You are on page 1of 8

ITS ALL ABOUT ANIMALS

LESSON AIMS:
Aan het einde van de les zijn de leerlingen vertrouwder

geraakt met de vocabulaire over dieren.


Aan het einde van de les kunnen de leerlingen het

gebruik van ontkennende en bevestigende zinnen


benoemen.

ITS ALL ABOUT ANIMALS


What is your favorite animal?
Do you have a pet?
What kind of animal would you like to have?

SMALL ASSIGNMENT
Think of as many animals you know!
Write those animals down in English
Number them
Youre doing this on your own
Whos got the most animals written down wins!
You have 5 minutes to do this

ONTKENNENDE ZINNEN
Ontkenning:
AM/IS/ARE in de zin? > Not achter het werkwoord

Birds are big > Birds are not big


AM/IS/ARE niet in de zin? > gebruik dont/doesnt (SHIT-

rule)
Lions eat candy > Lions dont eat candy

BEVESTIGENDE / ONTKENNENDE
ZINNEN
Do cats have tails?

> Yes they do

Do dogs fly?

> No they dont

Is a mouse small?

> Yes it is

THE ASSIGNMENT
We gaan een oefening maken met ontkennende en

bevestigende zinnen
Je krijgt een blad met opdrachten, je maakt opdracht 1+2
Als je een vraag hebt of iets niet snapt, kun je de leraar

vragen
Je hebt hier 10 minuten de tijd voor
Ben je klaar dan doe je opdracht 3
Snap je het allemaal wel? Vraag dan de leraar en begin met

opdracht 3

END OF THE LESSON:


What did you learn today?

Aims:
Aan het einde van de les zijn de leerlingen vertrouwder

geraakt met de vocabulaire over dieren.


Aan het einde van de les kunnen de leerlingen het gebruik van

ontkennende en bevestigende zinnen benoemen.


Homework:

Study the dieren woordenlijst for the next lesson!

You might also like