You are on page 1of 43

ActiZ ledenonderzoek

Rapportage

AWBZ Zorgcontractering 2012

Voor

ActiZ, organisatie van zorgondernemers

Van

Drs. Yousri Mandour Loes Wevers MSc.

ICSB Marketing en Strategie

Datum

7 maart 2012

Pag. 1

Voorwoord
ActiZ, brancheorganisatie van zorgondernemers, volgt de ontwikkelingen rondom het AWBZ contracteerbeleid tussen zorgorganisaties en zorgkantoren nauwgezet. Ook over de laatste AWBZ contracteerronde heeft ActiZ een onderzoek uitgezet onder haar leden. Dit onderzoek vindt nu voor het vijfde achtereenvolgende jaar plaats via een digitale enqute. Ook zijn de (concerns van de) concessiehouders gevraagd informatie te delen over de gecontracteerde tarieven in hun werkgebied. De uitkomsten van de evaluatie zijn verwerkt in de voorliggende rapportage ActiZ ledenonderzoek AWBZ Zorgcontractering landelijke rapportage zijn er deelrapportages waarin de uitkomsten van het onderzoek AWBZ Zorgcontractering 2012 zijn uitgesplitst naar de werkgebieden van de concessiehouders. De resultaten van dit onderzoek zijn voor de meeste themas representatief voor de leden van ActiZ. Waar het mogelijk is, worden de resultaten van het onderzoek omtrent zorgcontractering 2012 vergeleken met de resultaten uit voorgaande jaren. De uitkomsten van het onderzoek voorzien zorgorganisaties en concessiehouders van informatie over de uitvoering van de AWBZ. Ook voor ActiZ en voor andere landelijke en regionale partijen is de informatie van dienst om de uitvoering AWBZ te verbeteren. Dat is des te belangrijker omdat de zorgverzekeraars waarschijnlijk vanaf 1 januari 2013 de AWBZ voor de eigen verzekerden gaan uitvoeren. Uiteindelijk gaat het om het creren van adequate condities waarbinnen zorgorganisaties succesvol kunnen ondernemen, zodat professionals de (potentile) clint van verantwoorde zorg kunnen voorzien.

2012. Hiermee ontstaat transparantie over de contractering van AWBZ-zorg. Naast de

Pag. 2

Inhoudsopgave
Conclusie vanuit ActiZ: dialoog en perspectief noodzakelijk..............................5 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.6 Productieafspraken..............................................................................8 Tarieven extramuraal....................................................................... 11

Herschikking productieafspraken 2011 extramuraal ......................... 12 Tarieven intramuraal ....................................................................... 12 Intensiveringsmiddelen.................................................................... 14 Volledig Pakket Thuis ...................................................................... 16

1.5 1.7

Geriatrische revalidatiezorg en transitietoeslag................................. 14

1.8 2. 1.9 2.1 2.2 2.3

Herschikking productieafspraken 2011 intramuraal .......................... 17 Knelpunten ....................................................................................... 19 Overige afspraken ........................................................................... 18

Capaciteitsmutaties en/of capaciteitsuitbreiding............................... 16

Bijlage 1 - Onderzoeksverantwoording .......................................................... 26

3.

Concessiehouders ............................................................................. 25

Suggesties voor de zorgverzekeraar ter verbetering van inkoopbeleid 24

Verwachting problemen zorgcontractering ....................................... 23

Proportionele en onrechtvaardige eisen ............................................ 19

Respons op het onderzoek naar zorgcontractering .................................... 26 Kenmerken respondenten ........................................................................ 26 Respondenten onderverdeeld naar concessiehouders ................................ 28

Bijlage 3 Enqute ....................................................................................... 33

Bijlage 2 Begrippenlijst .............................................................................. 31

Bijlage 4 Vragen concessiehouders ............................................................. 42

Pag. 3

Opbouw rapportage
Dit rapport beschrijft de landelijke uitkomsten van de enqute AWBZ Zorgcontractering 2012. Allereerst zijn de belangrijkste conclusies en bevindingen weergegeven. Hoofdstuk 1 behandelt de gemaakte extramurale en intramurale productieafspraken voor 2012. Daarnaast komen in dit hoofdstuk de herschikking 2011 en de niet-betaalde zorg in 2011 aan de orde. Hoofdstuk 2 biedt inzicht in de belangrijkste gepercipieerde knelpunten van zorgaanbieders tijdens het proces van zorgcontractering. Tevens staan suggesties voor de zorgverzekeraars ter verbetering van het inkoopbeleid beschreven. In bijlage 1 wordt uitleg gegeven over de onderzoeksverantwoording. Bijlage 2 voorziet in een begrippenlijst. In bijlage 3 vindt u de gehanteerde enqute voor zorgaanbieders. Tot slot treft u in bijlage 4 de vragen voor concessiehouders aan. Vanwege de gehanteerde routing in de vragenlijsten komt het in hoofdstuk 1 en 2 geregeld voor dat het aantal respondenten (N) per vraag afwijkend is. Bij elke tabel staat aangegeven hoeveel respondenten de vragenlijst hebben ingevuld.

Pag. 4

Conclusie vanuit ActiZ: dialoog en perspectief noodzakelijk


Algemene conclusie

De behoefte van zorgaanbieders aan een open en constructieve dialoog met de AWBZ zorginkoper is groter dan ooit. Deze sterke behoefte wordt veroorzaakt door de toenemende druk waardoor perspectieven voor de zorgaanbieders om in te spelen van de AWBZ-zorgcontractering 2012 blijkt dat zorgaanbieders kampen met de

op de (nieuwe) zorgvraag het moeten ontgelden. Uit de uitkomsten van de evaluatie gevolgen van het beleid van de inkoper: rondom de mutaties van verblijfscapaciteit, onbetaalde rekeningen en onderproductie, beperkingen aan de clintvolgendheid, onevenwichtige verhoudingen en de jaarlijks veranderende inkoopeisen.

Om deze druk op te lossen moeten zorginkopers en -verkopers in een open dialoog toe naar een langetermijnstrategie voor de zorg. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben een gezamenlijk belang en het is het waard om daarin

verbinding te vinden. Waarschijnlijk gaan de zorgverzekeraars vanaf 2013 voor de zorgverzekeraars mag worden verwacht dat zij zich ook extern richten op de

eigen verzekerden de AWBZ uitvoeren; een majeure operatie voor alle partijen. Van verbetering van de zorg voor (potentile) clinten en zorgaanbieders. Dit vergt een grote transitie naar dialoog, meerjarenperspectief en positieve prestatieprikkels. Aanpassing verblijfscapaciteit: niet geaccordeerd

Bij ruim de helft van de zorgorganisaties is er in 2012 sprake van een verandering in de verblijfscapaciteit. Hiermee wordt bij gelijke blijvende capaciteit huisvesting gerealiseerd voor het kunnen bieden van zwaardere zorg (met behandeling) en van deze zorgorganisaties is de capaciteitsmutatie omgezet in de

zorginfrastructuur voor het scheiden van wonen en zorg. Slechts bij een klein deel productieafspraken, terwijl zorgkantoren deze verblijfsaanpassing veelal wel hebben goedgekeurd. ActiZ vindt het alarmerend omdat zorgorganisaties de risicos dragen zorgorganisaties huiverig worden om plannen te ontplooien om in te spelen op de zwaardere zorgvraag en vernieuwingen. Zorg thuis knelt voor deze onomkeerbare bouwbeslissingen, initiatieven in het veld verlamd raken en

De thuiszorg speelt in op de zwaardere zorgvraag van clinten die zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen en opname zolang mogelijk uitstellen of afstellen. Tegelijkertijd knelt de zorg thuis door de beperkte vernieuwingen in de onplanbare zorg. Als de beleidsmatige oplossing gevonden moet worden in het

zorg, de druk op de tarieven en de grenzen die inkopers stellen aan het leveren van

Pag. 5

scheiden van wonen en zorg dan vergt dat investeringen in infrastructuur, volledige clintvolgende bekostiging en meer ruimte om in te spelen op de keuzevrijheid van de clint. Ook dit vraagt van zorgverzekeraars een lange termijn commitment. Intensiveringsmiddelen hebben een positief effect op ervaren druk

Een groot aantal zorgorganisaties heeft een plan voor intensiveringsmiddelen die dit nog niet hebben gedaan, gaan nog een plan indienen binnen het

ingediend ter verbetering van de kwaliteit van de verblijfszorg. Bijna alle organisaties sluitingstermijn van het zorgkantoor. Tweederde van de ingediende plannen zijn goedgekeurd door het zorgkantoor. Soms moet nog uitsluitsel volgen of het plan moet nog herformuleerd worden. Deze intensiveringsmiddelen lijken een positief extra middelen enigszins verlaagd.

effect te hebben op de ervaren druk op de intramurale tarieven, deze wordt door de

Onbetaalde rekeningen n onderproductie

Zorgkantoren werken veelal met clintvolgende bekostiging, echter deze is begrensd tot de afspraken die het zorgkantoor met de zorgaanbieder maakt binnen de beschikbare regionale contracteerruimte. De risicos over de bekostiging en de onzekerheid liggen volledig bij de aanbieder. De zorgaanbieders met overproductie hebben in 2011 vaak over de verschuiving van hun productmix afspraken met de jaar of de geleverde zorg werkelijk wordt bekostigd. zorgkantoren kunnen maken. Echter, zorgorganisaties weten dat pas lopende het Extramuraal heeft 20% van de respondenten te kampen met niet betaalde productie. In de meeste gevallen (61%) wordt tot 1% van de jaaromzet niet vergoed. 30 % van de respondenten heeft in 2011 te maken met intramurale productie die niet is is vergoed.

vergoed. Vier van vijf organisaties geven hierbij aan dat tot 1% van de jaaromzet niet Een klein deel van de zorgorganisaties heeft een onderproductie gerealiseerd, wat op dit moment nog niet tegen de overproductie wordt weggestreept. Uit de evaluatie blijkt dat hier wel behoefte aan is. Ondanks dat de herschikking van de productieafspraken in 2011 vaak tot bijstelling heeft geleid, verwacht vier van de vijf zorgaanbieders dat zij in 2012 te kampen krijgen met onbetaalde rekeningen. omgaat. Zorgaanbieders hechten aan tijdige bekendmaking hoe het zorgkantoor hiermee

