden, maar met
ingang van fase 2 stelselmatig en gericht: bedrijven, investeerders, ontwikkelaars, ministeries en
andere overheidsinstellingen, politici en niet te vergeten de inwoners van de regio Twente. Deze
doelgroepen zullen in het definitieve communicatieplan nader worden omschreven.

Uitgangspunt voor communicatie is voortbouwen op wat er allemaal al is op het gebied van


Kennispark. Waarbij de volgende boodschap moet worden overgedragen:

,,In het hart van Twente, op en rondom de UT en aanpalende kennisinstellingen is een innovatief
kennispark van Europese allure in ontwikkeling. Dit kennispark biedt uitmuntende faciliteiten als
ontmoetingsplek voor kennisinstellingen en (innovatieve) ondernemingen. Technische en medische
laboratoria, cleanrooms en productiefaciliteiten worden voor gezamenlijk gebruik ingericht.
Wetenschappelijke kennis en onderzoeksfaciliteiten van de aangesloten kennisinstellingen worden op
deze wijze beter toegankelijk voor het (regionale) bedrijfsleven. Kennispark Twente, heel Twente
Kennispark!”

5.2 Actiepunten
Actiepunt 1: ‘smoel geven’ Kennispark Twente
De producten in deze actielijn geven invulling aan het concept Kennispark en geven daarmee het
Kennispark een ‘gezicht’.

Actiepunt 1.1: Het ontwikkelen van een huisstijl, een website, e.d.

Het ontwikkelen van een huisstijl, een website, een nieuwsbrief, Voor de ontwikkeling en uitvoering
wordt een extern vormgever ingeschakeld, de traffic/drukwerkbegeleiding gebeurt door Bureau
Communicatie van de UT. Ook het middel ‘free publicity’ zal veelvuldig worden ingezet.

Actiepunt 1.2: Ontmoetingen organiseren

Organiseren van diverse informatiebijeenkomsten voor gerichte doelgroepen: bijv. bedrijfsleven,


regionale politieke bestuurders, potentiële geïnteresseerde vestigers. Opzetten diverse powerpoint-
presentaties tbv informatiebijeenkomsten. Tijdens de startbijeenkomst wordt het convenant

17
ondertekend en het doel is het kennispark bekend te maken, de samenwerking tussen partners te
“bezegelen” en te laten zien dat het kennispark er al is.

Actiepunt 1.3: Ontwikkelen communicatiemateriaal tbv promotie en acquisitie

Communicatiemateriaal zal eveneens worden ontwikkeld op basis van bepaalde specifieke vragen.
Doel is om informatief en wervend te zijn. Een eerste informatiebrochure is gereed op 19 augustus
2004 t.b.v. bijeenkomst rond ondertekening convenant. Een tweede versie gereed eind december
2004.

Actiepunt 1.4: Ontwikkelen borden bij invalswegen Kennispark

Het Kennispark Twente wordt fysiek ook herkenbaar als er borden worden geplaatst langs de diverse
invalswegen.

Actiepunt 2: Communicatie-activiteiten fase 2

Actiepunt 2.1: Communicatiemiddelen

Nog onduidelijk is welke communicatieve uitingen er in fase 2 benodigd zijn. Eind 2004 wordt hiervoor
een plan uitgewerkt. Zeker is dat er een budget beschikbaar moet zijn om te communiceren over het
Kennispark.

Actiepunt 2.2: Pro-actieve acquisitie bedrijven Kennispark

Naast de reguliere reactieve acquisitie van OOST NV is het noodzakelijk dat ook pro-actief bedrijven
voor het Kennispark van buiten worden aangetrokken. Extra inzet op dit thema is vereist.

18

You might also like