Behoefte aan meerjarenafspraken

Zorgorganisaties hebben een grote behoefte aan het realiseren van

meerjarenafspraken met zorgkantoren. Geen enkele organisatie heeft meerjarenafspraken kunnen maken. Dit beperkt het innovatiepotentieel van de sector en leidt jaarlijks tot extra administratieve lasten bij zorgorganisatie. De

Pag. 6

mogelijkheid voor het maken van meerjarenafspraken blijkt een veelbesproken

thema. Zorgaanbieders verwachten hierbij meer flexibiliteit van de zorgverzekeraar. Duurzame inkoopeisen en vergelijkbare eisen

Respondenten hebben behoefte aan duurzame gunningcriteria: volgens zon derde deel van de respondenten is de helderheid en stabiliteit van deze criteria verslechterd ten opzichte van 2011. Zorgkantoren hanteren veelal jaarlijks nieuwe deze criteria ruim van te voren gecommuniceerd moeten worden, zodat

criteria die niet altijd meer kunnen worden benvloed. De zorgaanbieders vinden dat zorgaanbieders hier fair op kunnen inspelen. Daarnaast blijkt uit de respons dat de eisen van zorgkantoren regelmatig arbitrair worden ervaren en sterk van elkaar afwijken. Voor zorgorganisaties is het lastig daaraan te voldoen. De door de bij aan de vermindering van de administratieve lasten.

zorgaanbieders gewenste duurzame inkoopeisen en vergelijkbare eisen dragen ook

Pag. 7

1.

Productieafspraken

Zorgaanbieders en zorgkantoren dienen tweezijdig een verzoek productieafspraken bij de NZa in. Als de zorgaanbieder (nog) niet tot overeenstemming komt met het zorgkantoor kan een eenzijdig verzoek worden ingediend. Wanneer we kijken naar de productieafspraken, blijkt dat het aandeel eenzijdige verzoeken licht is toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Met name bij Achmea en Menzis hebben zorgaanbieders een eenzijdig verzoek ingediend. Enkel bij de concessiehouders van de overige werkgebieden was in alle gevallen sprake van een tweezijdig verzoek.
Ja, tweezijdig verzoek 2012 2011 2010 95% 97% 97% Ja, tweezijdig verzoek Achmea Agis 1 CZ Menzis VGZ 2 Overig 3 Gemiddeld 90% 95% 96% 90% 98% 100% 95% Ja, eenzijdig verzoek 5% 3% 3% Ja, eenzijdig verzoek 10% 5% 4% 10% 2% 0% 5%

Tabel 1.1 Productieafspraken naar concessiehouder (N=225)

Uit de opmerkingen van de respondenten blijkt dat een deel van hen formeel gezien op tweezijdig verzoek afspraken heeft gemaakt, maar dat sommige respondenten dit ervaren als opgedrongen, omdat er geen of weinig onderhandelingsruimte is. De AWBZ-zorginkoop 2012 is door de zorgkantoren op verschillende punten gewijzigd ten opzichte van de zorginkoop 2011. In tabel 1.2 is weergegeven hoe de respondenten de veranderingen ervaren: of deze positief dan wel negatief waren. Hieruit blijkt dat volgens een groot deel van de zorgorganisaties de AWBZ-zorginkoop op de meeste aspecten gelijk is gebleven. Wanneer we de kolommen verbeterd en verslechterd met elkaar vergelijken, blijkt dat er een groter aantal respondenten is dat een verslechtering waarneemt dan een verbetering in vergelijking met het vorige jaar. De sterkste verslechtering heeft plaatsgevonden op het gebied van stabiliteit gunningcriteria en
Agis behoort inmiddels tot Achmea, maar is in deze rapportage, ten behoeve van vergelijking met

voorgaande jaren, als aparte concessiehouder meegenomen. Agis en Achmea hebben hetzelfde AWBZinkoopbeleid 2012 gehanteerd.
2

als UVIT.
3

VGZ is een afkorting voor Zorgkantoren Coperatie VGZ. Voorheen stonden deze zorgkantoren bekend Overig omvat de overige concessiehouders: De Friesland, DSW, Salland en Zorg & Zekerheid.

Pag. 8

prijsafslag. Volgens een derde van de respondenten is de ruimte voor meerjarenafspraken verslechterd ten opzichte van vorig jaar, daarnaast vindt 30% van de zorgorganisaties dat de administratieve lasten verslechterd zijn. De ruimte voor innovatie is het meest verbeterd, gevolgd door stimulansen voor kwaliteitsverbetering.
Veranderingen AWBZ-zorginkoop 2012 ten opzichte van 2011 Administratieve lasten Heldere gunningcriteria en prijsafslag Stabiliteit gunningcriteria en prijsafslag Ruimte voor innovatie Op voorhand geen productielimiet en clint kiest aanbieder Ruimte voor inbreng vanuit de zorgaanbieder Afstemming inkoop op de regionale/lokale omstandigheden Ruimte voor meerjarenafspraken Stimulansen voor kwaliteitsverbetering Beleid Ketenzorg dementie Inkoop extramurale behandeling Verbeterd 8% 8% 3% 16% 4% 9% 5% 2% 12% 9% 5% Gelijk 62% 64% 58% 69% 76% 64% 78% 65% 78% 81% 73% Verslechterd 30% 28% 39% 15% 20% 27% 17% 33% 10% 10% 22%

Tabel 1.2 Veranderingen AWBZ-zorginkoop 2012 ten opzichte van 2011 (N=209)

Respondenten merken op dat gelijk niet wil zeggen dat aspecten vorig jaar al goed waren. Respondenten ervaren weinig ruimte voor onderhandeling. Sommige verbeteringen worden bovendien ervaren als een sigaar uit eigen doos, zoals de ruimte voor innovatie, die mogelijk gemaakt wordt vanuit een prijsopslag nadat eerst de tarieven zijn gekort die ten koste gaat van de zorgaanbieder. In de enqute is ook ingegaan op de ervaren knelpunten die ontstaan binnen de zorgorganisaties als gevolg van de productieafspraken voor de zorgzwaartepakketten. Ruim een derde van de zorgorganisaties (38%) geeft aan dat er problemen ontstaan als gevolg van deze productieafspraken. Dit is een daling ten opzichte van vorig jaar, toen de helft van de zorgorganisaties aangaf dat er problemen zouden ontstaan. Waarschijnlijk hangt dat samen met het beschikbaar komen van de intensiveringsgelden voor verblijfszorg. In tabel 1.3 is een overzicht van de knelpunten weergegeven.
Knelpunten De mix van de gecontracteerde zorgzwaartepakketten komt niet overeen met de clinten die in zorg zijn Het zorgkantoor weigert mee te werken aan de omzetting van capaciteit zonder behandeling naar capaciteit met behandeling Verzorgingshuizen kunnen geen zorgzwaartepakketten 5 en hoger afspreken Problemen om voldoende sectorvreemde zorgzwaartepakketten te contracteren Anders 2012 52% 20% 19% 16% 50% 16% 28% 2011 49%

Tabel 1.3 Knelpunten als gevolg van productieafspraken zorgzwaartepakketten (N=102)

Pag. 9

Het meest genoemde knelpunt is dat de mix van de gecontracteerde zorgzwaartepakketten niet overeen komt met de clinten die in zorg zijn (52%). Weliswaar heeft een meerderheid van de organisaties volledig of in grote mate afspraken met de concessiehouders kunnen maken over herschikking, zowel extramuraal als intramuraal, voor 2011 (zie paragraaf 1.2 en 1.8), maar het blijft een groot knelpunt. De helft van de respondenten verwacht andere knelpunten (tabel 1.3). De meest genoemde problemen hier hebben betrekking op verandering in de capaciteit. Dit sluit nauw aan bij paragraaf 1.7, waaruit blijkt dat slechts een deel van de zorgaanbieders productieafspraken heeft kunnen maken met de concessiehouders ten aanzien van capaciteitsmutaties. Daarnaast worden ontoereikende budgetten en knelpunten rondom bevoorschotting genoemd, evenals knelpunten rond de zorgverzwaring die niet wordt gecontracteerd. De verwachte knelpunten worden gellustreerd door enkele opmerkingen van

Capaciteitsuitbreiding wordt niet geaccepteerd terwijl de clinten er wel zijn en zorg van ons ontvangen. Bevoorschotting intramurale zorg is in 2012 met 10% gekort op de initile afspraak, waardoor de liquiditeit verslechtert. De zorgverzwaring (toename van zwaardere ZZPs) wordt niet vergoed.
Volgens 20% van de respondenten weigert het zorgkantoor mee te werken aan de omzetting van capaciteit zonder behandeling (verzorgingshuis) naar capaciteit met behandeling (verpleeghuis), 19% geeft aan dat verzorgingshuizen geen zorgzwaartepakketten 5 en hoger kunnen afspreken. Dit heeft een nadelige invloed op de positie van verzorgingshuizen, die zich mede vanuit overheidsbeleid moeten richten op zwaardere zorg. De problemen om voldoende sectorvreemde zorgzwaartepakketten te contracteren zijn gedaald ten opzichte van 2011.

respondenten:

Pag. 10

1.1

Tarieven extramuraal

Om het overheidsbeleid te evalueren en omdat de gecontracteerde tarieven jaarlijks terugkerend onderwerp van discussie is bij concessiehouders en aanbieders, waarbij concessiehouders de tariefgegevens van de aanbieders niet herkenden, zijn de concessiehouders wederom benaderd om informatie te delen over de overeengekomen tarieven. Concessiehouders beschikken over tariefinformatie gebaseerd op alle gecontracteerde zorg in de sector; deze informatie is daarom betekenisvol en van belang voor de transparantie over de uitvoering van de AWBZ. 2 (van de 9) concessiehouders hebben gehoor gegeven aan het verzoek van ActiZ. De resultaten van de tariefvragen zijn daarom voornamelijk gebaseerd op de gegevens van respondenten, aangevuld met informatie van de 2 deelnemende concessiehouders. Meer informatie over de concessiehouders is te vinden in hoofdstuk 3. In 2012 zien we, ondanks een lichte stijging ten opzichte van 2011, dat een klein aantal organisaties extramurale zorg tegen het NZa-maximumtarief contracteert. De korting op de tarieven voor extramurale zorg is volgens de respondenten toegenomen ten opzichte van 2011, tot 4,4%.

Maximumtarief Tarieven extramurale zorg Tarieven 2012 7% 2011 5% 2010 10% 2012 4,4%

Korting 2011 4,1% 2010 5,6%

Tabel 1.4 Tarieven extramurale zorg (N=213)

Volgens de zorgorganisaties voert Menzis de grootste kortingen op het NZamaximumtarief door, met 6,6%. De kortingen zijn bij CZ het laagst (2,0%) volgens de zorgorganisaties. Wanneer we deze gegevens vergelijken met de kortingen op het maximale tarief volgens de 2 deelnemende concessiehouders (CZ en Menzis), blijkt dat in beide gevallen de kortingen volgens de respondenten hoger liggen. Menzis geeft een procentuele afwijking van 5,88% aan, bij CZ bedraagt deze afwijking 1,4%.
2012 Concessiehouders Achmea Agis CZ Menzis VGZ Overig Totaal N.A. N.A. 1,4% 5,88% N.A. N.A. Zorgorganisaties 4,7% 5,9% 2,0% 6,6% 4,1% 3,7% 4,4% 2011 Zorgorganisaties 4,3% 6,9% 2,2% 5,0% 3,6% 4,5% 4,1% 2010 Zorgorganisaties 5,6% 9,5% 2,1% 6,5% 4,2% 4,1% 5,6%

Tabel 1.5 Afwijkingen op NZa-maximumtarieven per concessiehouder (N=198). N.A. staat voor no answer, omdat de concessiehouder deze informatie niet heeft gedeeld.

Pag. 11

1.2

Herschikking productieafspraken 2011 extramuraal

In 60% van de gevallen heeft een herschikking van de productieafspraken plaatsgevonden om geheel recht te doen aan de extramurale clintenmix, een aanzienlijke stijging ten opzichte van vorig jaar (46%). Daarnaast heeft bij 16% van de respondenten in grote mate herschikking plaatsgevonden. Bij 5% van de zorgorganisaties heeft een beperkte herschikking plaatsgevonden, bij 20% van de organisaties was een herschikking niet van toepassing omdat de productieafspraken overeenkomen met de clinten in de zorg. Bij 44 zorgorganisaties (20%) is sprake van extramurale overproductie, dat wil zeggen productie die niet is vergoed. In de meeste gevallen (61%) wordt tot 1,0% van de jaaromzet niet vergoed. 27 zorgaanbieders hebben een geschatte omvang van de extramurale overproductie 2011 die niet vergoed is opgegeven. Gemiddeld bedraagt dit bijna 80.000, varirend van 8.000 tot 250.000. Daarmee komt het totaalbedrag van de respondenten voor extramurale overproductie bij benadering op 3,5 miljoen. Deze bedragen kunnen niet worden gextrapoleerd voor de gehele sector, gezien het kleine aantal respondenten. Aanbieders bij wie herschikking niet van toepassing is omdat de productieafspraken in 2011 toereikend waren voor de clinten in zorg, is gevraagd of er sprake was van extramurale onderproductie. In 2011 was bij 13 zorgorganisaties sprake van extramurale onderproductie, met een gemiddelde van 8%.

1.3

Tarieven intramuraal

In 2012 heeft 30% van de verpleeghuizen het maximumtarief voor zorgzwaartepakketten kunnen afspreken. Bij verzorgingshuizen geldt dit voor 12% van de respondenten. Hoewel dit een lichte toename is ten opzichte van 2011, blijft daarmee de druk op de tarieven voor zorgzwaartepakketten aanwezig. De concessiehouders zijn gevraagd informatie aan te leveren over de tarieven voor intramurale zorg. Twee concessiehouders heeft informatie over tarieven verstrekt, waardoor in die werkgebieden een vergelijking van informatie volgens het zorgkantoor met de gegevens van respondenten mogelijk is. De korting op het maximumtarief is, vanuit het perspectief van de respondenten, bijna gelijk gebleven voor verpleeghuizen en verzorgingshuizen, zoals te zien is in tabel 1.6a. De resultaten geven enkel de ervaringen van respondenten weer.

Pag. 12

Tarieven intramurale zorg 2012 Zorgzwaartepakket 1-10 in het verpleeghuis Zorgzwaartepakket 1-10 in het verzorgingshuis

Maximum tarief 2012 30% 12% 2011 26% 11% 2012 1,8% 1,9%

Korting 2011 1,8% 1,8%

Tabel 1.6a Overzicht tarieven intramurale zorg zorgzwaartepakketten (N=177)

In tabel 1.6b is een uitsplitsing gemaakt naar de kortingen per concessiehouder op de intramurale NZa-maximumtarieven zoals de concessiehouders en zorgorganisaties dat hebben aangegeven.
Zorgzwaartepakket 1-10 verpleeghuis 2012 Concessiehouder Achmea Agis CZ Menzis VGZ Overig Totaal N.A. N.A. 2,2% 1,88% N.A. N.A. organisatie Zorg1,1% 1,2% 2,5% 2,0% 1,6% 1,2% 1,8% 2011 organisatie Zorg1,7% 0,9% 2,1% 1,6% 1,4% 3,6% 1,8% Concessiehouder N.A. N.A. 2,2% 1,88% N.A. N.A. Zorgzwaartepakket 2012 organisatie Zorg1,1% 1,5% 2,8% 2,2% 1,6% 1,4% 1,9%

1-10 verzorgingshuis 2011 organisatie Zorg1,8% 1,5% 1,8% 1,6% 1,4% 3,0% 1,8%

Tabel 1.6b Overzicht tarieven intramurale zorg per concessiehouder zorgzwaartepakketten (N=177). N.A. staat voor no answer, omdat de concessiehouder deze informatie niet heeft gedeeld.

Uit tabel 1.6b blijkt dat zorgaanbieders de grootste kortingen op de intramurale NZamaximumtarieven aangeven bij CZ voor zowel verpleeghuizen als verzorgingshuizen, gevolgd door Menzis. Deze resultaten wijken af van de door CZ en Menzis opgegeven kortingen die zich baseren op alle gecontracteerde zorgaanbieders in de sector in hun werkgebied. CZ en Menzis maken beide geen onderscheid tussen verpleeghuizen en verzorgingshuizen. Concessiehouder CZ geeft een korting van 2,2% aan, dit is lager dan de korting zoals deze door respondenten wordt aangegeven. Eenzelfde patroon is zichtbaar bij Menzis, die een gemiddelde korting van 1,88% overeenkomt, ten opzichte van een hogere korting volgens de zorgaanbieders.

Pag. 13

1.4

Intensiveringsmiddelen

Om verbetering van de kwaliteit van verblijfszorg te realiseren, heeft 90% van de intramurale zorgorganisaties een plan ingediend bij het zorgkantoor voor intensiveringsmiddelen. Bijna alle organisaties die dit niet gedaan hebben, geven aan dat zij dit nog wel doen voor het sluiten van de termijn. Een deel van hen had nog geen plan ingediend, omdat de criteria van het zorgkantoor pas recent bekend gemaakt zijn. Bij twee derde van de organisaties die een plan hebben ingediend, is dit geheel goedgekeurd. Bij 20% van de organisaties is niet bekend of de plannen zijn goedgekeurd, omdat zij nog geen uitsluitsel over de acceptatie van het zorgkantoor hebben ontvangen. Wanneer een plan in grote mate was goedgekeurd, werd een organisatie meestal gevraagd de doelen SMART te formuleren. Bij de organisaties die aangeven dat hun plan in beperkte mate is geaccepteerd geldt vaak dat zij nog geen bericht van het zorgkantoor hebben gekregen.
Plan intensiveringsmiddelen; goedkeuring Geheel In grote mate In beperkte mate Nee, niet goedgekeurd Tabel 1.7 Goedkeuring plan voor intensiveringsmiddelen (N = 182). 2012 67% 11% 2% 20%

Bij vrijwel alle zorgorganisaties met een goedgekeurd plan was het voor de organisatie berekende intensiveringsbudget (4,8% van de zzp-omzet) toegekend. Hierbij wordt wel opgemerkt dat de generieke korting ook op de intensiveringsmiddelen van toepassing is. Volgens 7% van de zorgorganisaties heeft het zorgkantoor het berekende intensiveringsbudget ten dele toegekend, waarbij zij gemiddeld 84% van de intensiveringsmiddelen toegewezen kregen (N = 8). Hierbij valt op dat bij Menzis en de overige concessiehouders geen sprake was van zorgorganisaties die hun budget niet volledig kregen toegewezen.

1.5

Geriatrische revalidatiezorg en transitietoeslag

Een transitietoeslag is een toeslag bovenop het reguliere tarief voor geriatrische revalidatiezorg wanneer de zorg verkort wordt geleverd. Voor het merendeel van de organisaties (66%) is geriatrische revalidatiezorg niet van toepassing. Van alle zorgorganisaties binnen het werkgebied, hebben 30 zorgorganisaties afspraken over de transitietoeslag kunnen maken, 6 van hen konden dat doen doordat zij een proeftuin zijn, 24 van hen waren dat niet. Daarnaast geeft nog 19%

Pag. 14

van de zorgorganisaties aan dat geriatrische revalidatiezorg voor hen van toepassing is, maar dat zij geen afspraken over de transitietoeslag konden maken volgens het beleid van het zorgkantoor. Uit de opmerkingen blijkt dat de redenen hiervoor uiteen lopen. Zo is een deel van de organisaties geen proeftuin, zodat zij volgens het zorgkantoor niet in aanmerking komen voor de transitietoeslag. Daarnaast komen de gemaakte afspraken niet altijd overeen met de verwachte omvang voor 2012. Uit het voorgaande blijkt dat zorgkantoren een eigen beleid hanteren ten aanzien van de toewijzing van de transitietoeslag. De open opmerkingen van respondenten laten zien dat de voorwaarden ten aanzien van de transitietoeslag sterk verschillen tussen de zorgkantoren: sommige concessiehouders kennen alleen de transitietoeslag toe aan proeftuinorganisaties, anderen hanteren hiervoor minder strenge criteria. Deze toewijzing is arbitrair, de criteria zijn niet vaststaand. Wanneer we nader bekijken over welke toeslagen de 30 organisaties afspraken hebben gemaakt, wordt vooral de toeslag transitie CVA genoemd. Daarnaast heeft bijna twee derde van deze organisaties afspraken gemaakt over de toeslag transitie electieve orthopedie. Uit tabel 1.8 blijkt bovendien dat er bij vrijwel alle toeslagen een stijging in het aandeel afspraken heeft plaatsgevonden. Enkel voor toeslag transitie CVA is een daling zichtbaar. Dit zorgt ervoor dat de totale range smaller wordt: de verdeling over de verschillende toeslagen wordt gelijkmatiger ten opzichte van 2011.
Toeslagen Transities Toeslag Transitie CVA Toeslag Transitie electieve orthopedie Toeslag Transitie (heup)fractuur Toeslag Transitie amputatie Toeslag Transitie overig Tabel 1.8 Transitietoeslagen (N=30) Percentage zorgorganisaties met afspraak 2012 83% 65% 56% 39% 54% 2011 95% 48% 38% 24% 38%

Pag. 15

1.6

Volledig Pakket Thuis

In 2012 heeft 52% van de respondenten het Volledig Pakket Thuis gecontracteerd, een stijging ten opzichte van 2011 (45%). Hierbij geeft 12% van de zorgorganisaties aan dat het zorgkantoor minder heeft gecontracteerd dan hun verkoopinzet. Veel van de zorgorganisaties die geen Volledig Pakket Thuis hebben gecontracteerd, geven aan dat zij dit niet leveren. Een overzicht is te vinden in tabel 1.9. Zorgaanbieders die afspraken conform de verkoopinzet hebben gemaakt, hebben gemiddeld voor 13 clinten afspraken gemaakt. Zorgaanbieders die minder afspraken dan de verkoopinzet hebben gemaakt hebben gemiddeld voor 14 clinten afspraken gemaakt. In totaal hebben zij voor 1.483 clinten afspraken gemaakt, dit is een marginale stijging ten opzichte van vorig jaar toen voor 1.412 clinten is gecontracteerd.

Percentage Volledig Pakket Thuis Conform verkoopinzet Minder dan verkoopinzet Nee Totaal 2012 40% 12% 48% 100% 2011 36% 9% 56% 100%

Gemiddeld aantal clinten waar afspraken voor is gemaakt 2012 13 14 2011 19 8

De bovenstaande resultaten zijn ongewogen, zodat de daadwerkelijke aantallen waarvoor afspraken zijn gemaakt, worden gebruikt, in plaats van een gewogen gemiddelde.

Tabel 1.9 Productieafspraken over Volledig Pakket Thuis (N=203)

1.7

Capaciteitsmutaties en/of capaciteitsuitbreiding

Bij ruim de helft van de zorgorganisaties is er sprake van capaciteitsmutatie en/of uitbreiding (55%). De meeste van deze zorgorganisaties hebben hier geen productieafspraken voor kunnen maken (60). Daarnaast hebben 30 zorgorganisaties in beperkte mate afspraken kunnen maken. Dit is met name opvallend aangezien concessiehouders in het verleden veelal positief geadviseerd hebben over mutatie/uitbreiding, maar geen productieafspraken hebben geaccordeerd. Een volledig overzicht is te vinden in onderstaande tabel. Uit de open antwoorden blijkt dat een deel van de respondenten wel afspraken probeert te maken, maar dat zij hierover nog geen uitsluitsel hebben ontvangen.
Productieafspraken voor capaciteitsmutatie en/of -uitbreiding Geheel In grote mate In beperkte mate Nee Tabel 1.10 Productieafspraken bij capaciteitsmutatie en/of uitbreiding (N=113) Percentage 15% 5% 27% 53%

Pag. 16

1.8

Herschikking productieafspraken 2011 intramuraal

Het merendeel van de zorgorganisaties heeft overeenstemming bereikt met het zorgkantoor over een herschikking van de productieafspraken 2011 die nodig is om recht te doen aan de intramurale clintenmix. Bij 55% is de herschikking geheel in overeenstemming met de clinten in zorg, bij 22% is er een grote mate van overeenstemming bereikt. 8% van de organisaties heeft een beperkte overeenstemming bereikt. Voor 15% van de organisaties was een herschikking niet aan de orde omdat de productieafspraken overeenkomen met de clinten in zorg. Bij 30 aanbieders was herschikking niet van toepassing, omdat de productieafspraken in 2011 toereikend waren voor de clinten in zorg. Hen is gevraagd of er sprake was van onderproductie. Bij 13 van hen was sprake van intramurale onderproductie. Gemiddeld komt de onderproductie uit op 4%, waarbij de meest voorkomende onderproductie 2% bedraagt. Bij 60 zorgorganisaties (30%) is in 2011 sprake van intramurale overproductie, dat wil zeggen dat productie in 2011 gedeeltelijk niet is vergoed. Vier van de vijf organisaties geven aan dat het aandeel intramurale productie dat niet vergoed is tot 1% van de jaaromzet bedraagt. 1 zorgorganisatie heeft vanwege het intramurale contracteerplafond in de loop van 2011 een opnamestop ingesteld. 23 zorgorganisaties hebben opgegeven wat de (geschatte) omvang van de intramurale overproductie die niet vergoed is, bedraagt. Dit komt neer op een bedrag van ruim 100.000 per zorgorganisatie. Het totaalbedrag van de respondenten met intramurale overproductie komt daarmee bij benadering op 6 miljoen, waarbij we opmerken dat een deel van de organisaties geen bedrag heeft opgegeven. Deze gegevens kunnen vanwege de beperkte respons niet worden gextrapoleerd voor alle zorgaanbieders.

Pag. 17

1.9

Overige afspraken

Geen enkele van de deelnemende zorgorganisaties heeft een productieafspraak voor meerjaren kunnen maken met de concessiehouder, terwijl de behoefte hieraan onder zorgondernemers groot blijkt op basis van de open antwoorden van respondenten. 31% van de zorgorganisaties geeft aan ook productieafspraken te maken in het kader van de Zorgverzekeringswet (niet zijnde kraamzorg). Dit is een daling ten opzichte van 2011, zoals blijkt uit tabel 1.11. De daling kan worden verklaard uit het feit dat dieetadvisering niet meer binnen de Zorgverzekeringwet valt. De productieafspraken in het kader van de Zorgverzekeringswet worden vooral gemaakt met Achmea, Menzis, CZ en VGZ. Verscheidene zorgaanbieders zijn van plan met alle zorgverzekeraars afspraken te realiseren. De afspraken in het kader van de Zorgverzekeringswet vertegenwoordigen gemiddeld 2,7% van de totale zorgproductie (in euros). De gemaakte afspraken hebben met name betrekking op verpleging in relatie tot medisch specialistische zorg, waar opnieuw een aanzienlijke stijging ten opzichte van voorgaande jaren is gerealiseerd, gevolgd door fysiotherapie. De productieafspraken binnen de Zorgverzekeringswet over revalidatiezorg zijn verdubbeld ten opzichte van 2011. Gezien het feit dat geriatrische revalidatiezorg per 2013 wordt overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet is het positief dat aanbieders vaker productieafspraken voor revalidatiezorg met zorgverzekeraars maken.
Overige productieafspraken Productieafspraken Zorgverzekeringswet Tabel 1.11 Productieafspraken Zorgverzekeringswet 2012 Overige productieafspraken Zorgverzekeringswet Verpleging in relatie tot medisch specialistische zorg Fysiotherapie Ergotherapie Revalidatiezorg Preventie Dieetadvisering Overig (o.a. logopedie en psychologie) 27% 2012 76% 63% 57% 19% 3% 2011 66% 75% 70% 9% 9% 60% 23% 2010 34% 78% 78% 16% 9% 60% 19% 2012 31% 2011 40% 2010 33%

Tabel 1.12 Overige productieafspraken Zorgverzekeringswet 2012 (N=70)

Pag. 18

2.
2.1

Knelpunten
Proportionele en onrechtvaardige eisen

Bijna de helft van de zorgorganisaties vindt dat het zorgkantoor rechtvaardige en proportionele eisen hanteert bij de inkoop van zorg voor 2012. Relatief het meest tevreden zijn de organisaties over VGZ en Achmea, net als in 2011. Over Agis zijn zorgorganisaties het minst tevreden met betrekking tot de proportionele eisen, op afstand gevolgd door CZ. Het ervaren verschil tussen Agis en Achmea is opmerkelijk omdat zij hetzelfde AWBZ-inkoopbeleid 2012 hebben gehanteerd.
Per concessiehouder Proportionele eisen Zorgkantoor hanteert bij de eisen voor 2012 Zorgkantoor hanteert bij de eisen voor 2011 inkoop van zorg proportionele 46% 53% 38% 44% 46% 54% 37% Tabel 2.1 Proportionele eisen per concessiehouder (N=225) inkoop van zorg proportionele 49% 53% 19% 41% 50% 65% 73% Totaal Achmea Agis CZ Menzis VGZ Overig

Tabel 2.2 toont welke verschillende soorten onrechtvaardige/onredelijke eisen de respondenten ervaren, waar in 2011 nog werd gefocust op disproportionele eisen. Het belangrijkste knelpunt in 2012 is, net als in 2011, de tariefkorting. Opgemerkt zij dat in voorgaande jaren naar ervaren disproportionele eisen is gevraagd. 65% van de respondenten percipieert tariefkorting als onrechtvaardig, een daling ten opzichte van vorig jaar, die mogelijk veroorzaakt is door de extra middelen die beschikbaar komen voor verblijfszorg. Deze eis wordt op de voet gevolgd door twee nieuwe onrechtvaardige eisen, die in 2011 niet in de meting zijn meegenomen, maar dit jaar direct hoog scoren. Het gaat daarbij om de eis dat de aanbieder onvoorwaardelijk akkoord moet gaan met alle inkoopdocumenten en dat het zorgkantoor gunningcriteria hanteert die niet meer te benvloeden zijn. Deze gunningcriteria spelen voor veel zorgaanbieders een belangrijke rol, zij worden veelvuldig als knelpunt genoemd in de open antwoorden en als verbetersuggesties van respondenten.

Pag. 19

Onrechtvaardige eisen* Tariefkortingen Eis dat aanbieder onvoorwaardelijk akkoord gaat met alle inkoopdocumenten en bijlagen Zorgkantoor hanteert gunningcriteria die niet meer zijn te benvloeden Voortzetting zorglevering voor eigen rekening na bereiken productieplafond Leveringsplicht zonder betalingsgarantie Zorgkantoor beslist eenzijdig over bijstelling productieafspraken Eenzijdig boetebeding Irrele maximale verhouding geplande ongeplande zorg Oneigenlijke administratieve lasten Zorgkantoor wijkt af van of heeft aanvullingen op de landelijke afspraken over het Kwaliteitskader Zorgkantoor wijkt af van de NZa-Beleidsregels Oneigenlijke productspecificaties Eisen die de Algemene leveringsvoorwaarden van ActiZ en clintenorganisaties uithollen of frustreren Verplichte inzet van reservemiddelen Anderszins Tabel 2.2 Onrechtvaardige eisen per jaar (N=114)

2012 65% 59% 53% 52% 40% 39% 23% 17% 16% 12% 12% 4% 2% 2% 21%

2011 86%

2010 77%

46%

32%

53% 28% 15% 31% 23% 13% 11% 7%

58% 18% 28%

5%

* Voorheen is gevraagd naar disproportionele eisen, een term die meer beladen is dan onrechtvaardige/onredelijke eisen zoals dat in de laatste enqute is meegenomen. De antwoorden van jaren. respondenten zijn daarom niet volledig vergelijkbaar met de antwoorden die gegeven zijn in voorgaande

Een uitsplitsing van de onrechtvaardige/onredelijke eisen naar concessiehouder is weergegeven in tabel 2.3.
Per concessiehouder Onrechtvaardige eisen Tariefkortingen Eis dat aanbieder onvoorwaardelijk akkoord gaat met alle inkoopdocumenten en bijlagen Zorgkantoor hanteert gunningcriteria die niet meer zijn te benvloeden Voortzetting zorglevering voor eigen rekening na bereiken productieplafond Leveringsplicht zonder betalingsgarantie Zorgkantoor beslist eenzijdig over bijstelling productieafspraken Eenzijdig boetebeding Irrele maximale verhouding geplande 53% 52% 40% 39% 23% 17% 75% 75% 68% 54% 15% 38% 66% 37% 42% 32% 27% 11% 34% 43% 16% 30% 28% 13% 74% 77% 47% 51% 33% 24% 37% 42% 28% 52% 10% 5% 24% 50% 82% 19% 11% 22% 59% 61% 58% 56% 73% 44% 72% Totaal 65% Achmea 46% Agis 74% CZ 64% Menzis 65% VGZ 71% Overig 66%

Pag. 20

ongeplande zorg Oneigenlijke administratieve lasten Zorgkantoor wijkt af van of heeft aanvullingen op de landelijke afspraken over het Kwaliteitskader Zorgkantoor wijkt af van de NZaBeleidsregels Oneigenlijke productspecificaties Eisen die de Algemene leveringsvoorwaarden van ActiZ en clintenorganisaties uithollen of frustreren Verplichte inzet van reservemiddelen Anderszins 2% 21% 0% 16% 0% 18% 5% 18% 0% 29% 4% 30% 0% 15% 2% 9% 0% 0% 0% 6% 0% 12% 4% 5% 6% 11% 4% 21% 2% 5% 0% 16% 12% 8% 0% 12% 10% 9% 19% 18% 6% 0% 16% 5% 20% 16% 19% 21% 11%

Tabel 2.3 Onrechtvaardige eisen per concessiehouder (N=114)

Uit de toelichtingen op de ervaren onrechtvaardige/onredelijke eisen is de frustratie waarneembaar vanwege de disbalans in de machtsverhouding tussen zorgkantoor en zorgorganisaties: Het gehele traject is eenzijdig. Het zorgkantoor heeft de instelling

alleen nodig om ja te zeggen. Invloed van de instelling is zeer beperkt. Dat is geen marktwerking, dat is eenzijdige marktdwang.

ActiZ is tevreden over het feit dat er nauwelijks onrechtvaardige/onredelijke eisen worden ervaren met betrekking tot de eisen die de Algemene leveringsvoorwaarden van ActiZ en clintenorganisaties uithollen of frustreren, omdat dit betekent dat deze leveringsvoorwaarden door concessiehouders worden gevolgd. Het grootste deel van de zorgorganisaties heeft de eisen van de concessiehouders (noodgedwongen) geaccepteerd (71%). Daarnaast heeft ruim de helft van de zorgorganisaties overleg met het zorgkantoor aangevraagd (52%), dit is een daling ten opzichte van vorig jaar (61%). Er is een zeer lichte stijging in schriftelijke bezwaren en het gebruik van de Q&A procedure. Daarnaast heeft een beperkt aantal respondenten aangegeven eenzijdige productieafspraken bij de NZa te hebben ingediend, terwijl uit hoofdstuk 1 blijkt dat dit aantal waarschijnlijk hoger ligt. Een volledig overzicht is te vinden in tabel 2.4.

Pag. 21

Concessiehouder Totaal* (Noodgedwongen) geaccepteerd Overleg aangevraagd met het zorgkantoor Schriftelijk de bezwaren aan het zorgkantoor kenbaar gemaakt Vragen gesteld in de Q & A procedure (Regionale) clintenorganisatie(s) ingeschakeld Eenzijdige productieafspraken bij de NZa ingediend Juridische actie tegen het zorgkantoor, bijvoorbeeld een kort geding Anders (4%) 3% (3%) 2% (2%) 7% (12%) 6% 0% 0% 15% 0% 0% 71% (69%) 52% (61%) 48% (45%) 39% (38%) 3% Achmea 72% 58% 50% 39% 0% Agis 65% 47% 80% 45% 3% CZ 62% 48% 44% 33% 3% Menzis 77% 66% 35% 53% 0% VGZ 83% 39% 22% 10% 10% Overig 82% 61% 39% 61% 0%

4% 16%

0% 2%

2% 11%

4% 0%

0% 9%

0% 0%

Tabel 2.4 Aanpak onrechtvaardige eisen (N=114) * percentages voor 2012, tussen haakjes percentages voor 2011

Uit de opmerkingen van respondenten blijkt dat aan een klein deel van de tegenacties gehoor is gegeven en dat bijstelling plaatsvindt, maar dat er bij veel partijen ook nog discussie is. Daarnaast is bij een aanzienlijk deel van de zorgorganisaties het bezwaar afgewezen. Over het algemeen is de ruimte voor zorgaanbieders voor omgang met de eisen zeer beperkt.

Pag. 22

2.2

Verwachting problemen zorgcontractering

Het aantal organisaties dat een probleem verwacht als direct gevolg van de zorgcontractering 2012 is afgenomen ten opzichte van vorig jaar, tot 41%. Deze daling komt mogelijk voort uit de extra middelen die beschikbaar zijn gekomen voor verblijfszorg. De meeste problemen worden verwacht in het werkgebied van Achmea, de minste problemen worden verwacht in het werkgebied van CZ en VGZ. Een totaaloverzicht is te vinden in tabel 2.5.
Per concessiehouder Verwachting problemen Percentage verwachting problemen rond zorgcontractering 2012 Percentage verwachting problemen rond zorgcontractering 2011 Percentage verwachting problemen rond zorgcontractering 2010 49% 48% 45% 57% 28% 55% 64% 54% 46% 59% 53% 48% 53% 67% 41% 51% 44% 35% 44% 35% 42% Totaal Achmea Agis CZ Menzis VGZ Overig

Tabel 2.5 Verwachting problemen rond zorgcontractering (N=222)

In de meting voor 2012 is voor het eerst het risico op onbetaalde overproductie meegenomen als verwacht probleem. Dit probleem had direct de hoogste score: 82% van de zorgorganisaties die problemen verwachten, denkt dat dit probleem zich gaat voordoen. In 2011 zijn via herschikking grotendeels passende productieafspraken gemaakt, maar dat biedt blijkbaar weinig vertrouwen voor 2012. Daarbij leidt herschikking tot onzekerheid voor de zorgorganisatie omdat lopende het jaar pas duidelijk wordt of het zorgkantoor de productieafspraken aanpast. Een ander verwacht probleem is de ontoereikende groeimogelijkheden (65%). De verwachte problemen voor een verslechtering van de financile positie en verschraling van de zorg zijn sterk in aandeel afgenomen, mogelijk als gevolg van extra financile middelen. In tabel 2.6 is het volledige overzicht weergegeven.
Verwachte problemen Risico op onbetaalde overproductie Ontoereikende groeimogelijkheden Verslechtering financile positie Geen zorg kunnen bieden als voorkeursaanbieder van clinten Verschraling van zorg Rem op innovatie Geen van de genoemde problemen Tabel 2.6 Verwachte problemen rond zorgcontractering (N=91) 2012 82% 65% 40% 29% 22% 14% 1% 51% 72% 33% 66% 56% 60% 36% 67% 2011 2010

Pag. 23

2.3

Suggesties voor de zorgverzekeraar ter verbetering van inkoopbeleid

Middels een open vraag konden zorgorganisaties suggesties voor de zorgverzekeraars ten aanzien van het AWBZ inkoopbeleid 2013 indienen. Deze suggesties hebben vooral betrekking op de behoefte aan meerjarenafspraken en het hanteren van duurzame criteria door verzekeraars. Daarnaast wordt ook het omgaan met capaciteitsmutaties genoemd. Ook hebben respondenten behoefte aan minder administratieve lasten. Over het maken van meerjarenafspraken zegt een zorgorganisatie: Komen tot

meerjarenafspraken intramurale capaciteit en investering langdurige zorg. Ontwikkelen van duurzame prestatie-indicatoren die bijdragen aan beperken van zorgconsumptie en versterken eigen kracht.

Duidelijke gunningcriteria veel vroeger bekend maken, nu is er niet op te sturen. Nu zijn het deels toevalstreffers. Duidelijke communicatie (ruim vooraf) over criteria die tarief en toekenning bepalen. Meerjarenrichtlijn met betrekking tot deze criteria (stabiliteit, zodat ons beleid hierop kan worden ingericht).
Daarbij wordt tevens aangegeven dat de gehanteerde criteria vooral betrekking moeten hebben op het verbeteren van kwaliteit van zorg, in plaats van bijvoorbeeld informatievoorziening op internet. Over de capaciteitsmutaties zegt een respondent: Capaciteitsuitbreidingen vroegtijdig

De behoefte aan duurzame criteria blijkt uit de volgende suggesties:

regelen. Voor 2012 verwachten we op dit gebied in zorgkantoorregio problemen, daar we voor 2 nieuwe locaties die eind 2012 open zouden gaan, geen productieafspraken hebben kunnen maken.
Bij zorgaanbieders is vermindering van de administratieve lasten en regels een belangrijke wens. Dit ligt bij de zorgverzekeraar zelf, maar kan tevens worden opgelost door het streven naar meer uniformiteit tussen zorgverzekeraars:

Regel de zorginkoop zodanig dat zorgaanbieders geen extra administratieve lasten hebben voor zowel zorginkoop, registratie, declaratie en verantwoording. Het gevaar dreigt dat voor elke zorgverzekeraar een eigen administratie opgezet moet worden. Het inkoopproces minder tijdrovend, meer consistent, minder op detailniveau en meer ruimte voor innovatie. Aansluiten bij landelijke kwaliteitseisen en geen eigenzinnig beleid voeren.
Daarnaast vinden aanbieders dat bij de herschikking van productieafspraken rekening

moet worden gehouden met onderproductie: Bij de herschikking rekening houden met

aanbieders die een onderproductie hebben en deze aanbieden aan de aanbieders die een overproductie hebben.

Pag. 24

3.

Concessiehouders

In het kader van de enqute AWBZ Zorgcontractering 2012 is ook aan de concessiehouders gevraagd informatie te delen over de gecontracteerde tarieven voor extramurale en intramurale zorg in de sector. De reden van deze uitvraag is het evalueren van het overheidsbeleid over de uitvoering van de AWBZ. Een andere reden is dat de gecontracteerde tarieven jaarlijks terugkerend onderwerp van discussie zijn bij concessiehouders en aanbieders, waarbij concessiehouders de tariefgegevens van de aanbieders niet herkenden. De concessiehouders is gevraagd hoeveel procent de overeengekomen tarieven gemiddeld afwijken van het NZa-maximumtarief. Concessiehouders beschikken over tariefinformatie gebaseerd op alle gecontracteerde zorg in de sector; deze informatie is daarom betekenisvol en van belang voor de transparantie over de uitvoering van de AWBZ. Slechts 2 van de 9 concessiehouders hebben informatie gedeeld ten aanzien van de tariefafspraken, namelijk CZ en Menzis. Hierdoor kan de waardevolle landelijke vergelijking van de gegevens van de respondenten met de gegevens van de concessiehouders dit jaar niet worden herhaald. De belangrijkste reden voor twee concessiehouders om geen gegevens aan te leveren voor dit onderzoek, is dat zij vinden dat hun gegevens in voorgaande jaren onvoldoende gereflecteerd werden in de rapportage. Daarnaast geeft een concessiehouder aan dat een te eenzijdig beeld van het inkoopbeleid zou ontstaan wanneer enkel de tarieven worden weergegeven. De keuze voor focus op tarieven richting de concessiehouders is door ActiZ weloverwogen, deze is gebaseerd op de discussie over de tarieven in de afgelopen jaren. Zoals eerder aangegeven, hebben alleen CZ en Menzis gegevens aangeleverd. Door de beperkte respons is het onmogelijk om een landelijk gemiddelde afwijking voor zowel intramurale als extramurale zorg te berekenen vanuit de concessiehouders. Wat opvalt voor de werkgebieden van de concessiehouders die wel hebben aangeleverd is dat de zorgaanbieders de afwijking als hoger aangeven dan de concessiehouders, met een verschil dat oploopt tot 0,7% (zie tabel 3.1).
Intramuraal volgens concessiehouders CZ Menzis 2,2% 1,88% Intramuraal volgens zorgaanbieders Vph: 2,5% Vzh: 2,8% Vph: 2,0% Vzh: 2,2% Vph: 0,3% Vzh: 0,6% Vph: 0,12% Vzh: 0,32% Verschil Extramuraal volgens concessiehouders 1,4% 5,88% Extramuraal volgens zorgaanbieders 2,0% 6,6% 0,6% 0,72% Verschil

Tabel 3.1 Tariefafwijkingen volgens concessiehouders

Pag. 25

Bijlage 1 - Onderzoeksverantwoording
Respons op het onderzoek naar zorgcontractering

In de periode van 4 januari 2012 tot en met 25 januari 2012 was de vragenlijst over de AWBZ Zorgcontractering 2012 beschikbaar voor de respondenten van ActiZ. In totaal hebben 221 zorgorganisaties deelgenomen aan het onderzoek, tegen 198 organisaties vorig jaar. ActiZ is tevreden met deze hogere respons. Een aantal zorgorganisaties heeft de enqute niet alleen ingevuld voor hun dominante zorgkantoor 4 , maar heeft deze ook nog voor een tweede zorgkantoor ingevuld. In totaal betreft dit 4 organisaties. Het totale aantal volledig ingevulde vragenlijsten komt daarmee uit op 225. Hiermee komt het responspercentage op de enqute AWBZ Zorgcontractering 2012 uit op 57% ten opzichte van 53% in 2011. In tabel 0.1 vindt u een overzicht van de respons.

Aantal benaderde respondenten + respons Aantal benaderde zorgorganisaties Aantal deelnemende zorgorganisaties Aantal ingevulde enqutes (per dominant zorgkantoor) Responspercentage 398 221 225 57%

Tabel 0.1 Respons op onderzoek naar zorgcontractering AWBZ 2012

Kenmerken respondenten

De meeste deelnemende zorgorganisaties hebben een totale jaaromzet van de gehele organisatie van tussen de 10 en 40 miljoen (31%). Daarnaast heeft 29% van de organisaties een jaaromzet tot 10 miljoen. Een volledig overzicht is te vinden in de onderstaande tabel.
Totale jaaromzet Minder dan 10 miljoen Tussen 10 en 40 miljoen Tussen 40 en 100 miljoen Meer dan 100 miljoen Totaal Aantal 65 69 58 33 225 Percentage 29% 31% 26% 15% 100%

Tabel 0.2 Verdeling naar totale jaaromzet zorgorganisatie

Ongewogen

4 Het zorgkantoor waarmee de zorgaanbieder de meest omvangrijke productieafspraak heeft gemaakt.

Pag. 26

Ten opzichte van het ledenbestand van ActiZ zijn de groepen met een organisatieomzet hoger dan 40 miljoen meer vertegenwoordigd in de enqute. De steekproef blijkt niet representatief voor het ledenbestand van ActiZ. Naar aanleiding van dit gegeven, wordt in deze rapportage een weging toegepast bij analyse van de respons. Enkel bij data waar geen wegingsfactor is toegepast, staat dit vermeld.
Totale jaaromzet Minder dan 10 miljoen Tussen 10 en 40 miljoen Tussen 40 en 100 miljoen Meer dan 100 miljoen Totaal Respons 65 69 58 33 225 Verwachte respons 95 66 46 18 225 Wegingsfactor 1,46 0,96 0,79 0,55

Tabel 0.3 Wegingsfactor ten behoeve van de representativiteit

De verdeling naar financile productieafspraak die de zorgorganisatie heeft met het zorgkantoor waarvoor de enqute is ingevuld, is weergegeven in tabel 0.4. 31% van de organisaties heeft een productieafspraak van minder dan 5 miljoen met het dominante zorgkantoor, gevolgd door ruim een kwart die een productieafspraak tussen de 5 en 15 miljoen hebben. De respondenten tellen bij grove benadering op tot een financile productieomvang van ongeveer 7 miljard euro. Dat is ruim de helft van de AWBZ-middelen die in de sector omgaan.
Financile productieafspraak Minder dan 5 miljoen Tussen 5 en 15 miljoen Tussen 15 en 25 miljoen Tussen 25 en 50 miljoen Meer dan 50 miljoen Totaal Aantal 69 59 29 41 28 225 Percentage 31% 26% 13% 18% 12% 100%

Tabel 0.4 Financile productieafspraak met zorgkantoor

Pag. 27

Het overgrote deel van de respondenten biedt zowel intra- als extramurale zorg aan. Slechts 12 respondenten geven aan alleen intramurale zorg aan te bieden (tabel 0.5).
Sector Intra- en extramurale zorg Alleen intramurale zorg (incl. Volledig Pakket Thuis) Totaal Tabel 0.5 Verdeling naar zorgtype Alleen extramurale zorg Aantal 189 12 24 225 Percentage 84% 5% 11% 100%

Respondenten onderverdeeld naar concessiehouders

De respondenten zijn tevens ingedeeld naar de (concerns van) concessiehouders waartoe het zorgkantoor, waarmee productieafspraken worden gemaakt, behoort. De meeste respondenten vallen in het werkgebied van CZ en VGZ, gevolgd door Achmea, Agis en Menzis. De overige respondenten zijn vanwege de omvang van de concessiehouder gegroepeerd in de groep Overig. Het gaat om DSW, De Friesland, Salland en Zorg & Zekerheid.
Concessiehouders (aantal zorgkantoren) Achmea (6) Agis (4) CZ (6) Menzis (3) VGZ (7) Overig (6) Totaal (32) Aantal* 35 32 55 34 42 27 225 Percentage* 16% 14% 24% 15% 19% 12% 100% Aantal 33 32 53 38 42 26 225 Percentage 15% 14% 24% 17% 19% 12% 100%

Tabel 0.6 Verdeling respondenten naar concessiehouders

* Ongewogen, de laatste twee kolommen zijn wel gewogen

De concessiehouders hebben een concessie voor meerdere zorgkantoren. Een overzicht van de concessiehouders en zorgkantoren is weergegeven in tabel 0.7.
Concessiehouders Achmea Zorgkantoren Drenthe Zwolle Flevoland Zaanstreek/Waterland Kennemerland Rotterdam

Pag. 28

Agis

Amsterdam Apeldoorn/Zutphen 't Gooi Utrecht

CZ

West Brabant Zeeland Zuid Hollandse Eilanden Zuid Limburg Zuid Oost Brabant Haaglanden

Menzis

Arnhem Twente Groningen

VGZ

Noord Holland Noord Midden Holland Waardenland Midden Brabant Nijmegen Noord en Midden Limburg Noord Oost Brabant

DSW

Delft/Westland/Oostland Nieuwe Waterweg Noord

De Friesland Salland Zorg & Zekerheid

Friesland Midden IJssel Amstelland en De Meerlanden Zuid Holland Noord

Tabel 0.7 Overzicht concessiehouders en zorgkantoren

Pag. 29

Verreweg de meeste respondenten (85%) maken productieafspraken met 1 zorgkantoor. Een onderverdeling van het aantal zorgkantoren waar afspraken mee worden gemaakt, is weergegeven in tabel 0.8.
Productieafspraken gemaakt met: 1 zorgkantoor 2 zorgkantoren 3 zorgkantoren 4 zorgkantoren Meer dan 4 zorgkantoren Aantal 190 22 4 3 7 Percentage 85% 10% 2% 1% 3%

Tabel 0.8 Onderverdeling aantal zorgkantoren waar afspraken mee worden gemaakt

Pag. 30

Bijlage 2 Begrippenlijst

Clintvolgende bekostiging Bij clintvolgende bekostiging volgt de bekostiging de keuze van de clint. De clint bepaalt zelf van welke zorgorganisatie hij zorg wil ontvangen. Die keuze van de clint bepaalt hoeveel zorg die zorgorganisatie de bekostiging. Clintvolgende bekostiging wordt ook wel persoonsvolgende bekostiging (pvb) genoemd. Contracteerronde en herschikking Jaarlijks vindt er een contracteerronde plaats tussen zorgkantoren/concessiehouders en zorgorganisaties. Zorgkantoren stellen een inkoopbeleid op en zorgorganisaties verkopen de zorg die zij willen bieden. Op basis daarvan maken zorgorganisaties en zorgkantoren productie- en contractafspraken over de te leveren zorg in dat kalenderjaar. Voor 1 november kan er een herschikking plaatsvinden van de productieafspraken. Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg Het kader voor het meten van clintervaringen en zorginhoudelijke veiligheid waarmee verpleeg- verzorgingshuizen en thuiszorg vergelijkbare informatie verzamelen voor kwaliteitsverbetering, consumenten en maatschappelijke verantwoording. Het Kwaliteitskader is opgebouwd vanuit een gemeenschappelijke visie van zorgorganisaties, professionals, clintenorganisaties, zorgverzekeraars en inspectie) op verantwoorde zorg Maximumtarief Voor de vergoeding van de kosten die een zorgaanbieder maakt voor bijvoorbeeld een uur verpleging, of verblijf in een verpleeghuis, stelt de overheid een maximum uur- of dagprijs vast: het maximumtarief van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZamaximumtarief). In de onderhandelingen over het jaarlijkse te sluiten contract met het zorgkantoor wordt een prijs overeengekomen die op of onder dit NZa-maximumtarief zit. De term maximumtarief is tot op zekere hoogte misleidend omdat dit tarief is afgeleid van de kosten die zorgaanbieders gemiddeld maken. Tariefkorting Bij de zorgcontractering worden onder meer afspraken gemaakt over het tarief. Een tariefkorting is een korting op het maximumtarief waardoor het tarief lager wordt. Het zorgkantoor bepaalt de hoogte van het maximaal haalbare tarief dat onder het NZamaximumtarief kan liggen. Transitietarief geriatrische revalidatie Het transitietarief is een speciaal ontwikkeld tarief voor clinten die in een verpleeg- of verzorgingshuizen revalideren bij wie de ligduur wordt verkort door de inzet van meer

Pag. 31

behandelaars aan het begin van het revalidatietraject. Hierover dient een tweezijdige afspraak gemaakt te worden met zorgorganisatie en zorgkantoor. Volledig pakket thuis (VPT) Het leveren van verblijf en overige gendiceerde zorg aan een clint met een ZZP-indicatie bij de clint thuis. Het VPT stimuleert het scheiden tussen wonen en zorg, doordat de clint zelf de woonkosten betaald. Zorgzwaartepakket (ZZP) Een volledig pakket van zorg dat aansluit op de kenmerken van de clint en het soort zorg dat de clint in een verpleeg- en verzorgingshuis nodig heeft. Om hierop aanspraak te maken moet de clint beschikken over een ZZP-indicatie. Een ZZP bestaat uit een beschrijving van het type clint (een clintprofiel), het aantal uren zorg uitgedrukt in een bandbreedte en een beschrijving van die zorg. Aan ieder ZZP hangt een door de overheid vastgesteld maximumtarief. Het zorgkantoor onderhandelt over de (maximale) prijs.

Pag. 32

Bijlage 3 Enqute
Vraag 1 Wat is de totale jaaromzet (som der bedrijfsopbrengsten) van de gehele zorgorganisatie/concern? O O O O Vraag 2 Jaaromzet kleiner dan 10 miljoen

Jaaromzet tussen 40 en 100 miljoen Jaaromzet groter dan 100 miljoen

Jaaromzet tussen 10 en 40 miljoen

Met welk(e) zorgkanto(o)r(en) heeft u de onderhandelingen over de AWBZ zorgcontractering 2012 gevoerd? (meerdere zorgkantoren mogelijk)

Zorgkantoor Groningen Zorgkantoor Friesland Zorgkantoor Drenthe Zorgkantoor Zwolle Zorgkantoor Twente Zorgkantoor Apeldoorn/Zutphen Zorgkantoor Arnhem Zorgkantoor Nijmegen Zorgkantoor Utrecht Zorgkantoor Flevoland Zorgkantoor 't Gooi Zorgkantoor Noord-Holland Noord Zorgkantoor Kennemerland Zorgkantoor Zaanstreek/Waterland Zorgkantoor Amsterdam Zorgkantoor Amstelland en De Meerlanden

Zorgkantoor Zuid-Holland Noord Zorgkantoor Haaglanden Zorgkantoor Delft/Westland/Oostland Zorgkantoor Midden-Holland Zorgkantoor Rotterdam Zorgkantoor Nieuwe Waterweg Noord Zorgkantoor Zuid-Hollandse Eilanden Zorgkantoor Waardenland Zorgkantoor Zeeland Zorgkantoor West-Brabant Zorgkantoor Midden-Brabant Zorgkantoor Noord-Oost Brabant Zorgkantoor Zuid-Oost Brabant Zorgkantoor Noord- en MiddenLimburg Zorgkantoor Zuid-Limburg Zorgkantoor Midden Ijssel

U wordt verzocht deze enqute in te vullen voor het dominante zorgkantoor 5 . Het dominante zorgkantoor waarmee ik productieafspraken maak is:

Het dominante zorgkantoor is het zorgkantoor waarmee u de meest omvangrijke productieafspraken

maakt. enqute invult over een tweede zorgkantoor dat onder een andere concessiehouder valt. Hiervoor wordt u verzocht contact op te nemen met ICSB, telefoonnummer 010 452 86 02. Indien u met meerdere zorgkantoren productieafspraken maakt, stelt ActiZ het zeer op prijs als u ook een

Pag. 33

Vraag 3

Wat is de omvang van de financile productieafspraak over 2012 bij het betreffende zorgkantoor? O O O O O Vraag 4 Heeft u met het zorgkantoor eenzijdige of tweezijdige productieafspraken voor 2012 gemaakt? O O NZa Nadere toelichting: Samen met het zorgkantoor op basis van een tweezijdig verzoek aan de NZa Minder dan 5 miljoen Tussen 5 en 15 miljoen Tussen 15 en 25 miljoen Tussen 25 en 50 miljoen

Meer dan 50 miljoen

Via een eenzijdig verzoek (geen overeenstemming met het zorgkantoor) aan de

Vraag 5 O O O Vraag 6

Waarop hebben de productieafspraken 2012 betrekking? Op alleen intramurale zorg (incl. Volledig Pakket Thuis) sla vragen 15 en 26 Op alleen extramurale zorg sla vragen 7 t/m 14 en 22 t/m 25 over Op intra- en extramurale zorg

t/m 29 over

Op welke onderdelen voor zover van toepassing - is het AWBZ-inkoopbeleid 2012 van het zorgkantoor gewijzigd ten opzichte van de inkoop van 2011? O O O O O O O O O O O O Administratieve lasten Verbeterd Gelijk Verslechterd O O O O O O O O O

Heldere criteria gunning en prijsafslag Stabiliteit criteria gunning en prijsafslag Ruimte voor innovatie Op voorhand geen productielimiet en clint kies aanbieder Ruimte voor inbreng vanuit de zorgaanbieder Afstemming inkoop op de regionale/lokale omstandigheden

O O O O O O O

O O O O O O O

O O O O O O O

Ruimte voor meerjarenafspraken Beleid Ketenzorg dementie

Stimulansen voor kwaliteitsverbetering Inkoop extramurale Behandeling

Pag. 34

Vraag 7 Ontstaan er knelpunten binnen uw organisatie als gevolg van de productieafspraken 2012 voor de zorgzwaartepakketten? O O Nee

Ja, namelijk (meerdere antwoorden mogelijk): O O O O O Verzorgingshuizen kunnen geen zorgzwaartepakketten 5 en hoger afspreken Problemen om voldoende sectorvreemde zorgzwaartepakketten te contracteren Het zorgkantoor weigert mee te werken aan de omzetting van capaciteit zonder behandeling naar capaciteit met behandeling met de clinten die in zorg zijn Anderszins, namelijk: De mix van de gecontracteerde zorgzwaartepakketten komt niet overeen

Vraag 8 Hoeveel procent wijkt het overeengekomen intramurale tarief voor 2012 af van het NZamaximumtarief?

Procentuele afwijking Zorgzwaartepakket 1 -10 in het verpleeghuis Zorgzwaartepakket 1- 10 in het verzorgingshuis procent procent

Niet van toepassing


Vraag 9

Heeft u een plan ingediend bij het zorgkantoor voor de zgn. intensiveringsmiddelen ter verbetering van de kwaliteit van de intramurale zorg? O O Ja Nee, omdat (Ga door naar vraag 12):

Pag. 35

Vraag 10 O O O O

Heeft het zorgkantoor het plan voor de intensiveringsmiddelen goedgekeurd? In grote mate, omdat ..(Ga door naar vraag12.): Nee, omdat (Ga door naar vraag 12.): Geheel

In beperkte mate, omdat ..(Ga door naar vraag 12.):

Vraag 11

Heeft het zorgkantoor in beginsel het voor uw organisatie berekende intensiveringbudget (d.w.z. 4,8% van de zzp-omzet) toegekend? O O O Ja Ten dele, namelijk % van het budget Nee

Eventuele opmerkingen of toelichting:

Vraag 12

Heeft u voor de clinten die geriatrische revalidatiezorg ontvangen het transitietarief voor 2012 kunnen afspreken? O O O Niet van toepassing Ja, de organisatie is geen proeftuin maar heeft wel afspraken kunnen maken

Ja, omdat de organisatie een proeftuin is.

Over de volgende toeslagen zijn afspraken gemaakt: O Toeslag Transitie CVA O Toeslag Transitie (heup)fractuur O Toeslag Transitie electieve orthopedie O Toeslag Transitie amputatie O O Toeslag Transitie overig

Nee, de organisatie heeft geen afspraken voor het transitietarief kunnen maken

Eventuele opmerkingen:

Pag. 36

Vraag 13 O O O

Heeft u voor 2012 afspraken gemaakt voor levering van het Volledig Pakket Thuis? Minder dan onze verkoopinzet: voor clinten afspraken gemaakt Nee, omdat: Ja, conform onze verkoopinzet: voor clinten afspraken gemaakt

Vraag 14

Heeft u voor de capaciteitsuitbreiding of capaciteitsmutaties in 2012 productieafspraken kunnen maken? O O O O O Niet van toepassing: er was geen sprake van capaciteitsuitbreiding of Geheel

capaciteitsmutaties In grote mate Nee

In beperkte mate

Eventuele opmerkingen:

Vraag 15 Hoeveel procent wijken de overeengekomen tarieven voor 2012 voor extramurale zorg gemiddeld genomen - af van de NZa-maximumtarieven? O O Niet van toepassing Voor extramurale zorg .. procent

Vraag 16 Bent u van mening dat het zorgkantoor voor 2012 rechtvaardige en proportionele eisen hanteert bij de inkoop van zorg? O O Ja (Ga door naar vraag 19)

Nee, het zorgkantoor hanteert de volgende onrechtvaardige of onredelijke eisen (meerdere antwoorden mogelijk): O O Verplichte inzet van reservemiddelen Zorgkantoor wijkt af van of heeft aanvullingen op de landelijke afspraken over het Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Zorgkantoor wijkt af van de NZa-Beleidsregels Voortzetting zorglevering voor eigen rekening na bereiken productieplafond Zorgkantoor beslist eenzijdig over bijstelling productieafspraken

O O O O O

Eisen die de Algemene Voorwaarden van ActiZ en clintenorganisaties uithollen of frustreren, namelijk: en bijlagen

Eis dat aanbieder onvoorwaardelijk akkoord gaat met alle inkoopdocumenten

Pag. 37

O O O O O O O O

Zorgkantoor hanteert gunningcriteria die niet meer zijn te benvloeden Leveringsplicht zonder betalingsgarantie Oneigenlijke productspecificaties Tariefkortingen Irrele maximale verhouding geplande ongeplande zorg (prestatiemix) Oneigenlijke administratieve lasten, namelijk: .. Anderszins, namelijk:

Eenzijdig boetebeding

Vraag 17

Hoe bent u omgegaan met de onrechtvaardige of onredelijke eisen? (meerdere antwoorden mogelijk) O O O O O O O O Vragen gesteld in de Q & A procedure

Schriftelijk de bezwaren aan het zorgkantoor kenbaar gemaakt Eenzijdige productieafspraken bij de NZa ingediend (Noodgedwongen) geaccepteerd Anders, namelijk: (Regionale) clintenorganisatie(s) ingeschakeld Juridische actie tegen het zorgkantoor, bijv. een kort geding

Overleg aangevraagd met het zorgkantoor

Wat was het resultaat van uw acties tegen onrechtvaardige of onredelijke eisen?

Vraag 18

Vraag 19 Heeft u een productieafspraak voor meerjaren kunnen maken? O O Ja, .. jaar Nee, voor 1 jaar

Pag. 38

Vraag 20

Gaat u ook productieafspraken maken met een of meer zorgverzekeraars over zorg (niet zijnde kraamzorg) op basis van de Zorgverzekeringswet voor 2012? O Ja, (zeer waarschijnlijk) met zorgverzekeraar(s) over: (meerdere antwoorden mogelijk) 0 Fysiotherapie 0 Ergotherapie 0 Preventie 0 Verpleging in relatie tot medisch specialistische zorg 0 Revalidatiezorg 0 Overig, namelijk: Om hoeveel procent zorg gaat dit ten opzichte van uw totale zorgproductie van de stichting in euros? Het gaat om: O Nee ..%

Vraag 21 Verwacht u eventuele problemen voor uw organisatie die het directe gevolg zijn van de zorgcontractering voor het jaar 2012? O O Ik verwacht geen problemen O O O O O O O

Ik verwacht wel problemen, namelijk (meerdere antwoorden mogelijk): Geen zorg kunnen bieden als voorkeursaanbieder van clinten Verschraling van zorg Ontoereikende groeimogelijkheden Verslechtering financile positie Rem op innovatie

Risico op onbetaalde overproductie

Geen van de genoemde problemen

Eventuele toelichting:

Pag. 39

Onderstaand volgen enkele vragen die betrekking hebben op de intramurale en extramurale zorg(contractering) 2011
Vraag 22 Heeft u overeenstemming bereikt met het zorgkantoor over een herschikking van de O productieafspraken 2011 die nodig is om recht te doen aan de intramurale clintenmix? Niet van toepassing: herschikking was niet nodig omdat de productieafspraken Was er sprake van onderproductie? (Ga door naar vraag 26)) Nee Ja, namelijk % 2011 toereikend waren voor de clinten in zorg.

0 O O O

Geheel (Ga door naar vraag 26). In grote mate In beperkte mate

Vraag 23 percentage van de jaaromzet? Vraag 24 Wat is de (geschatte) omvang van intramurale overproductie 2011 die niet is vergoed in euros? 0 ..euros Wat is de (geschatte) intramurale overproductie 2011 die niet is vergoed in een

Vraag 25

Heeft u vanwege het intramurale contracteerplafond in de loop van 2011 een opnamestop ingesteld? 0 0 Ja Nee

Pag. 40

Vraag 26

Heeft u overeenstemming bereikt met het zorgkantoor over een herschikking van de productieafspraken 2011 die nodig is om recht te doen aan de extramurale zorgvraag? O 2011 toereikend waren voor de clinten in zorg. Nee Niet van toepassing: herschikking was niet nodig omdat de productieafspraken Was er sprake van onderproductie? (Ga door naar vraag 30)) Ja, namelijk %

0 O

O O

In grote mate

Geheel (Ga door naar vraag 30)) In beperkte mate

Vraag 27

Wat is de (geschatte) extramurale overproductie 2011 die niet is vergoed in een percentage van de jaaromzet? Vraag 28 euros? 0

Wat is de (geschatte) omvang van extramurale overproductie 2011 die niet is vergoed in ..euros

Vraag 29 Heeft u vanwege het extramurale contracteerplafond in de loop van 2011 een clintenstop ingesteld? 0 0 ja nee

Tot slot nog een vraag over 2013


Vraag 30 Wat zijn suggesties voor de zorgverzekeraar om het AWBZ inkoopbeleid 2013 te verbeteren?

Einde vragenlijst

Pag. 41

Bijlage 4 Vragen concessiehouders


ActiZ enqute zorgcontractering AWBZ 2012

Beantwoordt a.u.b. onderstaande vragen door de grijze cellen digitaal in te vullen op concernniveau. Naam concern concessiehouder:

Vraag 1 Intramurale zorg 1a Met hoeveel aanbieders zijn contracten (productieafspraken) voor intramurale zorg V&V-zorg overeengekomen? 1b Hoeveel procent wijken de overeengekomen intramurale tarieven 2012 in de sector V&V gemiddeld per dag af van het NZa-maximumtarief gemeten over alle gecontracteerde aanbieders? Aantal gecontracteerde aanbieders Gemiddelde procentuele afwijking per dag over alle aanbieders*)

Zorgzwaartepak ket 1 10 in het verpleeghuis Zorgzwaartepak ket 1 10 in het verzorgingshuis % %

*) Het gaat om gewogen uitkomsten

Pag. 42

Vraag 2 Extramurale zorg 2a Met hoeveel aanbieders zijn contracten (productieafspraken) voor extramurale zorg VV&T overeengekomen? 2b Hoeveel procent wijken de overeengekomen tarieven 2012 voor extramurale zorg in de sector VV&T gemiddeld per uur/dagdeel af van de NZa-maximumtarieven gemeten over alle gecontracteerde aanbieders? Aantal gecontracteerde aanbieders Gemiddelde procentuele afwijking per uur over alle aanbieders *)

Extramurale zorg V&V

*) Het gaat om gewogen uitkomsten

Eventuele opmerkingen of toelichting:

U wordt verzocht het ingevulde document uiterlijk woensdag 25 januari 2012 te mailen naar yousri.mandour@icsb.nl. Hartelijk dank voor uw medewerking!

Pag. 43

You might also like